Krolls (on)gelijk
20 september 2022, 9:00
Kroll – Lucien Kroll. Ik moet bekennen dat ik behalve zijn naam, en dat hij de markante flat-met-huisjes-op-het-dak in mijn woonplaats Haarlem ontwierp, tot voor kort weinig over hem wist. Afgelopen zomer pas leerde ik, door het schrijven van een postuum, de Belgische architect beter kennen.
Het was de Groningse architect Rob Hendriks die mij informeerde dat zijn voormalige leermeester op 95-jarige leeftijd was overleden, en hielp bij het maken van een karakterschets. Zo vertelde hij dat er eens een Japanse architectuurfotograaf naar het bureau belde, die het project dat hij moest fotograferen niet kon vinden. Toen uit zijn beschrijving bleek dat hij midden in de betreffende wijk stond – hij had Krolls architectuur niet als zodanig had herkend – vatte de architect dat op als een compliment. Hoe een gebouw er uit zag, vond Kroll volstrekt onbelangrijk; het ging hem erom dat het werkte, door zich te voegen naar de omgeving en vooral naar de bewoners.
Kroll is sindsdien regelmatig in mijn gedachten. Schrijvend aan een interview met het Belgische bedrijf CitizenLab, over de rol van burgerparticipatie bij het bouwen aan een gezonde stad (zo toont onderzoek dat bewoners die zich betrokken voelen bij hun buurt, minder naar de apotheek gaan), denk ik: dat deed Kroll toen al. Modulair bouwen – een onderwerp dat nu helemaal hot is, en waarover ik gevraagd werd om een voordracht te houden – idem dito. Als ik met een ontwikkelaar spreek over mogelijkheden voor (meer)generatiewoningen, die door de flexibele indeling aangepast kunnen worden bij een veranderende gezinssamenstelling, hoor ik Kroll vanuit het hiernamaals verzuchten: jongens, dat heb ik allang bedacht.
Al die thema’s komen bij elkaar in zijn meesterwerk la MéMé, het complex voor studenten van de medische faculteit dat hij tussen 1968 en 1972 samen met de studenten in Brussel bouwde, als een reusachtige, ‘co-creatief’ gemaakte lapjesdeken.
Kroll was zijn tijd ver vooruit, zegt Hendriks. Of: hij werd vijftig jaar te vroeg geboren. Maar la MéMé, waarin jaren aan collectieve kennis en ervaring ligt opgeslagen, staat er nog. Toch is het niet zo dat er nu bussen vol gemeentebestuurders, ontwikkelaars en architecten naar toe rijden om te zien hoe je niet alleen kunt lullen over participatie en betaalbare woningbouw op basis van slimme, flexibele (zelf)bouwsystemen, maar het ook daadwerkelijk kunt doen. Het gebouw, dat al talloze functiewijzigingen in zich heeft opgenomen en zo voortdurend transformeert, staat te verkommeren.
Hendriks vreest dat nu Kroll er niet meer is, niemand zich nog zal verzetten tegen de sloopplannen die al jaren leven. Hij wil het tij keren. Tijdens een symposium in 2016 presenteerde hij samen met architectuurstudenten een plan om het gebouw te behouden, wat iets paradoxaals heeft bij een ontwerp dat bedacht is om mee te veranderen met de gebruikers. Zijn idee is om juist die kwaliteit te bewaren, terwijl het complex bouwkundig opgeknapt wordt en de gevels vernieuwd. MéMé als monument van duurzaam bouwen.
In een interview dat de Zwitserse curator en criticus Hans Ulrich Obrist en architect Rem Koolhaas in 2012 met Kroll hielden, bekende Koolhaas dat hij la MéMé aanvankelijk afgrijselijk vond, maar gaandeweg bewondering voor het project had gekregen. Hij bood aan om mee te denken over mogelijkheden tot behoud, maar Kroll wilde niets van Koolhaas weten, antwoordde: jij was toch die architect van fuck the context?
Dat is het enige dat Hendriks zijn leermeester verwijt: dat hij die uitgestoken hand niet aannam. Ik zie hier nog een les die we van Kroll kunnen leren: gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen.
Hendriks heeft nu zelf maar een e-mail gestuurd naar Koolhaas: of hij nog steeds wil meewerken aan een reddingsactie.
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant.