Arjen van Veelen
Boekomslag 'Rotterdam. Een ode aan inefficiëntie'

Schrijver Arjen van Veelen: Rotterdam is in de greep van het vierkante denken

13 maart 2023, 14:15
Een van de succesvolste boeken van het moment is Rotterdam. Een ode aan inefficiëntie. Schrijver en journalist Arjen van Veelen portretteert in het boek de Maasstad en haar inwoners – met name de bewoners die niet hebben geprofiteerd van de recente opleving van Rotterdam. In een gesprek met Architectenweb vertelt hij onder meer over de ongelijkheid in de stad, de tragische kant van de wederopbouw en hoe het efficiënte of ‘vierkante’ denken ook bepalend is in de architectuur. “In De Rotterdam herkende ik ineens een stapel rechtop gezette containers.”

Rotterdam heeft in de afgelopen vijftien jaar een enorme bloei doorgemaakt. Van een stad waarvan de bewoners trots ontleenden aan haar lelijkheid en waar buitenstaanders vrijwel alleen kwamen als ze er echt moesten zijn, werd het een van de populairste steden van het land. Er verrezen prachtige nieuwe gebouwen als het centraal station en de Markthal, de openbare ruimte werd flink opgeknapt en het culturele en uitgaansleven kregen een enorme boost. Behalve dat Rotterdam uitgroeide tot een toeristische trekpleister, trok de arbeidersstad nieuwe, welvarender bewoners aan. Onder hen Arjen van Veelen en zijn gezin, die waren teruggekeerd uit de Verenigde Staten om zich te settelen. Hoewel de schrijver is geboren en opgegroeid in Rotterdam, lag het niet per se voor de hand dat hij daar weer zou gaan wonen. Ook hij werd gelokt door de lovende verhalen die over de stad werden geschreven en rondverteld, een weekendje met zijn vrouw in De Rotterdam deed de rest.      

“We waren meteen stapelverliefd op de stad”, zegt Van Veelen. “De eerste indruk die je als toerist krijgt is: wauw, wat een metamorfose, wat een inhaalslag heeft Rotterdam gemaakt. En wat een energie heerst er in de stad. Dit was een plek waar we wilden wonen. Het bleek niet alleen een oppervlakkige eerste indruk, Rotterdam wás ook mooier en aangenamer geworden. Wel volgde vrij snel een reality check toen we daadwerkelijk een huis gingen kopen. Zelfs als twee hoogopgeleiden met goede banen moesten we in de rij staan voor een woning, terwijl ik de stad van vroeger kende als een plek waar je altijd wel terecht kon. Zo hadden mijn ouders met een bescheiden inkomen ook een koopwoning. Maar goed, we namen de hogere prijs op de koop toe, want in de wijk Middelland waar we zijn komen te wonen, was en is het goed toeven. Ons pleintje is opgeknapt, de stoepen zijn breder gemaakt en binnen straal van honderd meter rond ons huis zitten er vier koffietentjes en vijf bars met het juiste wijntje of biertje. Voor ons is Rotterdam een geweldige stad.”

Dat dit niet voor iedereen geldt, merkte Van Veelen al gauw toen hij besloot om een boek te gaan schrijven over Rotterdam. Hij struinde rond door de Maasstad, ontmoette mensen die het vele malen lastiger hadden om het hoofd boven water te houden en ontdekte zo dat er veel ongelijkheid heerst in de stad. “Hiervóór heb ik een boek geschreven over St. Louis, de Amerikaanse stad waar ik heb gewoond. Die stad is enorm afgegleden, van de tweede of derde stad van de VS naar een zwaar verpauperde en grimmige stad. In het opgebloeide Rotterdam is het bestaan voor veel inwoners ook hard. Het is een stad met enorme, bijna karikaturale tegenstellingen. Voor een specifieke doelgroep, waartoe ik mezelf ook reken, heeft ze veel te bieden, maar er wonen ook mensen die hongerlijden – letterlijk, ze hebben geen eten. Rotterdam is verreweg de armste van de grote steden, een op de vijf inwoners groeit op in armoede. Je hoeft echt maar een of twee stappen buiten je bubbel te zetten, aanbellen bij de overburen bijvoorbeeld, en je schrikt van wat je ziet.”

Sloop Tweebosbuurt
Rotterdam toont zich vaak ongenadig voor zijn minderbedeelde inwoners, terwijl de stad er juist zoveel heeft, schrijft Van Veelen. Bijstandsfraude wordt er keihard aangepakt, er wonen relatief veel slachtoffers van de toeslagenaffaire (het aangrijpende hoofdstuk De sterke schouders van Nadia gaat erover) en bij de vernieuwing van de stad staan arme Rotterdammers regelmatig buitenspel. In zijn boek besteedt Van Veelen aandacht aan de sloop van de Tweebosbuurt op Zuid, waar honderd jaar oude blokken met louter sociale huurwoningen momenteel plaatsmaken voor nieuwbouw met ook duurdere woningen.

“Aanvankelijk vond ik slopen geen slecht idee”, zegt de auteur. “Toen ik ben gaan kijken, zag ik een zeer verpauperde buurt met kapotgeslagen ramen en afval op straat. Bovendien waren het louter sociale huurwoningen op een A-locatie, terwijl je er in Rotterdam al zoveel op dit soort plekken hebt. Waarom zou je er dan geen duurdere woningen bij bouwen, dacht ik, dan kunnen arm en rijk naast elkaar wonen. In gesprekken met bewoners kwam ik tot een ander inzicht. Zij waren vaak zeer gehecht aan hun buurt, sommigen woonden er al hun hele leven. Deze mensen hadden geen enkele inspraak, ze kregen domweg een brief op hun deurmat met de mededeling dat hun huis zou worden gesloopt. En omdat er minder sociale huurwoningen terug werden gebouwd dan dat er waren, moesten veel mensen de buurt ook nog verlaten. In sommige gevallen werd hen slechts een kilometer verderop een nieuwe woning aangeboden, maar dat voelde voor die bewoners alsof ze naar Dubai of Parijs moesten. Ze werden uit hun vertrouwde omgeving getrokken.”

Zoals de Afrikaanderwijk ruim vijftig jaar geleden al in opstand kwam tegen de stadsvernieuwing van die tijd (met de beruchte ‘Turkenrellen’ als startpunt), lieten de bewoners van de Tweebosbuurt ook nu hun tanden zien. Ze spanden rechtszaken aan tegen het inmiddels opgesplitste Vestia, of werden zelf voor de rechter gesleept door de corporatie omdat ze weigerden te verhuizen. Daarmee staken ze bovendien ‘een spaak in het wiel van de efficiëntie’, zoals Van Veelen het verwoordt, refererend aan het hoofdthema van zijn boek. In plaats van zich ‘als meubels door de stad te laten verplaatsen’ om ruimte te maken voor een welvarender deel van de bevolking, streden ze voor hun plek. Dat de buurt momenteel toch wordt gesloopt, is volgens Van Veelen niet alleen tragisch voor de bewoners. “Het zijn historische panden die daar tegen de vlakte gaan. Ik denk dat we er over vijftig jaar spijt van hebben dat ze zijn verdwenen, in plaats van dat we ze hebben gerestaureerd.”

Het vierkante denken
Het efficiënte denken, ofwel redeneren vanuit economisch oogpunt, heeft de hele maatschappij en dus ook Rotterdam in zijn greep. In zijn bijzonder beeldend geschreven boek neemt Van Veelen de zeecontainer als symbool voor dit ‘vierkante’ denken. Dat doet hij niet toevallig, want het eerste containerschip voer in 1966 vanuit New York de haven van Rotterdam binnen. En laat die haven nu juist erg van invloed zijn geweest op de Maasstad, zowel qua ontwikkeling als mentaliteit. “Eind negentiende eeuw was Rotterdam een piepkleine stad, maar door de groei van de haven werd het een boomtown. Er bestond geen stedelijke elite of intellectuele voorhoede en de vele migranten – die eerst uit Brabant en Zeeland en later uit landen als Marokko kwamen – waren niet al te mondig. Het was de economische motor die aan de touwtjes trok in de stad, de havenbaronnen kregen veel macht. Op die manier is een bestuurscultuur ontstaan waarbij van bovenaf wordt bepaald wat goed is voor de stad en waarin het economisch denken voorop staat.”

Een wrang voorbeeld hiervan is de wederopbouw van het stadscentrum na het bombardement van 1940. Of beter gezegd, de wederopbouw van het centrum na de Tweede Wereldoorlog. “Je hebt de hele bekende foto waarop je de Laurenskerk ziet, te midden van een grote kale vlakte. Ik dacht altijd dat die vlak na het bombardement is genomen, maar hij stamt pas van enkele jaren na de oorlog. De meeste panden in het centrum zijn toen namelijk gesloopt. Niet omdat ze onherstelbaar beschadigd waren, maar omdat men een nieuwe stad wilde bouwen. Dat plan lag er al voor de oorlog. In plaats van een plek waar mensen kunnen wonen, kreeg het Rotterdamse centrum een economische functie.” Voor inwoners van de stad was er geen ruimte voor sentiment of zelfs rouw om de doden van de oorlog. De stad moest herrijzen en bewoners werden gedrild in het vooruitgangsdenken. “Een van de meest tragische dingen vind ik dat Rotterdammers er zich voor excuseerden als ze de oude stad zeiden te missen. Daar vertelden ze altijd bij: ik zal wel ouderwets zijn, maar… Tijdens het schrijven van mijn boek zag ik ingekleurde filmpjes over het centrum van voor de oorlog en ik viel zowat van mijn stoel. Dat was echt een prachtig stukje Rotterdam. Mag je daar dan geen weemoed bij voelen? Grappig genoeg gaan zulke filmpjes tegenwoordig ook rond onder jongeren in de stad, zij vinden het oude Rotterdamse centrum vaak erg mooi.”

Dystopische samenleving
Wat het vooroorlogse centrum volgens Van Veelen bezat, is authenticiteit. Ook voelden mensen zich er thuis. Bij het vierkante denken gaan juist die aspecten verloren, meent de schrijver. “Efficiëntie op zich is een fantastisch ding, ik probeer mijn leven ook zo efficiënt mogelijk in te richten. Alleen, als je het als leidraad neemt voor alles, creëer je een dystopische samenleving. Een wereld die compleet in het teken staat van economische groei, is ontmenselijkt en kent veel ongelijkheid. In de Rotterdamse haven zie je dit op uitvergrote wijze, maar ook in de stad zelf vindt dit proces plaats. Wat je daardoor krijgt, is ongeziene onvrede onder de inwoners, die af en toe ineens opborrelt zoals bij de sloop van de Tweebosbuurt of drie jaar geleden bij de coronarellen in Zuid.”

Of de torens die momenteel verrijzen in Rotterdam ervoor zullen zorgen dat bewoners zich weer aan hun stad gaan hechten, waagt Van Veelen te betwijfelen. Het vierkante denken is zowel in letterlijke als figuurlijke zin bepalend voor hoogbouw. “Toen ik een keer weer voor De Rotterdam stond, nadat ik voor mijn boek een tijdje in de haven had gewerkt, herkende ik in het gebouw ineens een stapel rechtop gezette containers. Zelfs de ribbels van de gevel leken een knipoog naar de container”, zegt de schrijver. “Ik vind het een mooi gebouw, net als bijvoorbeeld ook de Zalmhaventoren. Alleen zie je bij torens vaak een stapeling van telkens dezelfde plattegronden, bedoeld om op efficiënte wijze zoveel mogelijk vierkante meters weg te zetten. Ik ben weleens bang dat we zijn vergeten wat een huis is, of wat het hoort te zijn. Dat je kiest voor een omweg en onderzoekt waar mensen behoefte aan hebben, in plaats van domweg verdiepingen stapelen of containerwoningen neerzetten op een plek waar toevallig een lapje grond vrij is.”

Kubuswoningen
Iemand die volgens Van Veelen wel de ‘long way home’ nam om tot een goed ontwerp te komen, is Piet Blom. Grappig genoeg de architect van de bekendste huizen van Rotterdam, de kubuswoningen. “Blom is opgegroeid in de Amsterdamse Jordaan, een echte volksbuurt, en snapte dat het weefsel van de stad belangrijk is. Ik heb het over een stad met een straatleven en waar mensen die bij elkaar over de vloer komen. Veel woongebouwen zijn tegenwoordig zo ingericht dat je niemand hoeft tegen te komen en je in je bubbel kunt blijven. Blom zei eens in een interview dat hij een hekel heeft aan het concept wonen, omdat je constant binnen zit en niemand meer spreekt. Hij kieperde de bewoners op straat door hun kubus te kantelen. En als ze hun interieur wilden inrichten, moesten ze creatief zijn. Ik weet inmiddels dat het erg waardevol is om de straat op te gaan. Ook in Rotterdam ontmoet je dan mensen die tegen de stroom in te gaan.”

Gerelateerde nieuwsberichten

Andere nieuwsberichten

Woongebouw Civic Architects vormt herkenningspunt langs Tolhuiskanaal

Gisteren, 14:34

Vernieuwd interieur voor gemeente Heemskerk

Gisteren, 13:33

Ontwikkeling gebouwencomplex Amstel Vista bij Berlagebrug gestart

Gisteren, 11:06

TALKS about architecture organiseert twee lezingen in januari

12 december, 4:26

PBL: duurzaam energiedoel haalbaar, maar meer nodig voor klimaat

Gisteren, 15:40

DNB verwacht dat huizenprijzen komende jaren verder oplopen

Gisteren, 12:25

Nieuwe eigenaren voor designlocatie Kazerne

Gisteren, 10:00

Nederlandse bureaus gelauwerd bij Prix Versailles

12 december, 12:05

Nieuw onderzoek: aantal daklozen verschilt sterk per regio

12 december, 11:08

Schoof hoopt dat pensioensector snel weer meepraat over woningbouw

12 december, 9:11
Ronnie WeessiesRedacteur
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
wienerberger
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan