Genieten
20 juni 2023, 9:00
Is dit nou vooruitgang? In mezelf mopperend liep ik onlangs door Amsterdam, tussen snikhete stenen gebouwen, het lawaai van trams en de uitrukkende brandweer, en de toeristen die na corona in nog grotere getalen dan daarvoor komen zuipen en blowen. Hittestress, overtoerisme, geluidsoverlast; abstracte woorden die hier heel concreet werden, net als het energievraagstuk dat met de om me heen zoevende e-bikes en elektrische SUV’s zogenaamd opgelost wordt, maar niet heus.
Net toen ik bedacht dat het allemaal nogal hopeloos is, en hoe blij ik ben dat ik niet meer in deze stad woon, dat ik me dertien jaar geleden heb laten wegjagen door de toeristen, onze agressieve onderbuurman annex junk, en de uit de pan gerezen huizenprijzen, sloeg ik vanaf de Marnixstraat de Groenmarktkade in, en belandde in een oase van rust.
Op de plek waar ooit de groentemarkt was, is een nieuw pleintje aangelegd, met wilde grassen, speelplekken en een enorme boomstam waarop een man in de zon zat, terwijl zijn hondje de schaduw verkoos. De buitenruimte is onderdeel van het appartementengebouw dat projectontwikkelaar Edwin Oostmeijer samen met HBB Bouwgroep ontwikkelde, naar ontwerp van architecten Ronald Janssen, Bastiaan Jongerius en Buro Harro. Het complex omvat een mix van koop- en sociale huurwoningen – van lichte hoekappartementen tot maisonnettes – een ondergrondse parkeergarage, een ruime entreehal, brede gangen en royale balkons waarlangs klimplanten omhoog groeien. Kers op de taart is het gemeenschappelijke groene dak met zwembad. Toen ik bewoners in het water hoorde plonzen, voelde een steekje van jaloezie. Op zo’n plek, met deze ruimtelijke kwaliteit, had ik best in Amsterdam willen blijven.
Bij de recente presentatie van het Jaarboek Architectuur in Nederland, waarin het project is opgenomen, vroeg de moderator tijdens een paneldiscussie wat het woord ‘kwaliteit’ inhoudt. Een van de panelleden, werkzaam bij een woningcorporatie, antwoordde tot mijn verbazing dat architectuur ‘de kers op de taart’ is. Alsof dit project enkel bestaat uit het spectaculaire dak. Ik hou – naast architectuur – erg van taart en wilde haar toeroepen dat het allemaal begint met fijne cake, die je besmeert met lekker luchtige botercreme, en dan daarop die kers. Gelukkig werd ze gecorrigeerd door BNA-voorzitter Jolijn Valk, ook panellid, die uitlegde dat architectuur juist gaat over integraal ontwerpen, van duurzaam energie- en materiaalgebruik tot plattegronden, van gevels – inclusief begroeiing en nestkasten – tot de vormgeving van de openbare ruimte. De Groenmarkt is een sprekend voorbeeld.
Gezeten op de rand van het iets verdiepte plein viel mijn oog op het hoekpand aan de overkant, dat ook bij het project hoort. De weergaloos gemetselde gevel deed me denken aan de truien die mijn moeder vroeger breidde, waarbij ze zich uitleefde op ingewikkelde patronen: recht, averechts, gerstekorrel, noppen. Uit de zijgevel steken strak gesneden erkers, een spontaan aangebrachte graffiti gaf het geheel een aantrekkelijk rafelrandje.
‘We believe that everyone has the right to benefit from architecture. The role of architecture is to give shelter to our bodies, but also to lift our spirits. A beautiful wall forming a street edge gives pleasure to the passer-by, even if they never go inside.’ Ik moest denken aan die uitspraak van architecten Yvonne Farrell en Shelley McNamara, als artistiek directeuren van de Architectuurbiënnale in Venetië 2018, Freespace, die ik destijds bezocht. Vooral die laatste zin: een mooie muur die een straathoek vormt, geeft plezier aan eenieder die erlangs loopt, zelfs als je er nooit naar binnengaat. Zat ik daar zomaar gratis en voor niks enorm te genieten. Zo ziet vooruitgang eruit.
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant.