Carolien Schippers
Hoogbouw in Manhattan met verspringende volumes in 1932, een resultaat van de New Yorkse zoning law
Copyright: Wikimedia Commons / Samuel Gottscho

'New Yorks zoning-model kan ook Nederlandse hoogbouw vooruit helpen'

9 januari, 13:26
Het New Yorkse model van zoning zou ook een goed hulpmiddel kunnen zijn om de kwaliteit van Nederlandse hoogbouw te verbeteren. Dat stelt architect Carolien Schippers in een reactie op de vorige week gepubliceerde column van Alexander Pols. Zoning biedt volgens Schippers meer dan hoogbouwvisies een raamwerk om de regie in handen te houden, terwijl er wel ruimte overblijft voor interpretatie, diversiteit en experimenten. “Nu worden Nederlandse overheden nog te vaak verrast door snel schakelende ontwikkelaars die enorme volumes voorstellen.”

Tekst: Carolien Schippers

Alexander Pols neemt ons in zijn eerste column op Architectenweb mee in de problematiek van Hollandse hoogbouw. In zijn ogen kan het gebrek aan ruimtelijke kwaliteit in torens worden opgelost als we de slankheidsregels uit de huidige hoogbouwvisies maar loslaten. Het gevaar is echter dat het ene esthetische ideaal toch weer wordt vervangen met het andere, lang en slank wordt klein en dik. Het argument dat de dikke toren zou leiden tot betaalbare woningen klinkt goed, maar de woonkwaliteit van deze donkere pijpenlades zal twijfelachtig zijn.

Maar wat het meest opvalt in het pleidooi van Pols is dat ook hij wederom op zoek is naar die ene ingreep of oplossing die leidt tot de ideale toren of Hochhaus, maar daarbij voorbijgaat aan de zelfstandige typologie die hoogbouw is en zou moeten zijn. Net zoals er niet één oplossing is voor het perfecte huis, is er ook niet één perfecte oplossing voor een hoog huis.

Er is een fundamentele kanteling in het denken in de Nederlandse hoogbouwpraktijk nodig om de huidige impasse werkelijk te doorbreken. Hoogbouw is juist niet de uitgerekte versie van de woongebouwen die we al kennen, maar een eigen volwaardig gebouwtype dat vraagt om contextspecifiek ontwerp en veel meer ontwerpexperiment. Juist het toestaan en bevorderen van meer diversiteit in hoogbouw, bijvoorbeeld in hoogte, slankheid, ontsluitingsprincipes en de relatie tot het maaiveld, draagt net als bij lagere bouw bij aan de kwaliteit van de stad.

Om deze diversiteit te bereiken moet je als overheid wel degelijk actief sturen, ook op volume en vorm. De markt convergeert namelijk van nature altijd naar de economische optimalisatie van de gegeven randvoorwaarden en in geval van één set regels dus eenvormigheid. Dit is precies wat we de afgelopen jaren hebben gezien; torens en plinten die inwisselbaar zijn, niet alleen in uiterlijk, maar ook zeker in innerlijke opbouw. De centrale kern-extrusies met wokkeltrappenhuis, gangen zonder daglicht en dichte appartementsdeuren dragen terecht bij aan de slechte reputatie van woontorens als anoniem en eentonig.

New Yorkse zoning
Pols kijkt voor zijn oplossing naar de VS, waar we inderdaad kunnen leren van de langere hoogbouwtraditie, al twijfel ik aan de toepasbaarheid van Sullivans diepe kantoorpanden als ideaal voor Nederlandse woningbouw. Daarnaast lijkt de referentie toch vooral esthetisch. Zijn observatie dat de New Yorkse zoning, meer dan de Nederlandse hoogbouwvisies, een pragmatische balans vindt tussen kosten/baten en leefbaarheid is daarbij wel interessant als we kijken naar de Nederlandse context.

Wat zoning vooral relevant maakt binnen de Nederlandse hoogbouwdiscussie is hoe het bij grote bouwvolumes en snelle groei sturing geeft aan ruimtelijke ontwikkeling, zonder complete stedenbouwkundige plannen of voorschriften voor beeldkwaliteit. Het schrijft voor, maar laat ook ruimte voor interpretatie, diversiteit en experimenten.

De zoning law van New York gaat inmiddels veel verder dan de door Pols aangehaalde regels voor licht en ruimte uit 1916. De Zoning Resolution heeft zich samen met de stad ontwikkeld en bevat inmiddels 1300 pagina’s. Ze regelt niet alleen hoogbouw maar ook alle laagbouw in de stad. Het meer toegankelijke Zoning Handbook bevat slechts 216 pagina’s, maar het laat zien dat het maken en toestaan van hoogbouw niet overal in de stad dezelfde vorm kent.

De hele stad bestaat uit drie typen districten (residential, commercial, manufacturing districts) met elk diverse subtypes en extra ‘lagen’, bijvoorbeeld rond vliegvelden of aan het waterfront. Dit zorgt voor diversiteit en gelaagdheid op de schaal van de stad. Er wordt niet één type hoogbouw voorgeschreven, maar juist veel types passend bij de buurt, de functies en de nabijheid van infrastructuur. In de East Village is andere verdichting en middelhoogbouw toegestaan dan in Midtown of de Upper West Side. Dit versterkt de samenhang en leesbaarheid van verschillende buurten. Zo zouden er, als we in Den Haag blijven, op de Binckhorst (zonder hoogwaardig OV) andere torens moeten komen dan in Den Haag Zuidwest of het CID.

Naïef
Pols’ suggestie dat er door dikkere torens automatisch meer geld overblijft voor kwaliteit in de vorm van mooie materialen en een ‘goede’ plint klinkt van een ervaren architect bijna naïef. In een project met commerciële partijen blijft nooit geld over. Hoewel het enorm interessant zou kunnen zijn om ook juist in hoogbouw andere ontwikkelmodellen zoals de coöperatie te onderzoeken, lijkt dit zeker in deze dure typologie nog ver weg.

Als je binnen de wetten van ‘de markt’ als overheid dus toch wil sturen naar de bouw van meer woonkwaliteit moet je dit wel degelijk kwantificeren en verbinden aan het verdienmodel van vierkante en kubieke meters. Ook daarin zouden we iets kunnen leren van de New Yorkers. In de zoning laws zitten namelijk voortdurend zogenaamde incentives verstopt. Als je als ontwikkelaar extra kwaliteit toevoegt, mag je meer volume bouwen. Volume en vierkante meters worden zo wel degelijk onderdeel van een discussie over kwaliteit.

In de zoning laws zijn de kwalitatieve eisen voor Nederlandse begrippen misschien simplistisch; een pleintje levert extra FAR, betaalbare woningen of een bijdrage aan het nabijgelegen park of metrostation op. Maar het zou wel degelijk een instrument kunnen zijn om ook in de Nederlandse torens verbeteringen aan te brengen, bijvoorbeeld een atrium, daglicht in de kern of Pols’ mooie materialen in de plint.

In New York ligt over de hele stad een driedimensionale deken van wat er aan hoogte wel en niet is toegestaan, het is dus op elke plek duidelijk wat er aan ontwikkeling mogelijk is. Als er geen tijd of capaciteit is om voor elk stukje stad een uitgebreid stedenbouwkundig plan te maken, levert het een raamwerk op waarmee je als stad de regie in handen houdt.

Enorme volumes
Nu is het in Nederland nog te vaak zo dat overheden worden verrast door snel schakelende ontwikkelaars die enorme volumes voorstellen (zoals RISE in Rotterdam), die vervolgens het uitgangspunt worden voor visies en bestemmingsplannen, maar ook het ijkpunt in de onderhandelingen. Daarmee verlies je, alle hoogbouwvisies ten spijt, grip op de stad en de collectieve ruimte. Zoning biedt dan een raamwerk dat de markt reguleert en stuurt, zonder je daarbij op voorhand in details te verliezen.

Nu hoogbouw ook in Nederland niet langer een anomalie is in het stedelijk weefsel, maar ook in de vorm van middelhoogbouw en optopping steeds meer onderdeel wordt van stad kan zoning, naast gebiedsplannen, een behulpzame manier worden om grip te houden op verticale verdichting.


Reactie van Alexander Pols: "Bedankt voor deze goede inhoudelijke aanvulling, we zijn het in basis met elkaar eens. Ik wil niet pleiten voor dikke en donkere torens, maar wilde vooral nuanceren dat hoge slanke torens niet de heilige graal zijn. Wordt vervolgd."


Carolien Schippers is architect en geeft leiding aan -C-A-S- in Rotterdam. Ze is als gastdocent verbonden aan de TU Delft en de Academies van Bouwkunst Rotterdam en Amsterdam. Ze werkt aan het ontwerpend onderzoek Core Issues over experiment in Rotterdamse hoogbouw. Van 2012-2016 was ze werkzaam in New York als projectleider bij BIG aan onder meer The Spiral (opgeleverd in 2023).

Gerelateerde nieuwsberichten

Gerelateerde podcasts

Andere nieuwsberichten

Woongebouw Civic Architects vormt herkenningspunt langs Tolhuiskanaal

Gisteren, 14:34

Vernieuwd interieur voor gemeente Heemskerk

Gisteren, 13:33

Ontwikkeling gebouwencomplex Amstel Vista bij Berlagebrug gestart

Gisteren, 11:06

TALKS about architecture organiseert twee lezingen in januari

12 december, 4:26

PBL: duurzaam energiedoel haalbaar, maar meer nodig voor klimaat

Gisteren, 15:40

DNB verwacht dat huizenprijzen komende jaren verder oplopen

Gisteren, 12:25

Nieuwe eigenaren voor designlocatie Kazerne

Gisteren, 10:00

Nederlandse bureaus gelauwerd bij Prix Versailles

12 december, 12:05

Nieuw onderzoek: aantal daklozen verschilt sterk per regio

12 december, 11:08

Schoof hoopt dat pensioensector snel weer meepraat over woningbouw

12 december, 9:11
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
wienerberger
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan