Selfie met Milad Pallesh (rechts), Joost Ector (midden), Richard Proudley en Leandro van der Lans (links)
Copyright: Studio Pallesh
Eigen studio
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 1
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 4
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 4
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 2
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 2
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 2
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 6
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 6
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K4/5, blok 6
Copyright: Studio Pallesh
Afstudeerproject Pairi Dæza; woonensemble met ommuurde tuin
Copyright: Studio Pallesh
Afstudeerproject Pairi Dæza; woonensemble met ommuurde tuin
Copyright: Studio Pallesh
Afstudeerproject Pairi Dæza; woonensemble met ommuurde tuin
Copyright: Studio Pallesh
Afstudeerproject Pairi Dæza; woonensemble met ommuurde tuin
Copyright: Studio Pallesh
Afstudeerproject Pairi Dæza; woonensemble met ommuurde tuin
Copyright: Studio Pallesh
Afstudeerproject Pairi Dæza; woonensemble met ommuurde tuin
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Oostenburg K3
Copyright: Studio Pallesh
Woonensemble in Uden
Copyright: Studio Pallesh
Woonensemble in Uden
Copyright: Surrend3r / Studio Pallesh
Woonensemble in Uden
Copyright: Studio Pallesh
Nieuwe Gezichten: 
Studio Pallesh
“Weet je het zeker? We hebben namelijk nog helemaal geen opgeleverde projecten.” Zo reageerde Milad Pallesh, naamgever van Studio Pallesh, toen ik hem benaderde voor een interview. Ja hoor, zeker weten. Want wie over niet al te lange tijd rondloopt in de Amsterdamse wijk Oostenburg kan niet om de architectuur van Milad Pallesh heen. Op dit moment zijn daar meerdere projecten in uitvoering waaraan hij, toen nog onder de vlag van zijn vorige bureau Workshop Architecten, meewerkte. Stuk voor stuk mooie, evenwichtige en weloverwogen ontwerpen die juist door een vriendelijk soort bescheidenheid aanspreken. Die delen ze met hun ontwerper, zo blijkt.
“Toen ik in 2016 de Archiprix won was ik al in gesprek met twee andere oud-winnaars, Ard Hoksbergen en Ivar van der Zwan, over de vorming van Workshop Architecten. Drie winnaars in een bureau was ineens een perfect verhaal naar buiten toe! Ook was ik toen een van de kanshebbers voor de
ARC17 Young Talent Award. Het trok de aandacht van Chris Zwiers van OZ, die ons benaderde om samen in te schrijven voor de tender voor Oostenburg Kavel 4/5. Die wonnen we en dat was eigenlijk de lancering van het bureau. Snel wisten ook grote ontwikkelaars ons te vinden, met verschillende nieuwe projecten als gevolg.”

“Vier jaar duurde de samenwerking in Workshop Architecten. We werkten keihard en we deden echt hele leuke dingen. Maar het werd me toch wat te heftig. Het werd steeds zwaarder, totdat ik wist dat ik het zo niet lang meer zou volhouden. Ik was toe aan een nieuw avontuur en wilde het op mijn manier doen. Dus begon ik halverwege 2020 voor mezelf. En dat gaat heel goed!”

Er hangt een prettige sfeer in het atelier van Studio Pallesh, dat gevestigd is op de eerste verdieping van een voormalig kinderdagverblijf naast metrostation Postjesweg in Amsterdam. Het is een fijne lichte ruimte, witte wanden, lichtgrijze vloer, ordelijk en opgeruimd. Blikvanger is de grote maquette van Pairi Dæza, Milads prijswinnende afstudeerproject. De weg naar dat klinkende resultaat was bepaald geen rechte lijn.
Een puber met een plan
“Ik ben geboren in Teheran en was ongeveer drie jaar toen mijn vader besloot dat het roer om moest. Hij wilde voor zijn jongste kinderen een betere toekomst dan het Iran van net na de revolutie en de oorlog kon bieden. Politiek en economisch was het land heel instabiel. Mijn vader was een zakenman en creatief. Hij had fabrieken die schoenen maakten en schoenenwinkels op de goede plekken in Teheran. Die winkels bestaan trouwens nog, ik ben er een paar jaar geleden geweest.”

“Eigenlijk zouden we naar Stockholm gaan, waar mijn vader vrienden had, maar uiteindelijk werd het toch Nederland. Mijn zus was toen al hier om informatica te studeren, wat toentertijd heel bijzonder was voor een Iraans meisje. We kregen snel asiel, want Iran was verre van veilig. We probeerden hier ons leven te hervatten. Wij gingen naar school en mijn vader wilde ook door met zijn vak, maar een eigen bedrijf zat er niet in. Toen heeft hij een baan gevonden in een schoenenfabriek en daar heeft hij de rest van zijn leven gewerkt. Ik denk dat ik mijn creativiteit van hem heb. Hoe hij in één vloeiende lijn een schoen kon tekenen vond ik altijd fascinerend om te zien.”

“We woonden in Nieuw-Vennep, als een van de eerste buitenlandse gezinnen. Dat was grappig, met al die vreemde gebruiken als Sinterklaas en Sint-Maarten. We hadden fijne buren en noemden de buurvrouw eigenlijk meteen al oma. Elke woensdagmiddag gingen we daar knutselen, poffertjes eten en rummikubben. Dat was een hele fijne tijd. Tot mijn vierentwintigste heb ik in Nieuw-Vennep gewoond. Nog steeds voel ik me verbonden met Haarlemmermeer. Net als mijn huidige collega’s Leandro en Richard trouwens, want die komen er ook vandaan. Inmiddels zie ik met een professionele bril op wel dat het een beetje een typisch stukje Nederland is.”
“Ik ging ook in Haarlemmermeer naar school, maar halverwege 4 vwo kwamen de twijfels. Ik wilde eigenlijk liever beroepsonderwijs doen. Bouwkunde leek me fantastisch, de combinatie van techniek en kunst. Ik bezocht een open dag van een mbo Bouwkunde, schreef me in en ben met het vwo gestopt. Dat heb ik een half jaar lang thuis niet durven vertellen, want ik was een nogal introverte puber. Pas na de zomervakantie biechtte ik op dat ik niet meer naar het Herbert Vissers College ging, maar al een half jaar stiekem de bus nam naar Leiden. Daar waren ze niet blij mee. Voor óns hadden ze die stap gemaakt en nu deed ik dít! Maar zelf wist ik dat het mbo alleen maar een eerste stap was. Van daaruit zou ik mijn grenzen gaan opzoeken. Het was een vlucht en een daad van verzet, maar ik had wel een plan. Nu beschouw ik het als de beste stap in mijn leven.”

“Op het mbo bleek mijn liefde voor bouwkunde echt, maar er werd ook duidelijk dat ik niks wist. Mijn medeleerlingen waren lbo-ers die vlotjes een kozijn timmerden, maar ik dacht bij wijze van spreken dat glas direct de muur in kon. Het was dus zeker niet heel makkelijk en achteroverleunen zat er niet in. Aansluitend ging ik naar de hts hier in Amsterdam. En terwijl ik daar zat mocht ik een half jaartje Delft doen. Toen dacht ik: wauw, dit is het! Dat je ook kunstzinnig en poëtisch kon nadenken over onze leefomgeving stimuleerde me enorm. Ik werd nóg fanatieker en was alleen nog maar met architectuur bezig. Na de hts zou ik in twee jaar Delft doen, maar vlak van tevoren bedacht ik me. Het leek me opnieuw te schools, te theoretisch en te massaal.”

“Een combinatie van werken en studeren sprak me meer aan. Leren detailleren en bouwen in de praktijk, en leren ontwerpen en nadenken op de academie. Ik vond het heerlijk. Ik werkte eerst bij Tordoir Van den Berg Architecten in Hoofddorp, waar ik Richard leerde kennen die ik elk weekend meesleepte op excursie. Later ging ik bij Bastiaan Jongerius werken, waar ik ontwerpend detailleren leerde en de stap maakte naar een projectleidersfunctie. En al die tijd ontwikkelde mijn smaak zich ook. Op de hts was ik in de ban van alles wat minimalistisch was. Daarna ontdekte ik Siza, en vervolgens weer andere architecten. Het was een ontdekkingsreis die nog steeds doorgaat. Het begint inmiddels aardig te trechteren. Dat zie ik goed terug in wat ik nu zelf maak.”
Ruimte voor architectuur
“Dat ik na Workshop Architecten voor mezelf ben begonnen is misschien wel opnieuw zo’n stap in dienst van rust en verdieping. Nu heb ik echt de mogelijkheden om projecten de aandacht te geven die ze in mijn ogen nodig hebben. Ook mijn werkwijze raakt inmiddels best aardig uitgekristalliseerd. Ik hou ervan om in elke opgave de puzzel voor de opdrachtgever op de best mogelijke manier op te lossen. Op die manier schep ik ruimte voor mezelf – eigenlijk claim ik die ruimte – om er architectuur van te maken. Dat spel ligt me goed en ik vind het bovendien leuk.”

“Zo heb ik dat bijvoorbeeld ook gedaan bij het laatste van onze projecten die we als Workshop Architecten deden op Oostenburg. Daar ontwierpen we een woontoren van 48 meter hoog. Die heb ik qua structuur echt ongekend efficiënt gemaakt. Vervolgens heb ik gezegd: ik heb nu heel veel geld voor jullie verdiend en in ruil wil ik dat we hele diepe neggen maken en mooie materialen toepassen. Dat was een volstrekt redelijke vraag en die ruimte kreeg ik dus ook. We hebben nu als gevel voor de onderste vijf verdiepingen gepolijst rood beton met rood split als toeslag. Dat houdt zijn kleur en blijft mooi. Daarboven komt gezuurde beton; bijna dezelfde tint, maar zonder glans.”
“Ik vind die architectonische eerlijkheid heel belangrijk. Het moet rationeel zijn en kloppen. Bijvoorbeeld bij het stapelen van materialen, maar ook bouwkundig. Als een betonlatei tussen twee gemetselde penanten lijkt te hangen en dus overduidelijk niet kan doen wat hij moet doen, dan ben je als ontwerper eigenlijk aan het liegen. In de praktijk is het natuurlijk moeilijk om honderd procent eerlijk te zijn. Dan laat ik me inspireren door ontwerpen van bijvoorbeeld David Chipperfield of Max Dudler. Die kun je niet vaak op een leugen betrappen. Daar streef ik ook naar.”

“Maar ik ben er inmiddels wel mee gestopt om te proberen mijn opdrachtgevers te overtuigen met architectonische argumenten. Want of ik het nou leuk vind of niet, je werkt toch in een heel commerciële omgeving, dus daar moet je je op aanpassen. Voor mijn commerciële opdrachtgevers is een gebouw een object dat geld moet genereren. En hoe hard ze ook roepen dat ze gaan voor topkwaliteit: hoe goedkoper wij het maken, hoe meer het oplevert. Dus ga ik de uitdaging aan om uit te zoeken hoe ver ik grenzen kan oprekken en wat ik dan binnen die grenzen voor elkaar kan krijgen. Wel is het aan de andere kant soms frustrerend dat die woningen vervolgens worden opgekocht door grote internationale bedrijven, die er hun expats en ander personeel in onderbrengen. Het is een spel met hele grote getallen geworden, waar gewone mensen nog maar weinig invloed op kunnen uitoefenen.”

“Maar wat ik eigenlijk nog erger vind, is dat we er als architecten in dat spel eigenlijk niet meer aan te pas komen op het meest cruciale moment. Dat is de fase waarin de basis gelegd wordt voor het antwoord op de vraag: wat is nou eigenlijk het verhaal, de essentie van het gebouw dat we hier gaan maken? Ik praat daar vaak over met allerlei collega-architecten. Hoe krijgen we daar opnieuw grip op? Want ik wil eigenlijk meer dan efficiency en mooie details. Voor mij is een aspect als gastvrijheid zeker zo belangrijk.”
Gastvrijheid
Dat thema was destijds ook de kern van Milads afstudeerproject, een woonensemble in Amsterdam Oud-West. Geïnspireerd op zijn eigen opvoeding en op de Perzische cultuur, maar vertaald naar een Nederlandse context. Ook hier straalt de architectuur al rust en evenwicht uit, bijzonder volwassen kwaliteiten voor een afstudeerproject. Een zeer tot de verbeelding sprekend onderdeel van het plan zijn de ommuurde tuinen naar historisch Perzisch voorbeeld, waaraan het project zijn naam ontleent: Pairi Dæza. Letterlijk vertaald betekent het ‘ommuurde tuin’, maar in oud-Perzisch is het niet toevallig ook het woord voor paradijs. “Het idee was om een omgeving te maken waar ik met mijn vader zou kunnen wonen, maar dan breder. Dus niet een plek alleen voor niet-Westerse allochtone ouderen, maar waar iedereen zich welkom voelt. Ik wilde een inclusief stukje stad maken.”

 “Gastvrijheid is heel belangrijk in de Perzische cultuur. Ook bij ons in Nieuw-Vennep stond ’s zomers de deur letterlijk altijd open. Vrienden wisten dat en schoven gewoon aan bij het eten. Met dat thema kun je als architect op allerlei schalen iets doen, van stad tot woning. Ik vind dat een interessante vraag: hoe kan ik de bewoners en bezoekers van mijn gebouwen, vanaf het moment dat ze ermee in aanraking komen, zo gastvrij mogelijk tegemoet treden? Hoe ontvang ik ze op een zo prettig mogelijke manier? Daar ben ik nu veel mee bezig. Goede entrees, die niet anoniem zijn of donker, maar juist ruimtelijk, licht en vriendelijk. Geen oninteressante hokjes, waar je in een lift stapt en als het ware klaar bent met de stad, maar een boeiende route als intermediair tussen de openbare ruimte en de woning. Als een verlengde van de stad, eigenlijk.”

“Ik vind het een uitdaging om mijn culturele achtergrond in te zetten als meerwaarde in mijn ontwerpen. Zonder mijn afkomst te misbruiken om mezelf te verkopen, daar ben ik eerlijk gezegd een beetje allergisch voor. Kijk naar de moskeeën die in Nederland gebouwd worden: vrijwel allemaal nostalgische Alladin-architectuur. Ik heb er geen goed woord voor over. Dan leg je vanuit je achtergrond iets irrelevants aan je omgeving op. Dat moet je niet doen, het klopt niet en het is niet oprecht. Uiteindelijk zijn we in Nederland en zijn we hedendaagse architectuur aan het maken.”
“Ik probeer nu heel sterk te acquireren op projecten waarin ik hier iets mee kan, al is dat zeker niet makkelijk. Laatst hebben we voor een prijsvraag in Uden een prachtig ontwerp gemaakt. Vier woongebouwen van drie verdiepingen met op de begane grond woningen voor ouderen en op de verdiepingen betaalbare woningen voor jongeren. Ook dit plan had een ommuurde collectieve tuin, die door de terrassenvorm van de woningen heel licht en ruimtelijk zou worden. In de plint zou een kleine buurtsuper komen en ook op andere plekken nodigde het ontwerp uit tot ontmoeting. Opnieuw met een hele doordachte stapeling van materialen en strenge gevels. We bereikten de laatste ronde, maar na de presentatie bleek dat de beoordelingscommissie het te massaal, te streng, te commercieel en te gesloten vond voor Uden en ze kozen voor een plan van zes rijke families die allemaal een tiny house wilden. Eerst praten over inclusiviteit en dan kiezen voor het meest exclusieve voorstel. Onbegrijpelijk! Ik ben er nog niet overheen…”
In ‘Nieuwe Gezichten’ onderzoekt architect Joost Ector door middel van een reeks interviews hoe een nieuwe generatie architecten invulling geeft aan hun vak. Wat voor architectuur willen deze architecten realiseren, hoe richten ze hun praktijk in, wat voor wereld hebben zij voor ogen? Ken je een startend architectenbureau dat wat jou betreft in deze serie niet mag ontbreken, stuur jouw tip dan naar redactie@architectenweb.nl.

Andere nieuwsberichten

Woontoren voor jongeren op Oostenburg vormt roestbruin accent langs het spoor

Gisteren, 15:50

EU Mies Award 2024 voor studiepaviljoen Technische Universiteit Braunschweig

Gisteren, 13:57

Sofie De Caigny nieuwe voorzitter Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam

Gisteren, 12:15

Podcasts en publicatie over realiseren ruimtelijke kwaliteit bij stedelijke ontwikkeling

Gisteren, 10:47

Woontorens The Grace worden lager dan gepland

Gisteren, 14:37

Tweede Kamer neemt nieuwe huurwet aan

Gisteren, 11:24

Brabant gaat door met stikstofaanpak en ziet op termijn ruimte

Gisteren, 09:00

Kamer wil ‘tochtkorting’ voor huurder slecht geïsoleerde woning

25 april, 5:21

Provincie Friesland en gemeenten weer op één lijn over woningbouw

25 april, 1:46

Vastgoedadviseur: winkelleegstand binnensteden loopt op

25 april, 9:31
Joost EctorArchitect
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
Intal BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan