Vooruitgang
1 oktober, 9:00
Graag bemoei ik me intensief met de pr van ons bureau, inclusief sociale media. Niet dat we zo’n heftige presence hebben op al die kanalen, helemaal niet, allemaal prima behapbaar. En ik vind het nog leuk ook om de buitenwereld op de hoogte te houden van alles waar we mee bezig zijn. Een bijbehorende taak is het up-to-date houden van de website. Of brengen, beter gezegd, want daar moet de komende tijd even een inhaalslagje worden geslagen. Daar heb ik minder zin in, vooral omdat ik al meteen ben vastgelopen op de homepage. ‘Architectuur van en voor vooruitgang’, staat daar. Maar… kan dat eigenlijk nog wel?
De vooruitgang speelde een belangrijke rol in mijn jeugd. Niet alleen omdat de muziekvereniging waar ik als kind lid van was zo heette, maar ook omdat je dat nou eenmaal zo aangeleerd kreeg. Van hard werken word je alsmaar beter en oefening baart kunst. Daardoor worden records voortdurend gebroken en weten de échte slimme koppen aan de lopende band wetenschappelijke doorbraken en technologische revoluties te melden. Dat was het gangbare narratief. En zeker na de val van de muur (in mijn eindexamenjaar; pas nu begin ik enigszins te begrijpen hoe dat die tijd gekleurd heeft) was het optimisme ongekend! De bom kon naar de schroothoop; niet meer nodig. Vanaf dat moment gingen we allemaal, met de neus dezelfde kant op, recht op onze universele doelen af.
We zijn inmiddels vijfendertig jaar verder en op onze volledig geglobaliseerde planeet vliegen de crises ons om de oren. Wie zou er onder die omstandigheden naïef of koppig genoeg kunnen zijn om nog in vooruitgang te geloven? Het tegengeluid zwelt steeds verder aan.
Vooruitgang, als idee ontstaan in de Verlichting, is een notoir lastig begrip. De achttiende-eeuwse filosofen dichtten de mensheid een onbedwingbare behoefte én het vermogen toe om de wereld langs de weg van de ratio steeds verder te verbeteren. Al snel ontmoette dat optimisme de eerste kritiek. Vooruitgang impliceert een gemeenschappelijk doel, maar in werkelijkheid is het normatief en meestal verre van inclusief. Bovendien wordt het al snel iets absoluuts: je gelooft erin of niet. En dan is er vervolgens nog maar weinig ruimte voor nuance.
Het tegenbewijs is onmiskenbaar, zeggen al bijna drie eeuwen lang de tegenstanders, ook die van vandaag. Pas relatief recentelijk zien we in dat onze zucht naar comfort en snelheid de planeet aan de rand van de ecologische afgrond heeft gebracht. Bovendien heeft maar een zeer beperkt deel van de mensheid kunnen delen in de rijkdom terwijl een veel groter deel de rekening betaalt. Die atoombom? Nogal cru om dat vooruitgang te noemen. En lopen we met de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie niet het risico opnieuw een stap in de richting van massale vervreemding, onderdrukking of zelfs vernietiging te zetten? Alleen al die dreiging wordt door sommigen als ondraaglijk ervaren. En trouwens: waarom speelt nog altijd de mensheid de eenzame hoofdrol in dit verhaal? Daarom: regulering, consuminderen, degrowth – nu meteen!
Natuurlijk valt daar aan de opbrengstenkant het nodige tegenin te brengen. Per saldo zijn we allemaal beter af dan honderd of zelfs vijftig jaar geleden: gestegen levensverwachting, gestegen welvaart (naar rato), vrije tijd, algemeen kiesrecht en allerlei andere toegenomen rechtvaardigheid, partijen voor dieren, ga zo maar door. Vlak de mogelijkheid niet uit dat we binnenkort eindeloos schone energie kunnen winnen uit kernfusie. Of dat straks kanker tot het verleden behoort.
In al deze argumenten zit een kern van waarheid, denk ik. Inclusief het argument-voor, dat voortschrijdend inzicht ons beeld steeds verder scherpt en ons waar nodig tot inkeer brengt. Dat kwalificeert uiteindelijk ook als vooruitgang. Toch? Of is de geest dan inmiddels uit de fles en moeten we van de geschiedenis leren dat we sommige paden beter maar onbewandeld kunnen laten? Zou je daarvoor bepaalde soorten onderzoek moeten verbieden? Hmm.
Het schiet dus niet op met die website, zoals u begrijpt. Ik neig er vooralsnog naar om die homepage maar te laten voor wat ie is. Tenslotte staat er niet ‘de vooruitgang’, maar alleen ‘vooruitgang’. En misschien kun je inderdaad niet meer met goed fatsoen geloven in het eerste, maar het geloof opgeven in de mogelijkheid van een betere toekomst, daar ben ik persoonlijk nog even niet aan toe. Dan zou ik tenslotte ook geen ontwerper meer kunnen zijn.
En dus blijf ik er voorlopig gewoon trots op dat we, bijvoorbeeld, hergebruikte bakstenen verwerken in de gevel van het nieuwe supercirculaire gemeentehuis van de gemeente Krimpenerwaard. En dat we die gaan metselen met ouderwetse kalkmortel, zodat de stenen wat makkelijker los te maken zijn voor een toekomstig derde leven. Want volgens mij zijn we het nog altijd snel eens over wat stilstand betekent. Precies.
Joost Ector is architect-directeur van Ector Hoogstad Architecten. Voor Architectenweb schrijft Joost Ector iedere maand een column, waarin hij ontwikkelingen die van invloed zijn op het architectenvak van duiding voorziet.