Architect Frank Gehry op 96-jarige leeftijd overleden
2 uur geleden
Afgelopen vrijdag is op 96-jarige leeftijd Frank Gehry overleden. De in Canada geboren Amerikaan wordt gerekend tot de belangrijkste architecten van na de Tweede Wereldoorlog, met topwerken als het Guggenheim Museum in Bilbao (1997), het Vitra Design Museum in Weil am Rhein (1989) en het kantoorgebouw voor Nationale Nederlanden in Praag (1997).
Gehry was een van de architecten die de weg plaveiden van het kale en ‘saaie’ modernisme naar een speelse en vaak spectaculaire manier van ontwerpen. Hoewel met name zijn vroege werk wel wordt gerekend tot het deconstructivisme, kan hij zich beroepen op een geheel eigen stijl, die wellicht zijn sublimatie vond in het Guggenheim Museum in Bilbao.
Het bouwwerk, dat wordt gekenmerkt door zijn schots en scheve vormen in titanium plaatwerk en glas, is Gehry’s beroemdste creatie. Men spreekt zelfs van het ‘Bilbao-effect’; na de opening van dit museum beleefde de Baskische stad een ongekende opleving, met zeker een miljoen toeristen per jaar en honderden miljoenen aan extra inkomsten.
Vele steden hebben het model met een iconisch gebouw als toeristentrekker of symbool van de stad proberen te kopiëren, maar veelal met minder succes dan in Bilbao. Het hielp in Baskenland mee dat het Guggenheim Museum op zich al publiekstrekker van formaat is en dat de stad zichzelf had onderworpen aan een veel omvangrijker en geslaagde vernieuwing.
Studie
Frank Owen Gehry werd op 28 februari 1929 onder de achternaam Goldberg geboren in Toronto, als zoon van Pools-Joodse immigranten. In 1947 verhuisde het gezin naar Los Angeles, waar Gehry eerst keramiek en vervolgens architectuur ging studeren. Onderwijl maakt hij een uitstapje naar de studie stedenbouw aan Harvard, maar hij belandde onder meer als werknemer van de architecten Victor Gruen en Hideo Sasaki definitief in de architectuur.
In 1962 vestigde hij zich als zelfstandig architect in Los Angeles, waarbij hij zijn naam veranderde van Goldberg in Gehry. Dat deed hij naar eigen zeggen op aanraden van zijn vrouw, om antisemitisme te voorkomen. In de eerste tien jaar werkte hij met name aan woningen, waarbij hij telkens meer de tektonische conventies ontbond, culminerend in zijn eigen woonhuis in Santa Monica (1972). Deze woning wordt wel beschouwd als gebouwd manifest van deconstructivisme.
Gehry doorbrak met de verbouwing van een Nederlands-koloniaal huis de traditionele structuren en ruimtelijke grenzen en voegde op zeer ongebruikelijke wijze (sloop)materialen als hekwerk, hout en golfplaat toe. In het gebouw valt al een blauwdruk te herkennen van de latere grootschaliger werken waarmee Gehry wereldfaam verwierf, zoals het Guggenheim Museum in Bilbao, maar ook het Vitra Design Museum in Weil am Rhein.
Sculpturaal
Wellicht ingegeven door zijn wens om keramist te worden heeft Gehry altijd belangstelling voor het sculpturale gehad. De architect, die een vriendschap onderhield met de beeldhouwers Richard Serra en Claes Oldenburg, ging steeds sculpturaler te werk. Dat deed hij ook bij grootschalige projecten als het American Center in Parijs (1993), het kantoorpand van Nationale Nederlanden in Praag (ook bekend als het Dansende Huis en Ginger and Fred) en de verschillende gebouwen die hij ontwierp voor Vitra in Zuid-Duitsland en Zwitserland.
In de jaren negentig groeide Gehry uit tot een ‘starchitect’, ontwerpers van vaak buitenissige en als iconisch bestempelde gebouwen die ook bekendheid genoten bij het grote publiek. Zelf verfoeide hij de term, Gehry zag zichzelf liever als een buitenbeentje, maar het leverde hem tot aan zijn dood veel werk op. Zo wachtten nog enkele projecten op hun oplevering, zoals het Guggenheim Abu Dhabi, dat voor volgend jaar op de rol staat.
Pritzker Prize
Gehry is onderscheiden met talloze prijzen en decoraties, waaronder de Pritzer Prize (1989), de Praemium Imperiale Award en de Presidential Award of Freedom van Barack Obama (2016). De architect is na een kortstondige ziekte overleden in zijn eigen huis in Santa Monica.