“Sociale duurzaamheid is ons uiteindelijk streven”, vertelt Karin. “Als architecten willen we bijdragen door fijne omgevingen te maken; woningen, kantoren, wat dan ook. Circulariteit staat nu in het middelpunt van de belangstelling, maar voor ons is het een middel in dienst van toekomstbestendigheid. En voor iedereen! Momenteel is duurzaamheid vaak nog een luxeartikel voor de
happy few, maar wij vinden het bijvoorbeeld juist belangrijk om woningcorporaties te helpen om dat doel ook in sociale huurwoningen dichterbij te brengen.”
“Let op: nu komen de écht activistische verhalen!”, waarschuwt Saskia. “Want behalve een middel is circulariteit ook een tussenfase. De term circulair zal weer verdwijnen op het moment dat we ons als mens weer gezond tot de natuur weten te verhouden. Door de manier waarop we nu vervuilen en vernielen zijn we systematisch onze eigen leefomgeving aan het vernietigen. We moeten de balans herstellen, opnieuw leren hoe we op een duurzame en respectvolle manier onderdeel van die natuur kunnen uitmaken.” Karin beaamt dat direct: “Onderdeel van, inderdaad. Kees Klomp, iemand mij zeer inspireert, schreef laatst hoe hij zich ergert aan de term rentmeesterschap. Wij staan niet boven de natuur als een soort van uitverkorenen; we zijn hooguit te gast op deze aarde en we moeten letterlijk en figuurlijk onze plek weer leren kennen. Voor architecten betekent dat opruimen in plaats van vernietigen – regeneratief u
rbaniseren, zou je kunnen zeggen. En alleen als het echt nodig is, want in de R-ladder van Cramer staat Refuse nog altijd bovenaan. We moeten onszelf eraan blijven herinneren dat je ook kunt besluiten om dingen níet te doen.”
“Steeds meer willen zit heel diep in mensen. Kijk naar alle ruimte die we gebruiken voor het opslaan van dingen, troep, spullen, de we nooit gebruiken!”, roept Saskia verontwaardigd. “In die Shurgard-dozen overal, maar ook in onze eigen huizen. Verzamelwoede is een heel schadelijke welvaartsziekte.” Karin benadert het beschouwelijk: “Vóór de agrarische revolutie, toen de mens nog jager-verzamelaar was, was bezit letterlijk een last. Met de betekeniseconomie gaan we voor een deel weer naar die situatie terug. We zien dan vooral weer de waarde van familie, van zorgzaamheid, sociaal contact en vertrouwen.” Saskia verduidelijk direct: “Natuurlijk willen we niet terug in de tijd. Voor nieuwe technologie is juist een hoofdrol weggelegd. We hebben recent allemaal ervaren hoe met name digitalisering ons kan helpen om allerlei dingen slimmer en sneller te doen. Wij geloven in een leefwijze waarin natuur en technologie heel contrastrijk naast elkaar bestaan. Waarin je tussen twee Teams-overleggen door juist heel direct in contact staat met wind, zon en groen. Even de tuin in om wat frambozen te eten, bij wijze van spreken. Zo werken wij hier ook.”
“Het is bovendien een feit dat de mens het op deze planeet nooit eerder zo goed heeft gehad”, relativeert Karin. “Levensverwachting, welvaart, voedselvoorziening; alles is de afgelopen anderhalve eeuw met sprongen verbeterd. Alleen niet op een houdbare manier. Ook zie je dat meer welvaart niet langer automatisch tot meer welzijn leidt. We hebben steeds meer, maar worden er niet steeds gelukkiger van.” Saskia vervolgt: “Waar je vanaf wilt is die alomtegenwoordige, grijze, middelmatige technologie, en die vervangen door de combinatie van hightech en natuur. Weg met domme luchtkanalen die er alleen maar voor zorgen dat het altijd eenentwintig graden is, zodat we geen trui aan hoeven. Of ‘slimme’ verlichtingssystemen die ons bioritme stimuleren na het eerst te verstoren. Weg ermee, ga gewoon naar buiten!”