De plenaire zaal van de Tweede Kamer heeft de vorm van een amfitheater. De Kamerleden zitten daarbij als het ware op de tribune, het kabinet en de voorzitter zitten als het ware op het podium, en wanneer een Kamerlid iets bij de 'interruptiebalie' wil zeggen, komt deze dus als het ware het podium op.
De plenaire zaal heeft een lichte helling en om te voorkomen dat het kabinet relatief laag zou komen te zitten, is ‘Vak K’, zoals het genoemd wordt, ten opzichte van het laagste vloerdeel iets verhoogd, naar de mediaan van de zaal als geheel. Dat is hoe architect Pi de Bruijn (
de Architekten Cie.) de zaal in de jaren ’80 heeft ontworpen.
“Vanaf het begin heerste onder de Kamerleden echter het gevoel dat ze moeten opkijken naar Vak K”, vertelt Pi. “Hoewel dat bouwkundig gezien dus niet zo is, werd dat wel zo ervaren. In de renovatie doen we daar nu wat aan.”
“Door hoogtes in de zaal subtiel aan te passen komt het hart van het amfitheater iets hoger te liggen. Tegelijkertijd wordt Vak K ook iets verlaagd”, legt Pi uit. De omloop aan de buitenrand blijft hetzelfde als hij was. “Dat is de ‘datum’ van de zaal”, benadrukt hij. Zo blijft de verhouding tot het balkon erboven ook hetzelfde.