Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jenny Vermeeren (Woonstad) en Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jenny Vermeeren (Woonstad)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jeroen Geurst (Geurst & Schulze Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jeroen Geurst (Geurst & Schulze Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Douwe Boonstra (voorheen Studio M10 en nu KAW)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Douwe Boonstra (voorheen Studio M10 en nu KAW)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Gus Tielens (Korth Tielens Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Gus Tielens (Korth Tielens Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Floris van der Poel (De Zwarte Hond)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Floris van der Poel (De Zwarte Hond)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Irene Ponec (Ymere) en Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Irene Ponec (Ymere)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Irene Ponec (Ymere) en Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jenny Vermeeren (Woonstad) en Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jenny Vermeeren (Woonstad)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jeroen Geurst (Geurst & Schulze Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jeroen Geurst (Geurst & Schulze Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Douwe Boonstra (voorheen Studio M10 en nu KAW)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Douwe Boonstra (voorheen Studio M10 en nu KAW)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Gus Tielens (Korth Tielens Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Gus Tielens (Korth Tielens Architecten)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Floris van der Poel (De Zwarte Hond)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Floris van der Poel (De Zwarte Hond)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Irene Ponec (Ymere) en Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Irene Ponec (Ymere)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Irene Ponec (Ymere) en Daan Roggeveen (MORE Architecture)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh

Zeven lessen rond het ontwerp van sociale woningbouw

2 oktober 2023, 13:00
Hoe geven we onze ontwerpcultuur rond sociale woningbouw nieuw elan? Die vraag stond centraal op het symposium dat Architectenweb, MORE Architecture en Pakhuis de Zwijger op maandag 25 september 2023 organiseerden. In een boeiende en drukbezochte middag bespraken we dit urgente thema met woningbouwcorporaties en architecten. Zeven lessen.

1. Overheid, geef woningcorporaties meer financiële slagkracht
De verhuurdersheffing is dan wel afgeschaft, de opbrengst daarvan is voor bijna de helft meteen weer ongedaan gemaakt door een opgelegde huurkorting. Daarbij betalen woningcorporaties momenteel ook een extra vennootschapsbelasting (die een meerderheid in de Tweede Kamer ondertussen wel weer wil afschaffen). Kijkend naar de lange termijn moeten Jenny Vermeeren (Woonstad) en Irene Ponec (Ymere) concluderen ‘dat we onszelf opeten’, dus dat er meer woningen afgestoten moeten worden dan er nieuw gebouwd kunnen worden. Binnen de huidige financiële kaders neemt de voorraad van sociale woningen af. Dat is natuurlijk niet wat we willen.

En dat terwijl dezelfde overheid de woningcorporaties vraagt om honderdduizenden betaalbare woningen bij te bouwen. Overheid, geef de woningcorporaties daar dan de financiële slagkracht voor!

Bij de ontwikkeling van woningbouwprojecten kan het interessant zijn om de bouw van sociale woningbouw te combineren met de bouw van koopwoningen of huurwoningen in de vrije sector. Op het symposium liet Jeroen Geurst (Geurst & Schulze Architecten) zijn ontwerp voor De Dichters in Amsterdam West zien, waarin de sociale woningbouw en koopwoningen een coherente buurt vormen met interessante schaalverschillen en zorgvuldig ontworpen overgangen tussen de openbare ruimte en de woningen. 

Voor woningcorporaties zitten er echter allerlei haken en ogen aan het tegelijkertijd bouwen van sociale woningbouw en koopwoningen. Wat een woningcorporatie ‘verdient’ met de koopwoningen kan het niet zo eenvoudig inzetten voor de sociale huurwoningen in hetzelfde gebied. Naar Geursts idee zijn dat juist wel interessante constructies. De overheidsregels daaromtrent zouden flexibeler moeten worden, vindt hij.

Ponec en Vermeeren benadrukten ook dat er in de tijd steeds meer opgaven bij de woningcorporaties zijn neergelegd. Ouderen die voorheen naar een verzorgingshuis gingen, blijven nu langer in hun woning zitten, waar ze zorg op maat nodig hebben. Aan de woningcorporaties om dat maar op te lossen.

Uit onderzoek is ook gebleken dat eenzame mensen veel meer zorg nodig hebben, vertelde Ponec. Het voorkomen van eenzaamheid levert een significante vermindering van de zorgvraag op. Maar als de woningcorporaties daar extra in investeren, zien zij daar niets van terug. Daar zou wat Ponec en Vermeeren betreft door de politiek veel beter over nagedacht kunnen worden. Investeren in goede buurten levert veel en veel meer op dan vaak gedacht wordt.

2. Woningcorporaties, durf de regie te pakken en te kiezen voor kwaliteit
Er is maar een beperkt aantal woningcorporaties dat bij bouwprojecten zelf echt de regie houdt en echt voor kwaliteit kan gaan, stelde Jeroen Geurst (Geurst & Schulze Architecten). Het overgrote deel van de woningcorporaties besteedt de ontwikkeling en bouw van projecten uit, vaak aan ontwikkelende bouwers. Voor woningcorporaties betekent dat een beperking van het risico. Maar een bouwer is gericht op de realisatie, niet op architectonische kwaliteit. Het is niet uitzonderlijk dat architecten daarbij gevraagd worden om een SO+ te maken, en meer ook niet. Een aardige tekening van de gevel voor de Welstand en omgevingsvergunning. De bouwer werkt het verder zelf wel uit.

Woningcorporaties, durf de regie te pakken en te kiezen voor kwaliteit, hield Geurts het publiek voor. Haal de expertise weer terug in huis, ontwikkel je projecten zelf, geef architecten een volwaardige rol en ga voor kwaliteit. Alleen dan komen echt goede projecten, zoals De Dichters in Amsterdam West, tot stand, aldus Geurts. En zo kon hij nog een aantal projecten laten zien, waaronder in Den Helder. Een goed proces, waarin de juiste accenten gelegd worden, levert zoveel meer op voor de bewoners en de buurt.

3. Denk van tevoren goed na over het bouwsysteem
Bouwen in hout is heel anders dan bouwen in beton. Zo is de noodzakelijke verdiepingshoogte bij bouwen in hout meestal hoger, wat regelmatig aanpassingen vraagt aan de stedenbouwkundige envelop, stelde Irene Ponec (Ymere). Bij bouwen met prefab houten modules (3D) spelen maximale breedtes in het vervoer over de weg een rol; bij bouwen met prefab houten elementen (2D) kan de ideale overspanning kleiner zijn dan bij betonnen bouwsystemen. Daarbij is de bouwtijd van houten gebouwen meestal een stuk korter.

Om succesvol vorm te kunnen geven aan de materiaaltransitie, en de bijbehorende reductie van materiaalgebonden CO2, moeten woningcorporaties kennis hebben over de verschillende bouwsystemen. Woonstad en Ymere hebben die kennis opgedaan en raden andere woningcorporaties aan om hetzelfde te doen.

Voor de bouw van haar projecten werkt Ymere samen met een aantal vaste bouwers, dat het co-makers noemt. De samenwerking met dezelfde bouwers over meerdere projecten zorgt ervoor dat opgedane ervaring en kennis van het ene project meegenomen wordt naar het volgende. Dat levert heel veel op, ziet Ponec. Die samenwerking met de bouwers wordt iedere vijf jaar vernieuwd. 

4. Maak vroeg in het ontwerpproces scherpe keuzes
Het ontwerpen van sociale woningbouw luistert enorm nauw. Je komt er alleen uit als je voorin het proces, in de fase van het schetsontwerp (SO), alle parameters die van invloed zijn op het ontwerp goed in kaart brengt en daarmee een plan maakt waarin enerzijds de belangrijkste keuzes gemaakt zijn, maar waarin anderzijds ook nog enige bewegingsruimte zit. Dat is de overtuiging van Floris van der Poel (De Zwarte Hond) en hij illustreerde dat aan de hand van zijn ontwerp voor een woontoren met sociale huurwoningen in Almere Duin. In de grootte van de woningen zat daar in het begin van het ontwerpproces nog speelruimte. Ook slaagde hij erin voor de gevel van het gebouw al in die fase enige diepte in te bouwen. Later krijg je dat soort kwaliteiten er niet meer in, stelde hij.

Vervolgens kan dat stevige concept in de fase van het voorlopig ontwerp (VO) en definitief ontwerp (DO) zo uitgewerkt worden dat de kwaliteit echt gerealiseerd wordt, ging Van der Poel verder. Bij de woontoren in Almere: een fraaie luifel steunend op een enkele kolom, diepte in de metselwerk gevel, brede glazen puien die uitkomen op goede balkons, betonnen kaders rond de ramen in de kopgevels en een dakrand die net hol loopt. Allemaal elementen waardoor er een stevig gebouw staat, aldus Van der Poel.

In de plint van de woontoren is een wijkbureau gevestigd en in de nieuwe duin, waarin het gebouw staat, is ook een kinderopvang opgenomen. Daarmee is de woontoren ook programmatisch stevig ingebed in de buurt, stelde hij.

De noodzaak om scherpe keuzes te maken bij de start van het ontwerpproces geldt ook voor woningcorporaties, weet Irene Ponec (Ymere) uit ervaring. Hoe gerichter de uitvraag is, hoe groter de kans op succes. Dat betekent heldere uitgangspunten en intenties, en een goede selectie van partners. 

5. Maak integraal ontwerpen mogelijk
Om appartementen op het niveau te brengen van de passiefhuis-standaard helpt het om ze te voorzien van serres. Een serre vormt in ieder seizoen een buffer met buiten: in de winter is het een buffer tussen de kou buiten en de warmte binnen, in de zomer werkt het precies andersom en helpt de serre om de warmte buiten te houden. In het voor- en najaar biedt de serre daarbij juist aanleidingen om eerder ‘buiten’ te zitten.

In de Gestelse buurt in ‘s Hertogenbosch is naar ontwerp van Studio M10 en KAW nieuwe sociale woningbouw voorzien van woningbrede serres. De balkonranden werken daarbij meteen ook als luifels, die in de zomer de binnengevel beschaduwen en waar in de winter de zon juist wel onderdoor valt om het interieur te verwarmen.

Sociale woningbouw met woningbrede serres, dat lukt alleen door volledig integraal te werken, met adviseurs die willen mee-ontwerpen, stelde Douwe Boonstra (Studio M10, ondertussen onderdeel van KAW). Bij dit project vielen deze adviseurs onder de architect. Met de adviseurs is een degelijk klimaatconcept voor het woongebouw ontwikkeld dat financieel haalbaar was. Met de serres hebben de bewoners feitelijk negen maanden per jaar een extra kamer in hun appartementen, zo omschrijft Boonstra het.

Om tot een circulair gebouw te komen met een hoogwaardige uitstraling, heeft Boonstra een prefab betonnen bouwsysteem ontwikkeld. Richting de uitvoering kan dat de keuze voor een aannemer misschien wat limiteren, gaf hij aan, maar hier is het gelukt om het woongebouw voor een goede prijs te realiseren.

De sociale woningbouw in de Gestelse buurt is voorzien van een groendak met eronder een flinke waterberging. Boven het groendak is een elegante constructie ontworpen voor de PV-panelen. Die panelen leveren meer elektriciteit op dan het gebouw nodig heeft. Hoe dat allemaal kan? Integraal werken, in een goed team. Dat is wat Boonstra betreft de sleutel.

6. Het hoeft er niet uit te zien als sociale woningbouw, beter van niet zelfs
Over het ontwerp van de Eenhoornblokken in Amsterdam Oost krijgt Gus Tielens (Korth Tielens Architecten) regelmatig de opmerking ‘dat het er niet uitziet als sociale woningbouw’. Bij het ontwerp van De Jakoba op Overhoeks gaan de opmerkingen nog verder, vertelt Irene Ponec (Ymere): sommige mensen vinden dat gebouw zelfs mooier dan sommige andere woonblokken in de buurt waar dan koopwoningen in zitten.

Het klinkt als complimenten, maar Tielens en Ponec horen er ook kritiek in: alsof het niet zo zou mogen zijn. Bij een tender is Tielens met haar bureau onlangs afgewezen omdat het gemaakte ontwerp en ‘er niet als sociale woningbouw uitzag’ en de beoordelingscommissie zich afvroeg of ze de opgave wel hadden begrepen. Maar waarom zou sociale woningbouw er zo uit moeten zijn? Verdienen mensen met een wat lager dan gemiddeld inkomen geen goede woningen? Wat een onzin, stelden Tielens en Ponec.

Floris van der Poel (De Zwarte Hond) sprak in deze context over ‘labelneutraal ontwerpen’. Met zijn team ontwerpt hij graag gewoon hele goede woongebouwen waarin het verschil tussen de sociale woningbouw en de reguliere woningbouw niet af te lezen is. Sterker nog, een dergelijke architectuur kan het ook mogelijk maken om gedurende het ontwerpproces nog wat te sleutelen aan de verhouding tussen de verschillende woningtypes.

De verschillen tussen een sociale huurwoning en bijvoorbeeld een vrije sector huurwoning is vaak niet eens zo groot, legde hij ook uit. Waar een sociale huurwoning vaak meerdere kleinere slaapkamers heeft, heeft de vrije sector huurwoning vaak minder en grotere slaapkamers. En waar een sociale huurwoning het met een enkele wasbak moet doen, zijn er vaak in de vrije sector meerdere wasbakken. Het verschil zit ‘m vaak in dat soort dingen, naast een mogelijk verschil in woningoppervlakte. 

Binnen gebouwen en gebieden wordt sociale woningbouw nu ook vaak in de tweede lijn gebouwd, op de plekken zonder uitzicht of groen, of iets verder van de hoofdontsluitingsweg of voorzieningen. Ponec hoopt dat patroon toch ook te kunnen doorbreken. Waarom kan sociale woningbouw niet ook voorin een buurt gerealiseerd worden?

7. Ontwerp voor bewoners niet alleen prettige woongebouwen maar vooral ook fijne buurten
Bij Woonstad, de grootste woningcorporatie van Rotterdam, staan de bewoners centraal, legde Jenny Vermeeren uit. En als je van daaruit redeneert dan zijn alle schaalniveaus van belang. Het begint bij de woningplattegrond, die moet voor de bewoner(s) werken; vervolgens gaat het om de semi-publieke ruimte in het gebouw, die moet prettig zijn en ontmoeting met buren ondersteunen; daarbuiten gaat het om de uitstraling van het gebouw, bewoners moeten er trots op kunnen zijn; vervolgens gaat het om de openbare ruimte rond het gebouw, die moet plezierig, groen en veilig zijn; en tenslotte gaat het ook over de buurt, hoe die in elkaar zit. De opgave beperkt zich dus niet tot het ontwerp van woongebouwen, het gaat echt om het ontwerp van fijne buurten, benadrukte Vermeeren.

Nieuw elan
De kwantitatieve woningopgave waar we in Nederland voor staan, is ook een kwalitatieve opgave, benadrukte architect en moderator Daan Roggeveen (MORE Architecture). Sinds de invoering de Woningwet in 1901 hebben de beste architecten van het land sociale woningbouw ontworpen: Berlage, Oud, Van Tijen, Mecanoo, OMA, MVRDV, enzovoorts. De ontwerpcultuur rond deze opgave zorgde voor goede woongebouwen, innovatieve woningplattegronden en de doorbraak van nieuwe bouwsystemen. Tot tien jaar geleden de woningcorporaties, in reactie op de kredietcrisis van 2008, vanuit het rijk grotendeels vleugellam gemaakt werden.

De afschaffing van de verhuurderheffing biedt nu de kans om onze ontwerpcultuur rond sociale woningbouw te hervinden. Van de miljoen woningen die in Nederland gerealiseerd moeten worden, moet grofweg een derde door de woningcorporaties gerealiseerd worden. Hoog tijd voor nieuw elan voor sociale woningbouw vanuit alle overheden – van Rijk tot gemeenten – en vanuit woningcorporaties, ontwikkelaars, architecten, adviseurs en bouwers. Terug naar een voorbeeldstellende sociale woningbouw!


Het symposium rond sociale woningbouw is hieronder of in de videogids van Architectenweb terug te kijken.

https://vimeo.com/869291487
Toon alles

Andere nieuwsberichten

Woontoren voor jongeren op Oostenburg vormt roestbruin accent langs het spoor

26 april, 3:50

EU Mies Award 2024 voor studiepaviljoen Technische Universiteit Braunschweig

26 april, 1:57

Sofie De Caigny nieuwe voorzitter Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam

26 april, 12:15

Podcasts en publicatie over realiseren ruimtelijke kwaliteit bij stedelijke ontwikkeling

26 april, 10:47

Woontorens The Grace worden lager dan gepland

26 april, 2:37

Tweede Kamer neemt nieuwe huurwet aan

26 april, 11:24

Brabant gaat door met stikstofaanpak en ziet op termijn ruimte

26 april, 9:00

Kamer wil ‘tochtkorting’ voor huurder slecht geïsoleerde woning

25 april, 5:21

Provincie Friesland en gemeenten weer op één lijn over woningbouw

25 april, 1:46

Vastgoedadviseur: winkelleegstand binnensteden loopt op

25 april, 9:31
Michiel van RaaijHoofdredacteur
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
Intal BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan