De moraal van het inclusieve verhaal
19 april 2022, 9:00
Kinderen van Moeder Aarde, Het Helse Paradijs en Het Gulden Vlies van Thule; een driedelige toekomstroman over de aarde, zes eeuwen na de Derde Wereldoorlog, die begint met een conflict tussen een paar landen en escaleert als de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie elkaar met kernwapens gaan bestoken. Als kind verslond ik de jeugdboekentrilogie van Thea Beckman uit 1985, die naar nu blijkt een angstaanjagend voorspellende waarde heeft.
Wat mij bijbleef van het verhaal is het prachtige, vreedzame land Thule dat – nadat bijna de hele wereldbevolking door natuurrampen is omgekomen – op het voormalige IJsland ontstaat: een harmonieuze samenleving, die uitsluitend door vrouwen wordt geregeerd.
Hoe zou het zijn als vrouwen onze samenleving vormgaven? En hoe staat het momenteel met de v/m verhouding in de architectuur? Sinds #metoo en de Black Lives Matter-beweging vanuit Amerika naar hier overwaaiden, het architectuurcongres The Next Power, het magazine Mevr. de Architect, en de veelbesproken verkiezing van de nieuwe BNA-voorzitter, Jolijn Valk, is er het nodigde over gezegd. Leiden al die woorden ook tot daden, tot een minder scheve verhouding? Toen ik Valk onlangs sprak, vertelde ze over de rondgang die ze recent langs architectenbureaus maakte. Wat opviel: bij de nieuwe partners ontbraken vrouwen. Hoe kan het dat na de opleiding, waar de verhouding 50/50 is, zoveel ontwerptalent wegstroomt?
Twintig jaar geleden solliciteerde een vriendin bij een groot architectenbureau; ze werd aangenomen. Ze was net zwanger, en vertelde dat toen ze het contract ging ondertekenen. Het papier werd subiet onder haar neus weggetrokken. Toen ik onlangs over het voorval vertelde aan een (mannelijke) architect-directeur, verwachtend dat hij zou erkennen hoe achterhaald dit was, zei hij dat het enorm onhandig is als een projectleider drie maanden niet beschikbaar is.
Ik was verrast door zijn reactie, al kon ik het hem niet helemaal kwalijk nemen; de Nederlandse overheid legt de verantwoordelijk voor diversiteit immers bij bedrijven, voor wie geld verdienen doorgaans boven de moraal gaat. Diversiteit wordt zo allereerst vanuit een economisch perspectief benaderd. Dat besefte ik door het online gesprek The Social Life of a Mid-Size European City, dat Lara Schrijver (Hoogleraar Architectuur aan de Universiteit van Antwerpen) vorig jaar had met enkele Belgische collega’s. Sara Elloukmani, expert op het gebied van diversiteit in organisaties, legde uit dat er twee manieren zijn om diversiteit te bewerkstelligen. De eerste, meest gebruikte, is de zakelijke aanpak. Verschillende soorten mensen worden in een bedrijf bij elkaar gebracht om een breder perspectief op vraagstukken te creëren en vanuit daar tot effectievere oplossingen te komen. Het doel is commercieel; diversiteit wordt ingezet als instrument. De valkuil daarbij is dat mensen niet echt gehoord worden en er niets gezegd wordt over het structurele systeem waarbinnen bedrijven opereren.
De tweede aanpak is om niet de belangen van instellingen en hun diversiteit centraal te stellen, maar om de machtsstructuren in beweging te brengen die er nu nog voor zorgen dat bepaalde stemmen niet gehoord worden. Vanuit het idee van sociale rechtvaardigheid. Daarbij is het volgens Elloukmani belangrijk om te erkennen dat ‘de traditionele kijk op architectuur niet neutraal is’. De mannelijke witte norm is bepalend voor de ‘regels’ die in de sector gelden, voor de output, voor wie er gezien wordt, en of die persoon gezien wordt als architect, of als de vrouwelijke/zwarte/oude/jonge etcetera uitzondering. De opgave is volgens haar om die normen te bevragen.
Zelf denk ik dat structurele verandering onmogelijk is zonder ingrijpen van bovenaf. Laten we Scandinavië volgen, met gratis kinderopvang en langdurig ouderschapsverlof voor beide ouders. Valk wijst op het tendersysteem aldaar, waar inclusiviteit een eis is om als bedrijf in aanmerking te komen voor grote bouwopdrachten. Dat klinkt goed. Al blijf ik benieuwd hoe het zou zijn om te leven in een land als Thule.
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant.