Gesprek tussen Koolhaas en Van Hooydonk over mobiliteit
11 december 2015, 13:51
Eind november vond op de bovenste verdieping van De Rotterdam een gesprek plaats tussen Rem Koolhaas en Adrian van Hooydonk, hoofdontwerper bij BMW, over de mobiliteit van de toekomst. Het werd een ongemakkelijk gesprek.
Voorafgaand aan hun gesprek gaven zowel Rem Koolhaas als Adrian van Hooydonk een korte lezing. De pogingen van architecten om auto's te ontwerpen zijn tot nu toe altijd mislukt, begon Koolhaas. Le Corbusier, Buckminster Fuller en Zaha Hadid waagden zich eraan. Het bleef bij one of's.
Zelf is hij een liefhebber van auto's, vertelde Koolhaas, die afgelopen jaar zelfs in een jury zat om de beste auto van dat moment te vinden. Van de BMW i8, die hij als jurylid ook getest had, was hij onder de indruk. Dat is een ontwerp van Adrian van Hooydonk.
De geschiedenis van de auto koppelde Koolhaas aan de politiek van dat moment. Na de Tweede Wereldoorlog stond Europa in het teken van het socialisme, terwijl in de Verenigde Staten juist het consumentisme hoogtij vierde. De veel verkochte auto's uit deze tijd illustreerden deze politiek.
In het huidige tijdgewricht zag Koolhaas onder meer een nadruk op vorm en de opkomst van het internet in de auto. Een interessante contradictie die hij daarbij zag was dat terwijl de autotechniek voortschrijdt, de snelheid waarmee in Europa gereden mag worden steeds meer ingeperkt wordt.
In zijn lezing toonde Koolhaas ook zijn eigen autogeschiedenis. Deze loopt gelijk op met het politieke klimaat in Europa, stelde hij. Het begon met een Renault 4, toen kwam een Alfa Romeo en ging verder met een Citroën CX Break. In een periode waarop het minder goed ging met OMA, kreeg hij een Maserati Quattroporte aangeboden. Dat hij die auto aannam, was misschien niet zijn beste keuze, suggereerde Koolhaas. Daarna heeft hij lange tijd een BMW 840 gereden. De 'mooiste auto' die hij kent. Inmiddels heeft hij een BMW i8 besteld, dat wordt de volgende.
Opkomst van allesomvattende surveillance
Bij de ontwikkeling van de auto wilde Koolhaas wel een paar kanttekeningen plaatsen. In de jaren veertig en zeventig stond autorijden nog gelijk aan avontuur, maar dat is steeds minder het geval, stelde hij. Net als dat de kunst in de jaren zeventig nog wrijvend kon zijn, is dat in de huidige tijd vaak gewoon zeer aangenaam. De kernwaarden van het huidige tijdgewricht zijn 'comfort, veiligheid en duurzaamheid', concludeerde hij.
In de afgelopen architectuurbiënnale in Venetië, waar Koolhaas curator van was, leerde hij dat de verschillende bouwelementen onder invloed van het internet momenteel allemaal een transformatie ondergaan. Vloeren kunnen signaleren wanneer je valt, toiletten kunnen je ontlasting analyseren, de verlichting weet wanneer je overwerkt, de thermometer weet wat je wanneer prettig vindt... aan alle kanten wordt je in de gaten gehouden.
De uitkomst van deze ontwikkeling is wat we smart cities noemen, vervolgde Koolhaas. Alle voorzieningen die daarbij horen, worden echter van de staat overgeheveld naar marktpartijen. Is deze enorme transitie wel aan ons voorgelegd?, vroeg Koolhaas retorisch.
Hetzelfde gebeurt volgens Koolhaas nu met de auto: die houdt je steeds beter in de gaten. Auto's die continu verbonden zij met het internet bouwen kennis over je op. Daarbij haalde Koolhaas aan dat BMW bij zijn nieuwe 7-serie meldt dat die leert wat je leuk vindt, zodat je nog eenvoudiger via jouw auto bijvoorbeeld kaartjes voor de opera kunt bestellen. Ook noemde Koolhaas een analyse van de Frankfurter Algemeine, waarin de eigenschappen van de zelfrijdende auto van Google werden vergeleken met die van een totalitair regime. 'Is your connected car spying on you?', citeerde Koolhaas tenslotte Edward Snowden.
Door zelf een auto door een stad te sturen, heb je een echte interactie met de stad, stelde Koolhaas.
Uitdrukken van lichtheid
In zijn lezing ging Adrian van Hooydonk in op de uitdagingen die hij tegenkomt bij het ontwerpen van auto's. Over tien jaar rijden er op de hele wereld heel veel mensen in een auto: hoe houden we dat leuk? Daarbij doelde hij zowel op de milieubelasting als op de verkeersdruk die hierbij komt kijken.
Het eerste project waar Van Hooydonk als hoofdontwerper bij BMW aan werkte was de BMW i8. De BMW i3 volgde daar snel op. Toentertijd waren elektrische auto's nog vaak een soort golfkarretjes, vond Van Hooydonk. De opgave was daarom om elektrisch rijden leuk te maken.
De bij de BMW i-modellen ingezette strategie is eenvoudig: door de auto's lichter te maken kan veel energie bespaard worden. En kan het extra gewicht van de batterijen gecompenseerd worden. In het ontwerp voor de BMW i8 en i3 heeft Van Hooydonk ernaar gestreefd de lichtheid uit te drukken, zowel in het exterieur als in het interieur.
Van het BMW i8-studiemodel had Van Hooydonk niet verwacht dat deze in productie zou gaan. Maar de reacties erop waren zo enthousiast dat BMW het aandurfde. Als hybride is de BMW i8 ontworpen om ook lange afstanden buiten de stad mee te rijden. De BMW i3 is puur elektrisch en echt bedoeld voor de stad.
Om het laden van de auto een volwaardig onderdeel te maken van de rijbeleving, heeft Van Hooydonk ook dat ontworpen. Zo communiceert de auto via ledverlichting rond zijn stekker of de auto geladen wordt of vol is, en is ook een app ontworpen waarin allerlei informatie over de auto is terug te vinden. Van Hooydonk heeft zich met zijn team 'op een vrijdagmiddag' ook eens gewaagd aan een carport, toch ook iets van architectuur, maar dan mocht van hem geen naam hebben.
Persoonlijke vrijheid
Het gesprek na afloop van hun lezingen onderstreepte hoe ver Rem Koolhaas en Adrian van Hooydonk wat betreft hun denkbeelden van elkaar af staan. Waar Koolhaas zich zorgen maakt over de ontwikkelingen in de maatschappij, daar richt Van Hooydonk zich eenvoudigweg op het zo goed mogelijk ontwerpen van auto's.
De toenemende beperking van de privacy in de auto vindt Koolhaas echt een agendapunt. Het alles met alles verbinden, zoals dat in het internet of things gebeurt, kan volgens hem verstikkend worden. De vrijheid die autorijden gaf, moet behouden blijven, vatte moderator Hans Starren zijn visie samen.
Doorredenerend op de stellingname van Koolhaas is het niet ondenkbaar dat zelf autorijden straks, wat verzekering betreft, duurder is dan je te laten rijden. Ook is het mogelijk dat bij een ongeluk de auto voor je beslist of je naar het ziekenhuis moet of niet, en dat wanneer je dit advies weigert je een probleem hebt met je zorgverzekeraar.
Van Hooydonk was niet zo pessimistisch: auto's zullen blijven, vanwege de vrijheid die ze hun gebruikers blijven geven. Van Hooydonk had eenvoudig aan kunnen toevoegen: Rem, jouw vrijheid is bij BMW veilig, daar ga ik me hard voor maken. Maar dat deed hij niet.
Het delen van auto's zal wel een grote vlucht nemen, verwachtte Van Hooydonk. Er zal een verschuiving plaats vinden van het bezit van de auto naar de toegang tot mobiliteit. BMW zet daar ook stevig op in.
Uit de zaal werd nog de vraag gesteld of zelfrijdende auto's straks door architecten ontworpen zullen worden, aangezien het een soort rijdende woon- of slaapkamers zullen worden. Koolhaas verwachtte dit echter niet, en verwees daarbij naar het feit dat caravans ook nooit door architecten zijn ontworpen. Wat betreft de vormgeving van zelfrijdende auto's verwachtte Van Hooydonk ook geen radicale stappen. Het uitdrukken van 'beweging' blijft volgens hem de kern.
Deelauto's als extra voorziening in Het Timmerhuis
Het gesprek tussen Koolhaas en Van Hooydonk was georganiseerd door BMW Nederland, dat de internationale pers naar Rotterdam had gehaald om die het autodeelprogramma in Het Timmerhuis te laten zien en hen kennis te laten maken met een reeks nieuwe hybride BMW's.
De ochtend na het gesprek tussen Koolhaas en Van Hooydonk, vond in het World Trade Center van Rotterdam een symposium plaats rond het autodeelprogramma in Het Timmerhuis. Wat betreft dat programma associeert BMW zich graag met OMA, maar al snel bleek dat het architectenbureau geen enkele rol heeft gespeeld bij de totstandkoming ervan. In zijn lezing over de totstandkoming van het gebouw sprak architect Reinier de Graaf van OMA er met geen woord over.
Het initiatief voor het in het gebouw geïntegreerde autodeelprogramma kwam van ontwikkelaar en bouwer Heijmans, vertelde Heleen Herbert, de 'Chief Commercial Officer' van het bedrijf. De eenlaagse parkeergarage onder het gebouw had de creativiteit geprikkeld bij Heijmans, dat de appartementen in het gebouw een extra kwaliteit wilde geven. Omdat Heijmans iets met smoel wilde neerzetten, richtte het zich tot BMW voor een aantal BMW i3's.
BMW heeft vervolgens voorgesteld de BMW i3's in de parkeergarage van Het Timmerhuis op te laden via PV-cellen op het dak en er een batterij tussen te hangen. Zo ontstond uiteindelijk een echt in het gebouw geïntegreerd mobiliteitsconcept voor de bewoners.
Het meest interessante aspect van de deelauto's in Het Timmerhuis is dat ze als extra voorziening van het woongebouw gepresenteerd worden. Bij hotels en bedrijfsgebouwen zie je iets dergelijks soms ook wel, maar voor woongebouwen lijkt het iets volkomen nieuws. Het is nog te vroeg om te kunnen concluderen of het een succes wordt, melde Herbert, maar 'dit soort dingen moet je af en toe ook gewoon doen'.
Voor verschillende bewoners van Het Timmerhuis is de aanwezigheid van de BMW i3's al reden geweest om hun tweede auto weg te doen. Het is echter helemaal niet ondenkbaar dat op andere plekken veel bewoners ook geen eerste auto meer in de parkeergarage willen zetten. De verplichte afname van een parkeerplaats bij een appartement, zoals nu nog regelmatig gebeurd, zou dan plaats kunnen maken voor een keuze: wil je zelf een auto parkeren of wil je gebruik maken van de aanwezige deelauto's.