Erfgoedlogica
20 april 2021, 9:34
“Dit doet me pijn”, zegt curator Jorn Konijn terwijl hij kijkt hoe bouwkranen rond het gestripte Tripolis-complex een gigantische flat optrekken. Het in 1994 door Aldo en Hannie van Eyck ontworpen bedrijfsverzamelcomplex, strategisch gelegen op de rand van de Amsterdamse Zuidas, wordt door FLOW development herontwikkeld tot een ‘eco-bewuste’ campus voor taxibedrijf Uber. Designed with the guiding principle of protecting and embracing the existing, iconic Tripolis buildings, staat op de schutting rond de bouwplaats. Het ontwerp van MVRDV omarmt het complex letterlijk, met die metershoge muur. Van Eyck-liefhebber Konijn vindt dat het gebouw wordt “overmeesterd”.
Het project staat niet op zichzelf. Het Hubertushuis aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam – in 1973 gebouwd voor de opvang van eenoudergezinnen – is eerder getransformeerd tot een hip hotel. In Den Haag zijn er plannen om de Algemene Rekenkamer, in de jaren ‘90 door de Van Eycks uitgebreid, ‘ingrijpend’ te verbouwen. Rijksbouwmeester Floris Alkemade maakt zich daar zorgen over en heeft Van Eyck-kenners en -nazaten gevraagd om zich te verenigen in een club die kan adviseren over de omgang met het erfgoed. Konijn, die een PhD doet over de tentoonstellingen van Van Eyck, is de benjamin van die club.
Mij valt juist op dat er een hernieuwde interesse is onder (jonge) architecten voor Hannie en Aldo Van Eyck en de Forum groep waartoe zij behoorden. Zo ziet architect Afaina de Jong, die zich sterk maakt voor een inclusievere architectuur, het Hubertushuis als een voorbeeld van hoe ontwerp kan bijdragen aan de veiligheid voor vrouwen in de stad. En zo toonde bouwkundestudent Melle Haak in zijn documentaire Sprekend Stil, over de impact van de coronacrisis op de architectuur, hoe bewoners tijdens de lockdown de straat als verlengstuk van hun huis gingen gebruiken. The city as a house, the house as a city, zoals Van Eyck zijn ideaal verwoordde.
De interesse van deze architecten zegt ook iets over de ruimtelijke kwaliteiten en het sociaal engagement dat we momenteel missen. En dat gemis heeft een directe relatie met de transformatie van gebouwen als Tripolis, denkt Konijn. Opdrachtgevers hebben toch de neiging het te zien als inwisselbaar vastgoed.
Sjoerd Lycklama van FLOW development kreeg het advies om de organisch gevormde Tripolis-torens, met kozijnen in alle kleuren van de regenboog, plat te gooien. Maar hij doorzag ‘de kracht van heritage’. ‘Tegenwoordig vinden jonge innovatieve bedrijven het ook gaaf om in gebouwen met een bijzondere geschiedenis te zitten’, vertelt hij in een interview.
Wat ze straks van die geschiedenis meekrijgen? Wie weet komt er ergens een bordje te staan, in de sfeer van de informatiezuil bij de speelplaats op het Bertelmanplein, die de herinnering aan Aldo en Hannie van Eyck levend moet houden. Hier ontwierp Van Eyck in 1947 de eerste van ruim 700 Amsterdamse speelplaatsen. Daarvan zijn er nog 25 over. Konijn, die om de hoek woont, vertelt dat buurtbewoners het idee hebben om deze speelplaats te vervangen door een jeu de boulebaan. Hij heeft een tegenvoorstel gedaan bij de gemeente: plaats de jeu de boulebaan op het loze stuk grond achter de informatiezuil en renoveer het plein, voortbouwend op het gedachtegoed van de Van Eycks.
De aanbestedingstekst voor de Algemene Rekenkamer klinkt beloftevol. ‘Aldo en Hannie van Eyck stonden bekend als humanistische ontwerpers die de mens als gebruiker centraal stelden. Maar de mensen die het gebouw gebruiken zijn tot de conclusie gekomen dat het niet meer aan hun wensen voldoet. Het Rijksvastgoedbedrijf is van mening dat bij dergelijke contradicties sprake is van een ontwerpopgave’. En noemt het ‘een logisch vervolg van het proces’ om deze principes – die tegelijkertijd de ambities zijn – als uitgangspunt mee te geven aan ontwerpers in de huidige tijd.
Het lijkt logisch, maar bij circulariteit wordt eerder gedacht aan recycling van materialen, water en energie terwijl het architectonisch gedachtegoed bij het grofvuil belandt. Laten we voorbij het stoffelijke kijken, hoe de filosofie van waaruit Aldo en Hannie van Eyck werkten onderdeel kan worden van de vernieuwing van hun gebouwde oeuvre.
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant. Ze is hoofdredacteur van het Jaarboek ‘Architectuur in Nederland’ en was gasthoofdredacteur van de uitgave van architectuurtijdschrift A+U (jan. 2020) over de Nederlandse architectuur in het afgelopen decennium.