Luxewarenhuis
21 januari 2020, 9:15
Een kennis vertelde dat ze in de kerstvakantie Forum Groningen had bezocht; het was tegengevallen. Nee, niet het gebouw; dat had indruk gemaakt, het metershoge atrium met uitzicht over de binnenstad nog meer dan het beeld van de natuurstenen ‘rots’. Maar ze had in een lange rij moeten wachten om binnen te komen, in het panoramarestaurant kon ze geen tafeltje meer krijgen, en toen ze uiteindelijk op het dakterras een kop warme chocolademelk bestelde, deed de pinautomaat het niet en was de laatste plak peperkoek net verkocht.
Het cultuurwarenhuis, zoals NL Architects het gebouw noemt, was geenszins voorbereid op zijn monstersucces: 400.000 bezoekers in de openingsmaand. Ik dacht daaraan toen ik langs het voormalige V&D-gebouw liep in mijn woonplaats Haarlem, waar op 31 december Hudson’s Bay de deuren sloot. Het enige succesmoment dat het Canadese warenhuis beleefde, was de opheffingsuitverkoop.
Na de opluchting dat Hudson’s Bay in 2017 de V&D-panden overnam, heerst opnieuw paniek bij gemeentes: hoe krijg je al die vierkante meters in vredesnaam gevuld? ASR Vastgoed, eigenaar van het Haarlemse pand, heeft nog geen plannen; Hudson’s Bay sloot een langjarig huurcontract af, een juridische strijd daarover ligt in het verschiet. Maar dat betekent niet dat je passief moet afwachten, vonden het Haarlems Dagblad en debatcentrum de Pletterij, die op 4 december een discussiebijeenkomst organiseerden over een mogelijke invulling van het pand.
De uitgenodigde retailspecialist en bedrijfsmakelaar spraken somber over het rijksmonument van architect Jan Kuijt uit 1934. Ze noemden het lege gebouw een ‘lelijke puist’ en een ‘rotte kies’, waardoor de doorstroming in de winkelstraat stagneert en de investering van ASR niet langer rendeert (‘het gaat om onze pensioenen!’). We shoppen online, zijn te lui om de roltrap te nemen, werd gezegd; een winkel wil hooguit de begane grond huren. Ik moest denken aan het Forum, waar het publiek rustig acht minuten op de roltrap staat om het dakterras te bezoeken.
Volgens Auke Douma van de Historische Vereniging Haerlem is ombouwen tot appartementen de enige optie om het ‘icoon’ te behouden voor de stad, want: ‘dat is de enige booming business op dit moment’. Achterin de zaal hoorde je ontwikkelaars tikken op hun rekenmachines: hoeveel miljoen zou een Arabische sjeik of Russische oligarch neertellen voor een penthouse?
Vervolgens mochten de idealisten hardop dromen. Stadsarchitect Willem Hein Schenk fantaseerde over een ontwerpatelier voor de verduurzaming van de stad, met bedrijven die de circulaire economie aanjagen. Voormalig hoofd Cultuur van de gemeente Haarlem, Louis Pirenne, dacht aan een dependance van het Frans Halsmuseum, gecombineerd met de openbare bibliotheek en vijf culturele instellingen, waaronder De Pletterij. Ze bleken al met elkaar in gesprek. Bij het publiek viel het kwartje: ‘Ik zie een parallel met dat gebouw in Groningen’, riep iemand uit de zaal.
Er wordt gezegd dat Hudson’s Bay te chique was voor Nederland. Ik denk dat luxe vandaag de dag iets heel anders is dan merkkleding en parfums: een plek waar je kunt ontsnappen aan de commercie en de alomtegenwoordige smartphone. Een open ruimte in de dicht bebouwde stad, een rustpunt in tijden van burnouts. Zoals Forum Groningen, de LocHal in Tilburg en Rozet in Arnhem.
Gaandeweg werden de realisten bevangen door het enthousiasme van de ‘dromers’; ze begonnen hardop aan de exploitatie te rekenen en zeiden dat ‘het leek te kunnen’. Is het een idee om culturele initiatieven in verschillende steden te bundelen, vroeg een bezoeker uit Leiden, waar ook een V&D-pand wacht op herbestemming.
Ik zie een overnamekandidaat: een keten van cultuurwarenhuizen, al dan niet gecombineerd met appartementen of een hotel, zoals bij de Elbphilharmonie in Hamburg. In Velsen is de gemeente overstag, in Haarlem liggen de ideeën op tafel. Nu moeten we de handschoen oppakken, het proces organiseren, zei stadsarchitect Schenk. Doe dat gemeente, grijp deze kans.
Ik sluit straks graag aan in de rij voor een kop koffie op het dakterras.
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant. Ze is hoofdredacteur van het Jaarboek ‘Architectuur in Nederland’ en was gasthoofdredacteur van de uitgave van architectuurtijdschrift A+U (jan. 2020) over de Nederlandse architectuur in het afgelopen decennium.