Maquettekast Studio Nauta
Copyright: Studio Nauta
Selfie van Jan Nauta (links) en Joost Ector (rechts)
Copyright: Studio Nauta
Tentoonstelling 'The Dynamiacs of Time' bij Bureau Europa
Copyright: Johannes Schwartz
Tentoonstelling 'The Dynamiacs of Time' bij Bureau Europa
Copyright: Johannes Schwartz
Huis in het Bos in Biggekerke, Zeeland
Copyright: Frank van der Salm
Huis in het Bos in Biggekerke, Zeeland
Copyright: Frank van der Salm
Huis in het Bos in Biggekerke, Zeeland
Copyright: Frank van der Salm
Huis in het Bos in Biggekerke, Zeeland
Copyright: Frank van der Salm
Huis in het Bos in Biggekerke, Zeeland
Copyright: Studio Nauta
Huis aan het Meer in Oudega, Friesland
Copyright: Harm van der Weiden
Huis aan het Meer in Oudega, Friesland
Copyright: Frank van der Salm
Huis aan het Meer in Oudega, Friesland
Copyright: Frank van der Salm
Huis aan het Meer in Oudega, Friesland
Copyright: Studio Nauta
Tuin met Woningen in Arnhem
Copyright: Studio Nauta
Tuin met Woningen in Arnhem
Copyright: Studio Nauta
Tuin met Woningen in Arnhem
Copyright: Studio Nauta
Tuin met Woningen in Arnhem
Copyright: Studio Nauta
Tuin met Woningen in Arnhem
Copyright: Studio Nauta
Maquette Rolduckerveld
Copyright: Paul Swagerman
IKC Prins Constantijn in Leeuwarden (in samenwerking met De Zwarte Hond)
Copyright: Jordi Huisman
IKC Prins Constantijn in Leeuwarden (in samenwerking met De Zwarte Hond)
Copyright: Jordi Huisman
IKC Prins Constantijn in Leeuwarden (in samenwerking met De Zwarte Hond)
Copyright: Jordi Huisman
IKC Prins Constantijn in Leeuwarden (in samenwerking met De Zwarte Hond)
Copyright: Jordi Huisman
Nieuwe Gezichten:
Studio Nauta
Het eerste wat bij binnenkomst in het kantoor aan de Maashaven opvalt is de enorme maquette van Rotterdam, die een groot deel van de vloer in beslag neemt. Direct daarna ontvouwt zich het panorama op de werkelijke stad, met aan de overkant van het water Katendrecht en daarachter de skyline van het centrum. “Van hieruit kijk ik recht op mijn eigen huis,” zegt Jan Nauta, oprichter en naamgever van Studio Nauta. “Maar misschien wordt het tijd om weer eens naar een ander stuk van de stad te verhuizen. Op een aantal vlakken is Katendrecht inmiddels haast het tegenovergestelde van waar ik zelf in geloof.” Het werd de opmaat naar een boeiend gesprek.
“Ik ben in Rotterdam opgegroeid en heb sindsdien aardig wat omzwervingen achter de rug. Eerst ging ik een beetje naïef naar Amsterdam om Planologie te studeren, maar daarin miste ik de ontwerpcomponent. Vervolgens ben ik op de HTS terechtgekomen om Architectuur en Stedenbouw te gaan doen, maar al na een jaar ben ik overgestapt naar Industrieel Ontwerpen in Delft. Ik was heel erg aan het zoeken. Vervolgens naar Berlijn en toen toch weer terug naar Amsterdam om de HTS af te maken. Pas toen ging het licht een beetje aan. Na opnieuw een periode in Berlijn zou de logische vervolgstap de Academie voor Bouwkunst zijn geweest of een Master aan de TU. Maa
r eerst deed ik nog een summer school aan de AA in Londen en dat was echt mind blowing. Alles wat ik in Delft miste vond ik daar. Toen ben ik naar Londen vertrokken en daar zes jaar gebleven. Eerst om te studeren en vervolgens om te werken, gedeeltelijk voor de AA en voor een van mijn tutors.”

“Daar ik heb gewerkt aan het Angolese paviljoen voor de Kunstbiënnale van Venetië en aan een boek over Cedric Price dat de AA zelf uitgaf. Lezingen en tentoonstellingen organiseerde ik al toen ik nog student was, dat vond ik hartstikke leuk. Na Londen was het plan om naar München te verkassen. Een oud-docent van me was daar professor en nodigde me uit om een PhD te komen doen over de relatie tussen architectuur en fotografie, met name in het werk van Hans Werlemann rondom de vroege projecten van OMA. Om dat voor te bereiden ben ik terug naar Rotterdam gekomen en toen gebeurde er iets onverwachts.”
Ineens architect
Via een vriend ontmoette ik Herman den Blijker, de tv-kok, en die nodigde me uit om zijn huis te verbouwen. Hij zei: “Jij hebt zo’n grote mond, moet je niet eens een keer iets echts doen?” Dat leek me wel wat, maar in plaats van twee maanden, zoals het plan was, duurde dat een jaar. In dat jaar heb ik een studioruimte gehuurd in het Schieblock en kwam er nog een andere opdracht bij. En toen was ik dus ineens architect. Wel besloot ik om die verbouwing onder de radar te houden. Ik heb er ontzettend veel van geleerd, maar ik vind het heel moeilijk om het te publiceren, want het interieur dat erin is gegaan vond ik niet eh… passend. Bouwkundig en qua licht en lucht is het een prima plan, maar toen bij het inhuizen de container met opgezette dieren weer openging haakte ik af.”

“Het belangrijkste dat ik toen ontdekte was een onverwacht plezier in het echte bouwen. Op school vond ik tentoonstellingen en boeken gewoon veel interessanter en had ik enige minachting voor het bouwen, wat ik zag als de banale kant van de architectuur. Vooral omdat ik er nog nooit écht mee te maken had gehad. Misschien was het uiteindelijk een soort angst om mijn onervarenheid te moeten erkennen, ik weet het niet, maar die compenseerde ik met overmoed. Toen ik vervolgens in de keet zat met de aannemer en ervan langs kreeg omdat er niets klopte van wat we hadden bedacht, was dat wel een plens koud water. Maar Herman steunde me door en door en zei: “Als die Nauta niet blij is, dan gaan we niet bouwen!” Uiteindelijk heb ik er heel veel plezier in detailleren aan overgehouden en inmiddels is dat misschien wel waar als bureau nu onze grootste kracht ligt.”

“Hoe dan ook, ik ben niet naar München gegaan maar in Rotterdam gebleven. Voor Saskia van Stein, die destijds in Maastricht directeur van Bureau Europa was, heb ik toen een tentoonstelling en een film gemaakt, samen met de Rotterdamse filmmaker Victor Vroegindeweij, over de Britse architect Cedric Price. Tegelijkertijd groeide mijn bureautje en deden we verbouwingen van een paar woonhuizen en een school. Meer zat er vanwege de crisis toen niet in – we hebben het over 2014, zoiets – maar ik vond het een prima combinatie.”
“Zeker toen we kort daarna onze eerste volledige nieuwbouwopdracht kregen voor een landhuis in Biggekerke, Zeeland, voor drie broers met alle drie een groot gezin. Ook weer een soort roller coaster-achtig leertraject. Hoe ga je om met een gemeente, hoe ga je om met een zeer scherp budget en hoe krijg je een aannemer dan zover dat ook hij zich in bochten wringt om toch iets goeds te maken?”

“We hebben voortgebouwd op de architectuurtraditie van de landhuizen in de bossen op Walcheren; veelal witte huizen met een binnenplaats die zowel tegen de wind als de zon beschermt, want ze hebben er de meeste zonuren van Nederland. Het resultaat bestaat uit een woongebouw en een half verdiept slaapgebouw met twee verdiepingen, verankerd aan een oud schuurtje en een kippenhok, die onderling verbonden zijn met een colonnade. Alleen buitenom inderdaad, wat de opdrachtgever wel een lekker Spartaans idee vond en dat bovendien de natuur goed voelbaar maakt. Samen bezochten we ter inspiratie museum Louisiana bij Kopenhagen, ook een serie grillige, gefragmenteerde gebouwen die een hele innige relatie met het landschap aangaan, juist ook in de beleving vanuit het interieur. Die invloed zie je sterk bij het slaapgebouw, haast een klein hotel, waar je vanaf de trappen heel mooi de blik van de lucht naar het bos en andersom ziet verschuiven.”

“De uitwerking is heel eenvoudig en bewust een beetje grof. Met een dak van Eternit-platen bijvoorbeeld, zoals je dat bij de boerenbedrijven in de buurt ook ziet. De gevels zijn van geschilderd metselwerk met houten kozijnen erin. Bij de colonnade hebben we het metselwerk opengewerkt om een beetje te spelen met verhullen en onthullen. Een heel economische maar vooral effectieve manier om drama te maken. Vooral de schaduwen zijn echt fantastisch mooi.”

“Dit project is voor ons echt heel bepalend geweest. We werden ermee genomineerd voor de Abe Bonnemaprijs en schopten het tot de finale. Niet gewonnen, maar het zorgde wel voor flinke exposure en met name voor een dosis zelfvertrouwen.”
Toch nog prijs
“Dat groeide nog verder toen we met het daaropvolgende huis alsnóg de Bonnemaprijs wonnen. Dat huis was voor mijn ouders, die van Rotterdam verhuisden naar een fantastische plek aan de Oudegaasterbrekken in Friesland, waar we vroeger op vakantie gingen. We kregen alle tijd om het ontwerp te maken en zo kwamen we op het spoor van bouwen in hout. Sinds die veelbekeken uitzending van VPRO Tegenlicht van twee jaar geleden wil nu iedereen met hout werken, maar wij begonnen hier al mee in 2015. We merken dat we nog steeds vooroplopen met onze kennis hierover. Het is prachtig puur bouwen, heel low tech. Alleen de sfeer al op zo’n CLT-bouwplaats: de rust, de eenvoud, die prachtige schroeven…”

“Die ervaring heeft ons ook heel bewust gemaakt van de noodzaak van een grondstoffentransitie, parallel aan de energietransitie. Het zal echt anders moeten; we moeten slimmer bouwen met veel minder en alleen nog verantwoord materiaal. Eigenlijk zit er in CLT al onnodig veel massa. Dat is vanuit duurzaamheidsoogpunt voor met name kleinere projecten niet optimaal. Het breekt de bouw nu ook op, want vanwege een hele ongelukkige samenloop van omstandigheden zijn de prijzen van hout nu haast verdubbeld: corona heeft de zagerijen platgelegd, iedereen wilde ineens klussen, de Chinezen zijn vanwege een conflict met Rusland Europees hout aan het hamsteren geslagen en de Amerikanen doen hetzelfde omdat ze door een virus in de bomen zelf niet kunnen rooien. Dat kon niet goed gaan.”
“Die vraag is echt essentieel: hoe kunnen we vanuit het grondstoffenperspectief verantwoord bouwen? We moeten af van allerlei automatismen. Geen dingen doen omdat we ze altijd zo gedaan hebben, bijvoorbeeld. Denk daarbij aan al die zware betonnen woongebouwen waar dan ook nog eens een laag baksteen omheen gaat, ofwel omdat het programma van eisen er vanuit onderhoudsoverwegingen om vraagt, ofwel vanwege de esthetische voorkeuren in een welstandsnota. Het argument dat de grachtengordel er al vierhonderd jaar prachtig bijstaat overtuigt inmiddels niet meer. Het roer moet om.”

“Doordat je bij houtbouw veel directer met de productie te maken hebt en het voor de meeste aannemers ook nog nieuw is, kun je echt innoveren en sta je als architect weer aan het roer. Voor ontwikkelaar Schipper Bosch werken we nu bijvoorbeeld aan een project, waarbij we ook dieper ingaan op transportbewegingen. We bouwen aan een rivier en onderzoeken nu de mogelijkheid om de prefab onderdelen, die gemaakt worden in Oostenrijk – waar het hout vandaan komt, voor een groot deel al daar te laten assembleren. Vervolgens willen we de elementen per binnenvaartschip naar de bouwplaats laten brengen. Stel je eens voor: een vrachtwagenloze bouw!”
De papegaai op je schouder
“Op die manier zie ik overigens een leuke relatie tussen mijn huidige werk en mijn oude liefde voor Cedric Price. Hij zou in mijn ogen veel meer aandacht verdienen. Je kan hem beschouwen de geestelijk vader van die generatie uit de jaren 70 met vooral een technische insteek, zoals Richard Rogers, Renzo Piano, maar ook Zaha Hadid en Rem Koolhaas. Het idee van extreem adaptieve architectuur was bij Price een hoofdthema; hoe architectuur zich samen met maatschappijen en plekken kan ontwikkelen.”

“Zijn project Fun Palace, uit 1964, is het bekendst en kun je zien als een blueprint voor het latere Centre Pompidou. De Potteries Thinkbelt uit 1966 was daarna een idee voor een universiteit op treinrails, een fantastisch statement over mobiliteit van kennis. Daarop volgde Detroit Think Grid, een project uit 1968, over hoe een soort embedded community college de hele stad Detroit zou kunnen bedienen. Hij suggereerde daarin dat boeken de huizen zouden binnenkomen via de telefoon en voorspelde daarmee dus het internet. Hij heeft overigens nauwelijks projecten gerealiseerd, eigenlijk alleen een vogelkooi in London Zoo. Die is wel heel mooi.”

“Ik vind zijn kritische houding tegenover architectuur nog veel interessanter. Price onderzocht altijd heel nuchter wat er nou echt noodzakelijkerwijs fysiek moest worden gerealiseerd en welke zaken je anders zou kunnen oplossen. Hij is die papegaai op je schouder die af en toe even quasi-naïef een gewetensvraag stelt. Moet je überhaupt wel bouwen?”

“Of slopen, wat dat betreft. Dat was de centrale boodschap in een project dat ik samen met Violette Schönberger en Tim Peeters heb gedaan voor de Rijksbouwmeester, Floris Alkemade. Het heet Flexwonen en richt zich op de vraag hoe je de bestaande woningvoorraad kunt transformeren tot nieuwe woonvormen, die beter aansluiten op de maatschappelijke ontwikkelingen en veranderende woonwensen. Van de zeven gemeenten die als casestudy zijn bekeken hebben we verder ingezoomd op Parkstad Limburg, waar nog zogeheten Wilmaflats staan. Dat was een ooit heel populair bouwsysteem voor galerijflats van aannemer Wilma. In he
el Nederlands staan er nog tussen de tachtig en de honderd. Samen met Arup hebben we een quickscan gedaan van die casco’s en wat je er nog mee zou kunnen doen. Dat bleek verrassend veel te zijn, en om dat te illustreren hebben we een voorbeelduitwerking gemaakt.”

“We hebben daarin laten zien dat je ongekende kwaliteiten kunt realiseren door het patroon van eindeloze woninkjes van twee meter twintig hoog te doorbreken. Je krijgt een beetje de overvloed aan ruimte die je ook nog kon vinden in het Rotterdam of Berlijn van de jaren negentig, maar dan met een prachtig uitzicht over het Limburgse landschap. Zo kunnen die flats ineens gaan dienen als een magneet voor zo’n gebied.”

“Nu worden die flats – wat ons betreft dus ten onrechte – gezien als problematisch en worden ze vaak gesloopt om plaats te maken voor grondgebonden woningen. Wethouders willen met dat beeld ook graag uitstralen dat ze serieus werk maken van transformatie. En zo zie je dat we in tijden van schaarste unieke mogelijkheden aan het weggooien zijn om ze te vervangen door minder, zowel in potentiële kwaliteit als in kwantiteit, waarbij ook nog eens een enorme kapitaalvernietiging en materiaalverspilling optreedt.”

“In dat licht gaat die hele lobby voor een miljoen nieuwe woningen natuurlijk helemaal nergens over. Die woningen staan er allemaal al! In het oosten van Nederland heerst een gigantische leegstand. Onze overheid laat het al jaren afweten; er zouden plannen moeten worden gemaakt die antwoord geven op de vraag hoe we die gebieden weer aantrekkelijk kunnen maken. Dat moet je niet aan bouwers willen overlaten.”
Voorlopig geen manifest
“Ik denk niet in termen van een einddoel waar ik met mijn bureau naartoe wil. Een relatief korte horizon bevalt me tot nog toe prima. Het een leidt vrij natuurlijk tot het ander, heb ik inmiddels gemerkt. Met sommige dingen gaan we gewoon door, zoals het bouwen in hout en het bijdragen aan de grondstoffentransitie. En ik zou wel eens wat over de grens willen doen. In Engeland bijvoorbeeld, waar ik tenslotte lang gewoond heb, of in België, waar het architectuurklimaat momenteel ook heel interessant is.”

“En verder zien we wel wat er op ons pad komt. Op de Architectuurbiënnale van Venetië leerde ik Jeroen de Willigen van De Zwarte Hond kennen. We belandden in een kroeg en na een paar biertjes vroeg hij wat ik nou eigenlijk graag zou willen doen. Ik vertelde dat ik graag aan publieke gebouwen wilde werken. Een paar weken later nodigde hij me uit om samen in te schrijven voor een school in Leeuwarden. We wonnen, en inmiddels is het gebouw klaar. Een prachtige kans voor ons.”

“De opdrachtgever dacht aan volledig nieuwbouw, maar dat leek ons zonde van het sympathieke bestaande gebouw. Het stamt uit de dertiger jaren en was wat dichtgeslibd, maar bezit kwaliteiten die je nooit zou kunnen vervangen. Tot ieders verbazing wonnen we de selectie met een transformatiemodel waarin we het bestaande L-vormige volume spiegelden en een leerplein tussen de twee vleugels plaatsten. Nu is iedereen blij dat het gebouw, waar veel ouders van huidige leerlingen zelf ooit naartoe gingen, behouden is gebleven.”

“Het nieuwe deel heeft een hoofdzakelijk houten constructie en een metselwerk gevel, gemaakt van baksteen in dezelfde tint als het oude deel. Dat zie je niet meteen, want de oude gevel is niet schoongemaakt, maar de relatie is er wel. We hebben de overeenkomsten er bewust niet te dik bovenop gelegd. Ik hou wel van die brute ontmoetingen, van de spanning en de directheid die ontstaat wanneer je oud en nieuw zo unapologetically naast elkaar zet. Wel zijn we echt even in dat metselwerk gedoken, met die bestaande gevel als inspiratiebron. Wat je ziet is allemaal zelfdragend, dus zonder geveldragers. En waar je koppen in tegelverband denkt te zien hebben we een strengperssteen toegepast met een schijnvoegje, dat daarna gewoon mee gevoegd is.”

“Dat grote einddoel heb ik dus niet. Evenmin als een manifest of iets dergelijks. In mijn academische tijd ben ik met manifesten van tal van architecten bezig geweest, en ik heb er ook niks tegen, maar in mijn eigen werk vind ik het wel bevrijdend om gewoon op een soort pragmatische agenda te varen. Misschien komt het ooit nog wel eens, want er zijn natuurlijk wel onderliggende waarden in alles wat we doen. Tegelijkertijd heb ik inmiddels ook geleerd dat dingen waar je aanvankelijk heel kritisch tegenover stond bij nader inzien ook heel leuk kunnen te zijn. Ik ben zelf ook benieuwd waar we zullen uitkomen.”
In ‘Nieuwe Gezichten’ onderzoekt architect Joost Ector door middel van een reeks interviews hoe een nieuwe generatie architecten invulling geeft aan hun vak. Wat voor architectuur willen deze architecten realiseren, hoe richten ze hun praktijk in, wat voor wereld hebben zij voor ogen? Ken je een startend architectenbureau dat wat jou betreft in deze serie niet mag ontbreken, stuur jouw tip dan naar redactie@architectenweb.nl.

Gerelateerde nieuwsberichten

Gerelateerde video's

Andere nieuwsberichten

TALKS about architecture organiseert twee lezingen in januari

2 uur geleden

Bonaire krijgt kleurrijke en volwaardige gemeenschapsbibliotheek

3 uur geleden

Gevel van zonnepanelen voor onderwijscomplex De Kikker

4 uur geleden

BouwBeurs 2025 vanaf 3 februari in Koninklijke Jaarbeurs

Vandaag, 13:20

Nederlandse bureaus gelauwerd bij Prix Versailles

Vandaag, 12:05

Nieuw onderzoek: aantal daklozen verschilt sterk per regio

Vandaag, 11:08

Schoof hoopt dat pensioensector snel weer meepraat over woningbouw

Vandaag, 09:11

Katwijk moet plannen voor woonwijk met 5600 huizen aanpassen

Gisteren, 14:22

Kosten nieuwbouw RIVM na vertraging 136 miljoen euro hoger

Gisteren, 11:54

Platform31: 170.000 extra woonruimten binnen corporatiewoningen mogelijk

10 december, 3:18
Joost EctorArchitect
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
wienerberger
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan