Joost Ector
Copyright: Maarten van Haaff

Stronteigenwijs

2 juni 2020, 10:57
Lang geleden las ik Alberto Moravia’s memorabele roman De Conformist (1951). Daarin zoekt hoofdpersoon Marcello naar (zelf-)acceptatie door te proberen een ‘normaal’ leven te leiden, maar komt daarbij op cruciale momenten niet verder dan conformisme aan de fascistische Italiaanse werkelijkheid van de jaren dertig. Ik moest er in de afgelopen weken regelmatig aan terugdenken, nu we worden overspoeld door allerlei vormen van collectieve gedragsverandering.

Een rode draad door de ‘corona-dialogen’ die we de afgelopen maanden natuurlijk allemaal gevoerd hebben, is de constatering dat het nieuwe leven behalve nadelen ook heel veel voordelen kent. Ineens zijn we massaal gaan inzien dat we baat hebben bij een leven met meer rust, minder prikkels, meer tijd, minder kilometers, meer concentratie, minder stress en meer begrip. Kennelijk was de dwang van een pandemie nodig om te komen tot een per saldo gunstigere rangschikking van onze prioriteiten. Hoe langer ik daarover nadenk, hoe zorgelijker me dat voorkomt.

Laat ik het even bij mezelf houden, en beginnen met te erkennen dat ik makkelijk praten heb. De crisis heeft mij persoonlijk vooralsnog weinig geschaad, en ik leef zeer mee met iedereen voor wie de afgelopen tijd oneindig veel zwaarder was. Maar zelf vond ik de afgelopen weken eigenlijk fantastisch. Ik heb harder en geconcentreerder dan ooit gewerkt, met de bijbehorende voldoening. Daar was ineens tijd voor, want er hoefde niet te worden gereisd en oponthoud was er al helemaal niet. Geleidelijk wisten mijn collega’s en ik de weg naar kantoor weer te vinden. Daar was het lekker rustig, de aanwezigen waren zichtbaar blij om terug te zijn en elkaar weer te zien. Écht vergaderen – vooral samen schetsen – bleek een beetje feest.

Buiten werkuren waren er lange wandelingen door de stad, waarbij we nieuwe plekjes, winkeltjes, zaakjes en tentjes ontdekten. Er waren spontane koppen koffie bij of met vrienden die ‘normaalgesproken’ ook nooit thuis waren, en er waren heel veel boeken. Ook maakte een oud gevoel een verrassende comeback: het blijkt nog steeds heerlijk om je intens te verheugen op een vakantie. Allemaal ‘ontdekkingen’ die ik best eerder had kunnen doen, maar kennelijk niet op eigen kracht. Ik conformeerde me aan de heersende norm: altijd druk, altijd onderweg, alles zien, alles doen – overprikkeling omdat het moet.

In de teruggevonden tijd van de afgelopen weken lukt het ineens ook weer om me veel intensiever bezig te houden met écht ontwerpen. Ook dat voelde een beetje als thuiskomen. Totdat ik me begon af te vragen in welke mate ik datzelfde conformisme de inhoud van mijn werk laat sturen. Anders gezegd: wie bepaalt eigenlijk wat ik teken, en waarom?

Ontwerpers, zeker architecten, zien zichzelf graag als volstrekt onafhankelijke visionairs, die dwars door alle tegenstand en tegenslag heen tot opmerkelijke resultaten komen. Wie eerlijk is, ziet een andere werkelijkheid die van conformisme aan elkaar hangt. Want wie ‘nee’ zegt is af. Het is een werkelijkheid van typecasting door koning-klanten die niet van verrassingen houden. Daar bieden moordende planningen overigens ook meestal geen tijd voor. Een praktijk van heiligverklaarde, maar nauwelijks doordachte programma’s van eisen. Een werkelijkheid van zo langzamerhand belachelijke contractvoorwaarden, waaraan je je al moet onderwerpen voordat je wordt uitgenodigd voor een toelichting op je ‘ontwerpvisie’, wat inmiddels een eufemisme is geworden voor een vorm van schilderen-op-nummertjes. Vergeet ook mode – de dagkoersen van het conformisme – en de peer pressure niet, waardoor we aan de frontlinie van de architectuur momenteel geacht worden te dwepen met een groepje Zwitserse formalisten.

Conformisme is natuurlijk geen lelijk woord. Sterker nog: wie zich weigert te conformeren, of dat gewoon niet kan, plaatst zichzelf buiten de maatschappij. Eigen keuzes maken, daar gaat het om, en het bewaken van de balans. Want als conformisme de lading van je werk – en dus je merk – gaat bepalen, word je een sloof.

Het zou mooi zijn als drie maanden conformeren aan vrijwillige vrijheidsbeperking uiteindelijk juist in het tegenovergestelde resulteert. In een schitterende heropleving van authenticiteit en onorthodoxie, een explosie aan herwonnen vrijheid. Laten we als architecten proberen om vlak voor de ongetwijfeld moeilijke maanden die voor ons liggen weer ouderwets stronteigenwijs te worden en de wereld te inspireren met onverwachte, brutale ideeën. Daar zit een mooie huiswerkopdracht in voor de komende zomer. Want die wereld weet dat nog niet – ze draait gewoon conformistisch door – maar ze zit er dringend op te wachten. Dan is dat virus toch nog ergens goed voor geweest.


Joost Ector is architect-directeur van Ector Hoogstad Architecten. Voor Architectenweb schrijft Joost Ector iedere maand een column, waarin hij ontwikkelingen die van invloed zijn op het architectenvak van duiding voorziet.

Gerelateerde nieuwsberichten

Andere nieuwsberichten

Bouw wooncomplex Nelson View in Amsterdam Zuidoost van start

Vandaag, 16:47

Alternatief plan voor stedelijke 'rafelrand' Baaibuurt

Vandaag, 14:26

Felixx en Witteveen+Bos presenteren Strategisch Groenplan voor Leuven

Vandaag, 13:55

Project Spark op Smakkelaarsveld in Utrecht kan definitief starten

Vandaag, 09:20