“Het ging allemaal heel snel toen,” vertelt Janne. “In 2015, nog tijdens mijn afstuderen, ben ik voor mezelf begonnen met mijn eerste project, een transformatie van een oude energiecentrale van Philips in Eindhoven tot het Innovation Powerhouse. Ik was het eerste jaar nog alleen, vaak werkend op het bureau van Margriet Eugelink, met wie ik aan het project samenwerkte. En als ik in Rotterdam was zat ik aan een osb-bureautje, te gast in het kantoor van vrienden, twee verdiepingen boven ons huidige kantoor. Maar vanaf eind 2016 werd
Atelier van Berlo echt een bedrijf.”
Niet veel startende bureaus kunnen meteen aan de slag met een groot bedrijfsverzamelgebouw, realiseert Janne zich. “Mijn vader was de initiatiefnemer. Hij wilde al sinds 2008 een nieuw kantoor, maar wilde niet opnieuw zelf eigenaar zijn zoals bij zijn toenmalige kantoor, dat ontworpen was door diederendirrix.
Hij zag toen dit gebouw, dat wat de gemeente betreft zou worden gesloopt, en was meteen enthousiast. In januari 2015 zijn we begonnen met een inspiratietrip naar Londen om daar te kijken naar andere bedrijfsverzamelgebouwen.”
“De aandacht ging destijds in Eindhoven vooral nog uit naar Strijp-S. En op Strijp-T was toen nog zoveel industrie gevestigd dat er vanuit milieuregelgeving bijna niets kon. Geen kantoorfunctie bijvoorbeeld. Mijn vader is toen de discussie aangegaan of de aanwezige industrie eigenlijk nog wel echt zo moest worden beschouwd. Het grootste deel bestond feitelijk al uit het soort werkplekken dat hij zelf ook wilde realiseren. Onder het motto ‘make, create, innovate’ is dat toen opgelost met een slim toelatingsbeleid. Inmiddels zitten er allerlei soorten bedrijven, van een ontwerpstudio met werkplaats tot allerlei tech-scaleups, maar ook patentrechtadvocaten bijvoorbeeld. En voor die mix werkt het gebouw echt perfect.”
Wie denkt dat het project haar is komen aanwaaien heeft het mis: Janne speelde zelf een sleutelrol in het proces. “Toen mijn vader de gemeente zover had moest hij op zoek naar een ontwikkelende partner. Dat werd Piet Goevaers, die op Strijp-T nog meer panden bezat en dus belang had bij nieuwe kansen voor het gebied. Dat contact kwam via mij. Ik werkte als serveerster bij een cateraar die soms feestjes in huize Goevaers verzorgde. Ik kon het prima vinden met Piet en heb ze toen gekoppeld.”