De Oude Zaal is in 1777 gebouwd als balzaal voor Willem V van Oranje-Nassau, de laatste stadhouder. Bij de revolutie in 1796 werd de ruimte getransformeerd tot plenaire zaal van wat een voorloper van de Tweede Kamer genoemd kan worden: de Nationale Vergadering. De Tweede Kamer, zoals we die nu kennen, heeft de zaal gebruikt van 1815 tot 1992, toen de
Kamer naar de nieuwe plenaire zaal naar ontwerp van Pi de Bruijn verhuisde.
Interessant is dat bij de transformatie van balzaal naar plenaire zaal er eerst een tribune in de vorm van een brede U gemaakt is, maar dat dit later toch een lagerhuisopstelling werd om in het hart van de zaal meer ruimte te kunnen maken om te spreken, voor de ministers en de
griffies. Het was direct na de transformatie tot plenaire zaal al passen en meten.
Door de eeuwen heen is de Oude Zaal steeds een beetje aangepast. Zo was de zaal oorspronkelijk ontworpen met alleen een grote oculus in het midden van de zaal, maar zijn daar later nog twaalf daklichten aan toegevoegd. Ook waren de wanden van de zaal oorspronkelijk kalkwit geschilderd, maar zijn ze na het vertrek van de Tweede Kamer in de jaren ‘90 naar ontwerp van architect Pi de Bruijn gemarmerd. Ook is de zaal toen voorzien van moderne kroonluchters en een veelkleurig tapijt naar ontwerp van kunstenaar Jan van den Dobbelsteen.
Het ontwerp van Pi voor de zaal begrijpt Janneke wel. “Na bijna twee eeuwen als plenaire zaal gebruikt te zijn, moest het in de jaren ‘90 iets heel anders worden, dus heeft hij er ook iets heel anders van gemaakt. Hij heeft er eigenlijk een heel eigentijdse zaal van gemaakt met expressieve kunstwerken in de vorm van het tapijt en de lichtarmaturen. Alleen… een historisch beeld is het niet.”