De vergeet-paradox
4 uur geleden
Ken je het verhaal van de architect die naar Parijs ging om een megalomaan monument te bouwen? Hoewel de Grande Arche die hij ontwierp overbekend is en ik het bouwwerk ooit bezocht, had ik nog nooit gehoord van zijn maker, de Deen Johan Otto von Spreckelsen (1929-1987). Zoals niemand van hem gehoord had, toen hij in 1983 werd gekozen als winnaar van de internationale ontwerpprijsvraag die door de toenmalige president François Mitterrand was uitgeschreven. De architect had tot dat moment enkel een huis en vier kerken in Denemarken gebouwd.
De tragische geschiedenis van deze even briljante als onmogelijke handsome stranger wordt verteld in de speelfilm L’inconnu de La Grande Arche, die ik zag op het Architectuurfilmfestival Rotterdam. De rol van de architect wordt in de film vertolkt door de Deen Claes Bang.
‘De Kubus’ noemt Von Spreckelsen zijn ontwerp voor het 108 x 112 x 110 meter grote ‘monument voor de mensheid en haar idealen’. Zo is het project omschreven in de open oproep, al spreekt de projectmanager liever over ‘een moderne triomfboog’.
Mitterrand prijst het plan vanwege zijn ‘zuiverheid en kracht’, de projectmanager is pragmatischer en maant Von Spreckelsen om een Franse co-architect voor de uitvoering te vinden, zoals vastgelegd in het contract. Dat wordt Paul Andreu; hij gaat direct met de computerberekeningen aan de slag, terwijl Von Spreckelsen zoekt naar een kozijnloos gevelsysteem en het juiste Carraramarmer.
Het verbeelden van de mensheid en haar idealen, en Von Spreckelsens obsessie met details, vragen om perfectie. De technische uitwerking voelt voor de Deense architect als een grote concessie, en is aanleiding voor talloze ruzies: met de projectmanager, Andreu en zijn eigen vrouw, tevens managing partner bij zijn bureau. Hun relatie gaat kapot.
Wanneer Mitterrand vervolgens de verkiezingen verliest, trekt diens opvolger zijn handen van het project. Hij stelt voor dat de architecten het als kantoorruimte aan de markt verkopen, met op het dak een uitkijkplatform voor toeristen. Von Spreckelsen kan het niet over zijn hart verkrijgen. ‘Dit project is mijn leven’, zegt hij omineus, voordat hij het teruggeeft aan zijn opdrachtgever; Andreu zal het uiteindelijk voltooien.
Meer nog dan het verhaal van de onbekende architect trof mij de onbekende betekenis van het gebouw. De Grande Arche staat bekend als de poort naar de zakenwijk La Défense. Wie denkt er bij het zien van deze kantoorkolos nog aan idealisme?
Vlakbij huis, in Haarlem, stuitte ik afgelopen week op een ander vergeten monument(je) van humanitaire idealen: de Vredestempel in de tuin van het Prinsenhof. Het werd in 1648 gebouwd naar aanleiding van de Vrede van Münster, die het einde van Tachtigjarige Oorlog markeert en het begin van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Men weet niet zeker wie het gebouw ontwierp, wel dat architect Jacob van Campen – die in dezelfde periode het stadhuis op de Dam in Amsterdam ontwierp – twee van de muurtekeningen in de nissen van de tempel maakte.
Het tempeltje, dat was gedegradeerd tot hangplek en fietsenstalling van het naastgelegen Stedelijk Gymnasium, is tien jaar geleden – bij toeval – herontdekt door twee bevlogen oud-gymnasiasten. Zij hebben een stichting opgericht om het vervallen bouwwerk, met steun van de gemeente, te restaureren. Vorig jaar is het heropend als plek voor bezinning en bijeenkomsten rond het thema vrede. Het project is genomineerd voor de Haarlemse Lieven de Key Penning, die op 18 november wordt uitgereikt.
Dit alles overdenkend, ontwaar ik een treurige paradox: we vergeten ontwerpen die bedacht zijn opdat wij onze idealen niet vergeten. Maar laat ik het positief bekijken: dankzij een – bezienswaardige – speelfilm en een burgerinitiatief worden de optimistische denkbeelden achter deze bouwwerken nu opnieuw voor het voetlicht gebracht.
Hopelijk is het een goed voorteken.
La Grande Arche verschijnt in januari 2026 in de bioscoop.
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant.