Zwelgen in comfort
19 maart, 9:45
Mijn zoon wil een stoel ‘met een kussen dat het doet’. Na een wandeling door de Kennemerduinen staan we bij het bezoekerspaviljoen voor een drankje op het terras, en ik heb geen idee waarover hij het heeft. Hij legt uit dat er tegenwoordig warmtekussens op de stoelen liggen, wijzend op een label met een lichtje, dat aangeeft of het kussen is opgeladen. Ik kan alleen maar denken: waar sláát dit op? Het is niet koud, sterker: we zitten in de warmste februarimaand ooit. Om klimaatopwarming te stoppen moeten we energie besparen, in plaats van zogenaamd duurzame luxevoorzieningen introduceren. Want dat is wat bedrijven als Stoov en Sit&Heat ons willen doen geloven: hittekussens zijn goed voor het milieu, omdat ze zuiniger zijn dan terrasheaters. Punt is: er waren hier nooit terrasheaters. Voor wie het koud had, lagen er dekentjes op de stoelen.
De warmtekussens zijn onderdeel van de ‘make-over’ die het bezoekerscentrum onlangs heeft ondergaan. Eerder werden het café-interieur, het terras en de tentoonstellingsruimte al vernieuwd, nu zijn de horeca en vergaderzaal compleet op de schop gegaan. En dat terwijl het gebouw, ontworpen door BBHD architecten, pas tien jaar oud is. Het werd in 2013 gebouwd ter vervanging van het oude duincafé aan de overzijde van de provinciale weg; dat was erg klein en alleen te voet of per fiets bereikbaar. Geïnspireerd door een hoeve die hier ooit stond, hebben de architecten het nieuwe bezoekerscentrum ontworpen als een ‘schuur’ met een constructie van hout en een rieten dak vol zonnepanelen. Mede dankzij de ligging aan een gigantische parkeerplaats trekt het veel publiek; het bezoekersaantal groeide sinds de opening van 80.000 naar bijna 300.000 per jaar. De keukenruimte werd te klein om al die mensen te bedienen, en is daarom verruimd. Ook is door het Nationaal Park Kennemerduinen ‘veel onderzoek verricht naar de visie en identiteit en de doelgroepen van het park’. Daaruit bleek dat ‘het huidige horeca-, en vergaderconcept onvoldoende hierbij aansloot.’
Kennelijk bood het bestaande – prettig onpretentieuze – café-interieur niet de juist ambiance voor het nuttigen van vegan roze koeken, biologisch speciaalbier en oesterzwambitterballen. Daarom is het interieurbureau ESTIDA, gespecialiseerd in ‘markante horecaconcepten’, gevraagd om er een hippe toestand van te maken, met oudroze en mosgroene velours banken en barokke muurprints.
Ik moest denken aan de zucht die Rem Koolhaas slaakte tijdens een interview dat ik, samen met Volkskrant-collega Bob Witman, met hem had in 2013. Het gesprek ging onder andere over de economische crisis waarin we zaten, en of die ook kansen voor betere architectuur bood. Koolhaas antwoordde dat er niet per se minder werk was, maar het ‘minder makkelijk naar je toe komt’. Hij zei dat ‘het probleem van Europa die gemakzucht is’, en dat het in de politiek ‘alleen maar over spionage en wellness’ ging. Daarop volgde een lange diepe zucht, waarbij hij iemand speelde die zwelgt in comfort. Hij vroeg of we het Conservatorium Hotel in Amsterdam kenden. Ik begreep niet wat hij bedoelde; was het walgelijk, die Design Spa daar? Nee, walgelijk bedoelde hij niet; Koolhaas zwom er zelf ook weleens. Het ging hem erom dat ‘een hele generatie alleen maar uit is op comfort’. ‘Ik gun het iedereen, maar ik vind het niet de meest energieke manier om op dit moment te bestaan.’ Hij was blij was dat hij nog een tijd had meegemaakt ‘dat comfort niet vanzelfsprekend was’.
Ik gun mijn twaalfjarige zoon ook comfort, maar kan het niet nalaten om te zeggen waarom ik hittekussens onzin vind. Uit protest kies ik een stoel met een kussen dat het niet doet.
Kirsten Hannema is architectuurcriticus en schrijft voor diverse media waaronder De Volkskrant.