Jan Peter Wingender van Office Winhov
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jan Peter Wingender van Office Winhov
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bernard Colenbrander
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bernard Colenbrander
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bart Biermans van Hub
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bart Biermans van Hub
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Ninke Happel van Happel Cornelisse Verhoeven Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Ninke Happel van Happel Cornelisse Verhoeven Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Rick ten Doeschate van Civic Architects
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Rick ten Doeschate van Civic Architects
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Christian Rapp van Rapp+Rapp
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Christian Rapp van Rapp+Rapp
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Joyce Verstijnen van Bedaux de Brouwer Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Joyce Verstijnen van Bedaux de Brouwer Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Peter Defesche van DVDP
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Peter Defesche van DVDP
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Mechthild Stuhlmacher van Korteknie Stuhlmacher Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Mechthild Stuhlmacher van Korteknie Stuhlmacher Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov), Dirk Baalman, Annuska Pronkhorst (Crimson) en Michiel van Raaij (Architectenweb)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov), Dirk Baalman en Annuska Pronkhorst (Crimson).
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov), Dirk Baalman en Annuska Pronkhorst (Crimson).
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov) en Dirk Baalman.
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jan Peter Wingender van Office Winhov
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Jan Peter Wingender van Office Winhov
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bernard Colenbrander
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bernard Colenbrander
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bart Biermans van Hub
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Bart Biermans van Hub
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Ninke Happel van Happel Cornelisse Verhoeven Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Ninke Happel van Happel Cornelisse Verhoeven Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Rick ten Doeschate van Civic Architects
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Rick ten Doeschate van Civic Architects
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Christian Rapp van Rapp+Rapp
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Christian Rapp van Rapp+Rapp
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Joyce Verstijnen van Bedaux de Brouwer Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Joyce Verstijnen van Bedaux de Brouwer Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Peter Defesche van DVDP
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Peter Defesche van DVDP
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Mechthild Stuhlmacher van Korteknie Stuhlmacher Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
Mechthild Stuhlmacher van Korteknie Stuhlmacher Architecten
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov), Dirk Baalman, Annuska Pronkhorst (Crimson) en Michiel van Raaij (Architectenweb)
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov), Dirk Baalman en Annuska Pronkhorst (Crimson).
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov), Dirk Baalman en Annuska Pronkhorst (Crimson).
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh
v.l.n.r. Jan Peter Wingender (Office Winhov) en Dirk Baalman.
Copyright: Jan Paul Mioulet / DAPh

Elf lessen uit symposium rond ontwerpen in analogie met het bestaande

23 oktober 2023, 9:00
Niet het contrast met het bestaande opzoeken, maar ontwerpen in analogie met het bestaande. Een groeiende groep architecten werkt op deze nieuwe manier verder aan bestaande gebouwen. Hoe pakken ze dit aan? En kunnen we met elkaar tot een methode hiervoor komen? Op maandagmiddag 9 oktober 2023 organiseerde Architectenweb en Office Winhov hier een symposium over in Pakhuis de Zwijger waar elf lessen uit getrokken kunnen worden.

1. Transitie naar duurzame gebouwde omgeving zet debat rond behoud van bestaande gebouwen op scherp
Tot voor kort werd de wens om bestaande gebouwen te behouden vooral onderbouwd vanuit de overweging om de culturele continuïteit in onze gebouwde omgeving te bewaren. Onze gezamenlijke geschiedenis willen we niet uitwissen, daar willen we op voortbouwen. Want onze geschiedenis maakt ook wie we zijn.

De afgelopen jaren is daar vanuit het duurzaamheidsdebat een argument aan toegevoegd, constateerde architect Jan Peter Wingender van Office Winhov. Het hergebruik van bestaande gebouwen is veel milieuvriendelijker dan ze te slopen en er nieuwe gebouwen voor in de plaats te bouwen. Bij de sloop gaat immers enorm veel materiaal verloren dat voor het nieuwe gebouw weer nieuw gemaakt moet worden, met alle CO2-uitstoot die daarbij hoort. De roep om een sloopverbod klinkt steeds luider en het is niet ondenkbaar dat zo’n verbod er ooit zal komen. 

De verbreding van de opgave is volgens Wingender aanleiding om de traditionele overwegingen, die ten grondslag liggen aan het ontwerpen aan bestaande gebouwen, opnieuw te overdenken. Waar in de traditionele erfgoedbenadering de naduk ligt op behoud van het bestaande, verschuift die nu steeds meer naar de aanpassing van het bestaande om hernieuwd gebruik mogelijk te maken. Hoe krijgt de wens om de culturele continuïteit in onze gebouwde omgeving te bewaren in die nieuwe context vorm?

2. Door historisch onderzoek begrijp je gebouw veel beter
Onderzoek naar de historie van een gebouw – waarom is het destijds opgericht, wat voor gedachten lagen daaraan ten grondslag en hoe is het destijds ontworpen? – zorgt voor werkelijk begrip van het gebouw, constateert architectuurhistoricus Annuska Pronkhorst van Crimson Historians & Urbanists. Het is een open deur, maar in de praktijk ziet ze dat dergelijke onderzoek nog te vaak wordt overgeslagen.

Bij alle presentaties op het symposium zag Pronkhorst dat de architecten zich echt verdiept hadden in de historie van de gebouwen en dat dat hen in staat stelde om zelfverzekerd met de bestaande gebouwen aan de slag te gaan en dat hun onderzoek hen argumenten gaf om af en toe ook stevige ingrepen te doen, zoals in het geval van het Stadhuis Antwerpen de zeventiende eeuwse zolder toch te verbouwen.

Architectuurhistoricus Dirk Baalman onderscheidt een materiële en intellectuele benadering van het architectenvak. Bij een bijna symmetrisch gebouw of ensemble zou vanuit een materiële benadering bijvoorbeeld voor volledige symmetrie gepleit kunnen worden. Alles wat links is moet ook rechts komen. Naar zijn idee is dat de domme benadering. In een intellectuele benadering zou in dezelfde situatie gerefereerd kunnen worden aan het concept pondération van de negentiende eeuwse architect Eugène Viollet-le-Duc, waarin ernaar gestreefd wordt alles wat links is hetzelfde ‘gewicht’ te geven als alles wat rechts is. Voor een dergelijke intellectuele benadering van het vak mag wat Baalman betreft meer ruimte gemaakt worden. De uitverkochte zaal deze maandagmiddag geeft wat hem betreft aan dat daar ook veel behoefte aan is.

3. Denk voorbij de waarderingsplattegronden
Bij beschermde gebouwen wordt door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed voorgeschreven dat er waarderingsplattegronden gemaakt worden waarbij, in verschillende kleuren, gradaties van monumentaliteit aangegeven worden. Die plattegronden zijn vaak te nietszeggend, werd gezamenlijk geconstateerd. Er wordt een logica gesuggereerd die er vaak helemaal niet is, gaf Wingender aan. Zeker bij jong erfgoed – waar het ook kan gaan over een structuur, een repetitie of een leegte – is het gewoon te summier, vulde Pronkhorst aan.

Haar collega-historici riep Pronkhorst op om, in aanvulling op de waarderingsplattegronden, de ruimtelijke essentie en kwaliteiten van projecten ook op andere manieren onder woorden te brengen en te visualiseren, om architecten concrete handvatten te geven voor de omgang met bestaande gebouwen. Wanneer een plattegrond blauw is gekleurd, dus hoogmonumentaal is bevonden, betekent het niet dat er niks aan kan veranderen, gaf ze aan, het betekent dat je hele goede argumenten zal moeten hebben om erin in te grijpen. In relatie tot de kleuren op de waarderingsplattegronden, merkte Baalman op dat het helpt om als architect enigszins kleurenblind te zijn. Bezie als architect vooral ook zelf wat behouden moeten blijven en wat niet.

4. Het gebouw vertelt je wat je moet doen
In de gepresenteerde ontwerpen deze middag zag Pronkhorst dat het onderzoek naar de historie van de gebouwen de architecten in veel gevallen als het ware vertelde wat ze moesten doen. Cruciaal daarbij is dat het programma zowel in functionele als in ruimtelijke zin wel in het bestaande gebouw te realiseren is. Een van tevoren dichtgetimmerde business case met een te groot programma dat in het bestaande gebouw geforceerd moet worden is dodelijk. De beste resultaten worden behaald als het bestaande gebouw leidend kan zijn of op zijn minst het toekomstige gebruik kan informeren.

Pronkhorst zag ook dat in het historische onderzoek aanleidingen gevonden werden waar in de nieuwe ingrepen op voortgeborduurd werden. Die aanleidingen werden gevonden in de typologie, materialiteit, leegte, gebruiksgeschiedenis of in een combinatie daarvan.                                                        

5. In de geschiedenis van een gebouw ben je als architect een passant
“Alles ist umbau”, stelde architect Hermann Czech vijftig jaar geleden al: “Als je je realiseert dat elk ontwerpproces een serie beslissingen is waarbij latere beslissingen worden bepaald door eerdere beslissingen, dan maakt het geen verschil of de eerdere beslissingen van jezelf waren of van anderen.”

In haar lezing haalde architect Ninke Happel van Happel Cornelisse Verhoeven Architecten de Oostenrijkse architect aan om te benadrukken dat je als architect in de geschiedenis van een gebouw of gebouwensemble toch eigenlijk een passant bent. Daarmee wilde ze zeggen dat je als architect vanuit een bescheiden houding de kracht van een bestaand gebouw kunt onderkennen en die in je ontwerp kan versterken. Bij de vernieuwing van de Fierenshoven in Antwerpen heeft ze daarnaar gestreefd.

Wat Happel niet zei, maar wel bedoelde, is dat een onbescheiden ontwerp de kwaliteiten van een bestaand gebouw ook teniet kan doen, wat op termijn het bestaansrecht ervan in gevaar kan brengen.

Een bescheidener houding ten opzichte van het bestaande zou architecten sieren, vulde Pronkhorst later aan: “Besef als architect dat je een passant bent en dat er na jou ook weer andere architecten zullen zijn die het een en ander zullen doen.”

6. Een nieuwe geheel door versmelting of gelaagdheid
De ontwerpen, die op het symposium gepresenteerd werden, hebben gemeenschappelijk dat er niet gezocht is naar een contrast. Het nieuwe staat niet tegenover het oude. In plaats daarvan is een nieuw geheel ontworpen. Daarbij zijn er twee benaderingen te onderscheiden: versmelting en gelaagdheid.

Bij versmelting is het verschil tussen het oude en nieuwe op het oog verdwenen. Alleen de kenner zal het nog kunnen aanwijzen. Oud en nieuw werken naadloos samen, vormen samen een coherent beeld. Voorbeelden hiervan zijn TechMed (DVDP), Fierenshoven (Happel Cornelisse Verhoeven Architecten en Molenaar & Co) en Singer Laren (Bedaux de Brouwer Architecten).

Bij gelaagdheid is het verschil tussen oud en nieuw nog wel te zien maar werken alle lagen – als de verschillende muziekinstrumenten in een orkest – samen om een nieuw geheel te vormen. Daarbij kan het nieuwe het oude ook opnieuw kaderen. Voorbeelden hiervan zijn het Schoenenkwartier (Civic), Stadhuis Antwerpen (Hub) en De Nieuwe Molens (Rapp+Rapp). Het project dat deze benadering waarschijnlijk het beste illustreert is het Predikherenklooster in Mechelen (Korteknie Stuhlmacher).

Natuurlijk kunnen projecten op verschillende plekken meer een versmelting laten zien en op andere plekken meer een gelaagdheid.

Het symposium rond ontwerpen in analogie met het bestaande hieronder of in de videogids van Architectenweb terug te kijken.

https://vimeo.com/873700047

7. Bouwdelen uit andere perioden kunnen ook anders behandeld worden
Wat Pronkhorst opviel bij de gepresenteerde ontwerpen was dat bouwdelen, of lagen, uit andere perioden ook anders behandeld werden. Die gevoeliger houding plaatst ze tegenover een houding waarin een enkel ontwerpconcept over een gebouwencomplex wordt uitgerold en alles  – te geforceerd – met elkaar verbonden wordt. Een genuanceerdere benadering werkt wat haar betreft beter.

8. Slopen is onderdeel van ontwerpinstrumentarium
Het strategisch wegnemen van delen is net zo belangrijk als het strategisch toevoegen van nieuwe delen, was een les die Wingender meenam uit het symposium. De cirkelvormige snedes die Civic nam uit een kantoorgebouw uit de jaren tachtig om het te kunnen transformeren tot schoenenmuseum is het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van dit strategisch slopen.

Maar ook bij het Stadhuis Antwerpen moest bijvoorbeeld historisch waardevol materiaal wijken om bovenin nieuwe trappenhuizen te kunnen maken. Bij Singer Laren is een oude vleugel grotendeels gesloopt om plaats te maken voor een passender nieuwe vleugel. Bij Fierenshoven is een kleiner hoekpand, waar destijds een populair café zat, gesloopt om met een groter hoekgebouw het bouwblok nu te kunnen sluiten, wat destijds ook al beoogd was. Bij het Predikherenklooster zijn bijgebouwen van latere datum gesloopt. Bij de De Nieuwe Molens bleven zelfs alleen enkele gevels behouden om het karakter van het pakhuis te kunnen transponeren naar een woongebouw.

9. Laat ruimte voor improvisatie tijdens ontwerp
In het Stadhuis van Antwerpen liggen de voornaamste ruimtes op de eerste en tweede verdieping, op de piano nobile en secondo piano nobile. Als passende entree voor die verdiepingen had Hub een stevige opwaardering ontworpen voor de ondertussen wat armoedige begane grond. Tijdens de eerste werkzaamheden op de begane grond kwamen de architecten er echter achter dat die verdieping destijds was ontworpen om met paard en wagen in te rijden. Ook waren er verschillende stallen ontworpen. Daarop is het ontwerp van de begane grond omgegooid en veel eenvoudiger gemaakt, passend bij de originele betekenis van die verdieping.

Bij het werken aan bestaande gebouwen zou het goed zijn als we ons op die manier openstellen voor de verrassingen die tijdens het historische onderzoek of tijdens de bouw naar voren komen, stelde Pronkhorst. Het zou goed zijn als iets meer onzekerheid toegelaten wordt in de ontwerp- en bouwprocessen. 

Improviseren, zoals Hub bij Stadhuis Antwerpen gedaan heeft, zijn we als architecten verleerd, constateerde Wingender. Het is een vaardigheid die architecten zich opnieuw eigen moeten maken. Het is een benadering die hij ook terugzag in het werk van Korteknie Stuhlmacher Architecten aan het Predikherenklooster in Mechelen.

10. Deze nieuwe benadering is helemaal niet zo nieuw
Het ontwerpen in analogie met het bestaande is geen helemaal nieuwe benadering, stelde Baalman. In de achttiende en negentiende eeuw was een dergelijke omgang met bestaande gebouwen gemeengoed. In die tijd werd gesproken over het ‘karakter’ van een gebouw en hoe daarop voortgebouwd kon worden. Misschien helpt het wanneer we in het vakgebied dat soort begrippen opnieuw zouden gaan hanteren, opperde hij.

Met de opkomst van het modernisme en in de bouwwoede na de Tweede Wereldoorlog zijn we deze traditie verloren. Hoewel er op de achtergrond altijd architecten zijn geweest die op die manier zijn blijven ontwerpen, vertelde Wingender in zijn inleiding van de middag. Daarbij noemde hij het werk van Edwin Lutyens, Carlo Scarpa en Herzog & de Meuron, en specifieke projecten als de Alte Pinakothek in München door Hans Döllgast, de uitbreiding van het Raadhuis in Göteborg door Gunnar Asplund en het Neues Museum in Berlijn door David Chipperfield.

In zijn lezing ging architect Christian Rapp van Rapp+Rapp dieper in op het ontwerp van de Alte Pinakothek München en hoe het begrijp weiterbauen dat daaruit ontstond hem in zijn werk inspireert.

11. Naar een nauwere samenwerking tussen historici en architecten
In veel ontwerpprocessen worden architectuurhistorici en erfgoeddeskundigen tegenover architecten en hun opdrachtgevers geplaatst, stelt Pronkhorst, om de onafhankelijke positie van de historici en deskundigen te waarborgen. Maar de op het symposium gepresenteerde projecten laten wat haar betreft zien dat samenwerking rond opgaven toch het meeste oplevert. In plaats van tegenover elkaar zouden historici en architecten vaker naast elkaar moeten gaan zitten, om de beperkingen van bestaande gebouwen niet te fixeren, zoals Wingender het omschrijft, maar tot oplossingen te komen die bestaande gebouwen op de lange termijn vitaal houden.

Het symposium bestond uit bijdragen van achtereenvolgens Jan Peter Wingender (Office Winhov), Bernard Colenbrander (TU/e), Bart Biermans (Hub), Ninke Happel (Happel Cornelisse Verhoeven), Rick ten Doeschate (Civic), Christian Rapp (Rapp+Rapp), Joyce Verstijnen (Bedaux de Brouwer), Peter Defesche (DVDP), Mechthild Stuhlmacher (Korteknie Stuhlmacher), Annuska Pronkhorst (Crimson) en Dirk Baalman.

Andere nieuwsberichten

Woontoren voor jongeren op Oostenburg vormt roestbruin accent langs het spoor

Gisteren, 15:50

EU Mies Award 2024 voor studiepaviljoen Technische Universiteit Braunschweig

Gisteren, 13:57

Sofie De Caigny nieuwe voorzitter Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam

Gisteren, 12:15

Podcasts en publicatie over realiseren ruimtelijke kwaliteit bij stedelijke ontwikkeling

Gisteren, 10:47

Woontorens The Grace worden lager dan gepland

Gisteren, 14:37

Tweede Kamer neemt nieuwe huurwet aan

Gisteren, 11:24

Brabant gaat door met stikstofaanpak en ziet op termijn ruimte

Gisteren, 09:00

Kamer wil ‘tochtkorting’ voor huurder slecht geïsoleerde woning

25 april, 5:21

Provincie Friesland en gemeenten weer op één lijn over woningbouw

25 april, 1:46

Vastgoedadviseur: winkelleegstand binnensteden loopt op

25 april, 9:31
Michiel van RaaijHoofdredacteur
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
Intal BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan