Echte architecten
19 september 2023, 9:00
Wat hebben Jolijn Valk, Willem Hein Schenk en Henk Nijboer met elkaar gemeen? Alle drie gooien ze het bijltje erbij neer, ook al waren ze vol lof over het eervolle, prachtige werk dat ze deden. Valk stopt na twee jaar als BNA-voorzitter. Schenk als stadsarchitect van Haarlem, ook al had hij – net als Valk – nog twee jaar in functie kunnen blijven. Henk Nijboer (PvdA) neemt na tien jaar afscheid als Tweede Kamerlid.
Jammer, want ze hadden mooie plannen voor mijn stad (Haarlem), de architectenbranche en het land.
“Jolijn heeft geknokt voor kwaliteit en positiviteit. Dat is niet altijd makkelijk geweest”, zei BNA-directeur Fred Schoorl – die tegelijk met Valk stopte bij de BNA – bij haar afscheid. Nijboer riep als Kamerlid op om meer aandacht te geven aan architectuur bij (nieuwbouw)woningen en leidde recent het rondetafelgesprek over de mogelijkheid voor een nieuw Nederlands Architectuurinstituut. Schenk had in Haarlem, naar voorbeeld van het Atelier Rijksbouwmeester, een atelier willen oprichten waar plannen voor de stad in samenhang zouden worden ontwikkeld, getoond en bediscussieerd; samen met bewoners. Daarnaast wilde hij het veronachtzaamde naoorlogse stadsdeel Schalkwijk opnieuw op de kaart zetten.
Is het toeval dat deze drie personen tegelijk vertrekken, of is er meer aan de hand – moeten we ons zorgen maken?
In het bericht van de gemeente Haarlem over Schenks vertrek klinkt zijn frustratie door. Hij verklaart dat de gemeente zich de komende jaren vooral op uitvoering van projecten richt, terwijl zijn ambitie is om “te werken aan passende, wat ik noem, stedelijke arrangementen die pogen de combinatie van toekomstige maatschappelijke opgaven het hoofd te bieden”.
“Ik had nogal moeite met de manier waarop de gemeente intern is georganiseerd”, zegt hij desgevraagd. “Met de ambtenaren had ik plezier, lukte het om olie in de motor te gooien, maar als het erop aan kwam om met het management een advies aan de wethouder op te stellen, was er vaak een vorm van wantrouwen, gebrek aan kennis van zaken en sturing. De ambtelijke diensten zijn ingesteld om elk hun stukje beleid te organiseren – wonen, milieu, sociale zaken – maar een gezamenlijk elan en een samenhangende uitvoering ontbreekt. Iedereen vond wat ik deed oké, maar ik hoorde ook: als ik de stadsarchitect niet hoef te raadplegen, vind ik dat wel best. Ik kon onvoldoende werken aan een aanpak voor de langere termijn.” Volgens Schenk speelt dit probleem bij veel gemeentes.
Het heeft iets paradoxaals: mensen die gevraagd zijn om zich sterk te maken voor een vruchtbaar architectuurklimaat worden daarin tegengehouden door een ongunstig architectuurklimaat. Hoe valt deze situatie te doorbreken?
Mede op verzoek van de gemeente Haarlem maakt Schenk nu een podcastserie over ‘wat nodig is om ruimtelijke kwaliteit tot stand te brengen’. Hij heeft alvast een advies: laat de volgende stadsarchitect niet meer als eenling opereren, maar geef deze een duidelijke plek in de gemeentelijke organisatie. Ook heeft hij een suggestie voor de BNA, waarvan hij van 2011 tot 2015 voorzitter was: laat architecten zonder eigen bureau ook toe als lid. “Ik heb vroeger weleens gezegd: architecten bij gemeentes, ontwikkelaars en corporaties zijn geen echte architecten. Daar ben ik van teruggekomen: architecten ontwerpen niet alleen; zij kunnen ook de wegbereider zijn voor ruimtelijke kwaliteit en goed opdrachtgeverschap.”
Dat laatste lijkt mij een cruciale denkstap. De vraag is: wie durft? Welke echte architecten pakken die sleutelposities in de Tweede Kamer, bij de BNA, als stadsarchitect, én bij het Rijk, de provincies en de gemeentes, én bij ontwikkelaars, woningcorporaties en bouwers?
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant.