Managementsamenvatting
3 oktober 2023, 9:00
Als u dit op dinsdag leest zijn de verkiezingen over precies vijftig dagen. U heeft het natuurlijk te druk om al die verkiezingsprogramma’s te lezen. Daarom in deze veel handzamere column (waar u gelukkig wel tijd voor heeft – dank daarvoor!) een overzicht van de belangrijkste standpunten rondom bouwen, wonen en ruimte. Wat denkt u, zit de oplossing erbij?
Dat er woningnood heerst wordt door geen van de grote(re) partijen betwist. Ze wijzen allemaal op de kerntaak van de overheid om te zorgen voor geschikte woonruimte en erkennen dat daar wat achterstallig onderhoud moet worden verricht. Over hoe je dat aanpakt verschillen de meningen, ‘dus er valt écht wat te kiezen’, maar wie beter kijkt ziet vooral vertrouwde tegenstellingen.
Het vertrek van Mark Rutte zorgt bij de VVD nog niet voor een andere toon, blijkt in het hoofdstuk “Fijn wonen, vlot doorrijden”. Ja, er moeten inderdaad woningen bij en daarin neemt de overheid de regie. Er komen tientallen nieuwe wijken, groen, veilig, bereikbaar en duurzaam. Liefst in de kernen maar zo nodig ook daarbuiten. Iedereen een betaalbaar eigen huis is het streven. Desalniettemin komen er ook sociale huurwoningen bij en er wordt vooral ingezet op middenhuur, waar convenanten met marktpartijen voor gaan zorgen. Huurprijsstijgingen worden afgeremd, maar zonder dat dit ten koste gaat van investeringen. Bestaande woningen verduurzamen lijkt de VVD een goed idee; ze willen er zelfs bij helpen. Maar als u niet wilt hoeft het natuurlijk niet. Alles klinkt makkelijk in dit programma; niet zeuren, gewoon even doen.
Bij GroenLinks en PvdA (nog zonder gezamenlijke nieuwe naam, héél onhandig) is de toon heel anders. Met als titel “De hoogste tijd” schept het programma een crisissfeer. Maar geen paniek: een minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening met ‘doorzettingsmacht’ trekt namens de overheid de regie in de woningbouw volledig naar zich toe en gaat jaarlijks zorgen voor 100.000 nieuwe woningen. Geen woord over marktpartijen. Private winst op wonen – stel je voor! – wordt juist voorkomen door allerlei begrenzingen, boetes, verboden en sancties. Deze antikapitalistische ondertoon roept wel de vraag op wie dit alles gaan betalen. Maar natuurlijk: de sterkste schouders! Vermogen wordt daarom zwaarder belast – als het tenminste niet op de vlucht slaat. “The problem with socialism is that you eventually run out of other people’s money”, zei Thatcher ooit.
Let maar niet op de PVV. Die ziet vanzelfsprekend migratie als oorzaak van de woningnood. De PVV gaat Nederlanders met voorrang woonruimte aanbieden: weg probleem. Meeregeren? Vast een grapje van Wilders. Want humor heeft hij onmiskenbaar. Enigszins off topic, maar wat dacht u hiervan: “Al tientallen jaren worden we bang gemaakt voor klimaatverandering. Hoewel de voorspelde rampscenario’s – over de wereld die zou vergaan – door de jaren heen steeds extremer werden, is geen daarvan ooit uitgekomen.”
En dus is Nederland voor het overbruggen van de klassieke links-rechts-tegenstelling als vanouds aangewezen op middenpartijen: D66 of een van de drie CDA’s. Het oer-CDA houdt, voor zover het er nog toe doet, vast aan de lijn De Jonge, met warmtepompen, optoppen, modulaire systemen en gereguleerde huren. De BBB ontmaskert zichzelf met een PVV-achtige redenering over statushouders en ondergraaft daarmee haar op zich best gebalanceerde verhaal. Wat het Nieuw Sociaal Contract voorstelt krijgen we hopelijk nog voor de verkiezingen te horen. Hoewel het een meesterzet van Omtzigt zou zijn om gewoon zónder programma mee te doen; echte standpunten kunnen de euforie hooguit verstoren.
D66 dan? Hun programma staat werkelijk bomvol met goede ideeën en handige ideetjes. Maar scherpe keuzes blijven uit. Ook dat voelt in zekere zin vertrouwd.
Mijn voornaamste bezwaar tegen dit alles? Het simplisme waarmee een veel breder vraagstuk wordt teruggebracht tot woningaantallen, huurprijsniveaus, uitstootberekeningen en financieringsmodellen, terwijl de overkoepelende vraag niet eens wordt gesteld. Want wat voor Nederland willen we eigenlijk over dertig jaar? Hoe zit het in elkaar, hoe functioneert het, hoe ziet het eruit en wat beschouwen we als kwaliteit? Sommige partijen noemen weliswaar de nieuwe Nota Ruimte (waaraan op de departementen overigens al wordt gewerkt en die als voorstel volgend jaar mei wordt gepresenteerd – misschien nog eerder dan het nieuwe kabinet), maar nergens volgt een verwachtingskader, laat staan een richtinggevende visie.
Nog zoiets: slechts twee programma’s bevatten het woord architectuur. GL-PvdA wil “een commissie van vooraanstaande architecten instellen die moet toezien op de kwaliteit en diversiteit van de gehanteerde architectuur bij nieuwbouw”. Dat we er daar al voldoende van hebben, zij het met beperkte ‘doorzettingsmacht’, is ze kennelijk ontgaan. Maar de bedoeling is ongetwijfeld goed. Een ander sprankje hoop bood de verzekering van de VVD dat ze “oog houden voor architectuur en esthetiek”. Dat en doet het hem. Blijkbaar zijn we goed voor méér dan alleen een mooi plaatje. Het is niet onopgemerkt gebleven.
Joost Ector is architect-directeur van Ector Hoogstad Architecten. Voor Architectenweb schrijft Joost Ector iedere maand een column, waarin hij ontwikkelingen die van invloed zijn op het architectenvak van duiding voorziet.