Van Hoogevest Architecten wordt gezamenlijk geleid door architectuurhistoricus Carien van Hoogevest en architect Gijsbert van Hoogevest. Als zus en broer vertegenwoordigen ze de derde generatie van een familiebedrijf dat zich al onder leiding van hun vader ook profileerde met het ontwerp van renovaties en restauraties. “Dat vormt dus al heel lang een belangrijk deel van ons portfolio”, vertelt Carien. “Maar daarnaast hebben we ook altijd nieuwe gebouwen ontworpen en blijven we dat ook graag doen.”
Aan het voormalige Ministerie van Justitie, nu Gebouw J genoemd, werkt Van Hoogevest in een multidisciplinair team. Vanuit het architectenbureau zelf is er ook een projectarchitect
en een ondersteunend architect bij betrokken, net als projectleiders erfgoed en technisch ontwerpers. “Architectuur is teamwork”, benadrukt Carien.
In hun beschrijving van het voormalige gebouw van het Ministerie van Justitie komen Gijsbert en Carien woorden te kort. De detaillering en materialisering van het gebouw liggen op een zeldzaam hoog niveau, vertellen ze, en vooral het exterieur is enorm goed behouden gebleven.
Het gebouw is ontworpen door Rijksbouwmeester Cornelis Peters en werd in 1883 opgeleverd. “In het ontwerp zie je sterk de hand van architect Pierre Cuypers terug”, stelt Carien. Bij zijn bureau in Roermond had Peters lang gewerkt en het was mede aan zijn netwerk te danken dat hij deze functie nu bekleedde. Carien en Gijsbert waren eerder betrokken bij de restauratie van het in 1885 opgeleverde Rijksmuseum, ontworpen door Cuypers, en ze constateren dat de gebouwen best op elkaar lijken. Het Rijksmuseum is nog wel wat rijker in zijn detail, naar dit gebouw komt toch in de buurt daarvan.
“Het is een waanzinnig mooi gebouw”, vindt Gijsbert. “Hoe meer je ernaar kijkt, hoe beter je dat ook ziet.” Carien vult aan: “Het is een gesamtkunstwerk waarin de architectonische vormen, materialisering, detaillering en decoratie met elkaar samenhangen. Zo komen de kleuren van de terrazzovloer bijvoorbeeld terug in de marmeren lambrisering en wandbeschilderingen. Maar het interieur is ook voorzien van architectuurondersteunende beschilderingen, waarbij bolle profielen een andere kleur kregen dan de holle profielen. De gewelfvelden zijn gemarkeerd met rode biezen.” Zo kan ze nog wel even doorgaan. In het interieur was, naast echt marmer, ook marmer geschilderd, inclusief schijnvoegen waardoor het net echte marmeren blokken leken.