Nieuw appartementsgebouw met oog voor detail
3 mei 2018
Op Zeeburgereiland, één van de recentste uitbreidingsgebieden in de Nederlandse hoofdstad Amsterdam, schiet de nieuwbouw als paddenstoelen uit de grond. Na het vertrek van de plaatselijke waterzuiveringsinstallatie wordt er op korte tijd wel heel snel ontwikkeld, met als toppunt binnenkort ook het hoogste torengebouw van Amsterdam. Dat elk onderdeel van dit groot stedenbouwkundig plan aan het beeldkwaliteitsplan moest voldoen, ondervonden architecten Tonko Leemhuis en Melvin Kaersenhout aan den lijve, al was het vooral hun eigen gedrevenheid die bijdroeg tot de nauwkeurige detaillering en strakke belijning van het appartementsblok dat zij voor hun rekening namen.
Oog voor detail
Net dat oog voor detail bleek de gemeenschappelijke deler tussen beide architecten. Tonko Leemhuis (NwA Architecten) kreeg de opdracht van de projectontwikkelaar en stond in voor de architectuur van het appartementsblok. Op zijn beurt huurde hij Melvin Kaersenhout (studioMAEK) in om bij te springen met de uitwerking van het project. De gelegenheidssamenwerking beviel beide architecten zo goed, dat ze inmiddels ook aan andere projecten hebben samengewerkt.
Melvin Kaersenhout: “Tonko en ik vonden elkaar in onze manier van ontwerpen. Allebei zijn we klassiek geschoold en kunnen we nog detailleren, iets wat je steeds minder vaak ziet omdat heel wat architecten hier nooit meer aan toekomen. Vaak krijg je er gewoonweg de kans niet voor om budgettaire redenen of omwille van timing, terwijl in de details net de kwaliteit van architectuur zit.”
“De grote lijnen moeten goed zitten in het ontwerpconcept,” vult Tonko Leemhuis aan, “maar als je dat niet doortrekt tot in de details doet dat afbreuk aan het resultaat, en dat is jammer. Daarom is het zo belangrijk dat een architect niet alleen ontwerpt, maar ook opvolgt. En dan nog staat of valt een geslaagde architectuur met een goeie opdrachtgever én een team – van leveranciers tot uitvoerders – die het proces begrijpen en open staan voor transparante communicatie tijdens de volledige duur van een project. Ons gezamenlijk project op Zeeburgereiland was op dat vlak een schoolvoorbeeld.”
Eén team, één visie
Leemhuis: “Alle betrokken partijen moeten hetzelfde doel voor ogen hebben, namelijk een mooi gebouw afleveren. Dat maakt dat iedereen moet openstaan voor elkaars belangen en moet meedenken aan oplossingen voor de problemen die zich voordoen. In de praktijk is dit niet altijd even simpel, maar het concrete voorbeeld van hoe de raamventilatie in dit geval uiteindelijk toch discreet geïntegreerd kon worden, bewijst dat het wel degelijk kan. In het project van NwA was er op dat vlak nu eenmaal ruimte voor productontwikkeling, waar Melvin uiteindelijk heel ver in is gegaan, in samenspraak met alle betrokkenen.”
Discreet geïntegreerde raamventilatie: ‘de heilige graal in het detailleren’
“Dit specifieke voorbeeld is mij al ruim 10 jaar een doorn in het oog,” blikt Kaersenhout even terug in de tijd. “Je moet maar eens langs een wijk rijden die dateert uit de jaren ’60: roosters op glas lieten niet toe om ze mooi te integreren. Tegenwoordig zijn de mogelijkheden zoveel uitgebreider, dat het in de praktijk geen probleem meer mag vormen om dit detail in de gevel discreter te integreren. Alleen blijkt dat specifiek voor Nederland toch weer zodanig op praktische obstakels te botsen, dat het voor mij persoonlijk bijna mijn heilige graal in het detailleren geworden is.”
Kaersenhout beet inderdaad meermaals zijn tanden stuk op de typisch Nederlandse bouwwijze met behulp van een stelkozijn. Die montagemethode (waarbij het raam van buitenaf tegen een aanslag gemonteerd wordt) stond tot dusver een integratie van een ventilatierooster in het raamkozijn in de weg. Na 10 jaar vond hij in Renson eindelijk een ventilatiepartner die mee wou stappen in de ontwikkeling van een oplossing voor het probleem dat zich wederom voordeed in dit specifieke project op Zeeburgereiland. “Teamwork is hierbij het codewoord gebleken, blikt Bas van Gestel (conceptadviseur Renson Nederland) op dit project terug. “En Renson heeft beseft dat het moest meedenken met architecten, voorschrijvers en aannemers om een aangepaste praktijkoplossing te bieden. Dat ook profielleverancier Reynaers hiervoor open stond, was een extra voorwaarde op slagen.”
“Nochtans kwam die vraag al vaker vanuit de markt, maar werd er tot dusver nooit eerder gehoor aan gegeven,” beaamt Theo Karnebeek (Architecten adviseur Reynaers). “Nederland is nu eenmaal uniek met zijn stelkozijnmontage, en naast de kozijnen op zich, krijg ik van architecten ook altijd vragen naar welk glas optimaal is en hoe ook ventilatie subtiel en efficiënt geïntegreerd kan worden voor een totaaloplossing die voldoet aan alle energetische, akoestische én esthetische eisen. Aangezien dit onze corebusiness niet is, is het wel aangenaam om weten dat we daarvoor op specialisten ter zake zoals Renson kunnen terugvallen. Samen met Bas zaten we dus al snel op dezelfde golflengte om dit project te laten slagen.”
Kaersenhout: “Na 10 jaar frustratie kreeg ik nu dus eindelijk gehoor. Het punt is dat de markt maar producten voorschrijft, maar dat geen enkele leverancier tot dusver met een oplossing kwam om ook bij het isokorf bouwsysteem de raamverluchting discreet te integreren in het raam.”
Isokorf als aanleiding
Het Isokorf bouwsysteem - nochtans al ruim 20 jaar in gebruik in de Nederlandse bouwsector - dat toegepast werd bij het project op Zeeburgereiland was inderdaad de rechtstreekse aanleiding voor de projectoplossing met betrekking tot de raamventilatie waarmee Renson op de proppen kwam.
Leemhuis: “Wij wilden de onderkant van de balkons sowieso gelijk uitgelijnd zien met het plafond binnen in de appartementen. Dit soort architectuur vraagt dat nu eenmaal om de ‘banden’ die de balkons vormen te laten doorlopen. Maar het brengt wel met zich mee dat je ook de ventilatie bovenop het raam verdekt moet kunnen integreren. Zo is het verhaal van de samenwerking met Renson eigenlijk begonnen.”
Kaersenhout: “Ik vroeg me altijd al af waarom geen enkele ventilatieleverancier een aangepast systeem kon ontwikkelen net zoals een raamconstructeur doet voor plaatsing van buitenaf. Een referentiekader was er in Nederland evenwel niet. Je deed het met wat er op de markt voorhanden was, want op de vraag naar aangepaste mogelijkheden was het antwoord steevast ‘neen’. Het resultaat is dat architecten gaan detailleren naar het aanbod dat er is, ook al is dat niet steeds de mooiste optie. Dat de meeste kozijnenleveranciers uit België of Duitsland komen is ook al niet bevorderlijk om een specifiek Nederlandse bouwoplossing hiervoor ontwikkeld te zien.
Uiteindelijk bleken vooral de garanties (op vlak van waterdichtheid en afdichtingen van de totaalintegratie) de spelbreker te zijn om iemand bereid te vinden zijn nek uit te steken voor een specifieke oplossing voor dit project. Leemhuis: “Nu is die garantie uitgesplitst voor het kozijn enerzijds en de raamventilatie anderzijds. Maar wat wij in dit geval getracht hebben en wat uiteindelijk ook goed gelukt is, is om de beide te integreren van 2 losse producten tot 1 gezamenlijke oplossing. De raamprofielen waren dan wel al doorgetrokken voor plaatsing in een isokorf-systeem, enkel de roosters bleven op dat vlak achterwege.”
Raamkozijn en ventilatierooster: één geheel
De oplossing die Renson voor dit project ontwikkelde ziet er heel slank uit. Melvin Kaersenhout verwoordt het zo: “Het kozijn camoufleert het ventilatierooster of ook: het kozijn ís het ventilatierooster, én omgekeerd. Het is heel minimaal en veel mooier dan dat het rooster in het glas zou ingewerkt zitten.”
“Als leverancier met Belgische roots, was het ook voor Renson geen sinecure om zich hiervoor te engageren,” geeft Bas van Gestel toe. “Al drong het belang daarvan al snel door in het bedrijf, dat vol inzet op innovatie.”
Technisch gezien werd volgens Van Gestel het Invisivent raamrooster zo aangepast voor de raamprofielen van Reynaers dat het aanslagprofiel dat anders bovenop het raamkozijn zat, nu aan de bovenkant van het ventilatierooster (dat bovenop het raam gemonteerd wordt) voorzien werd. De raamprofielen werden op hun beurt bovenaan voorzien van een flens voor de montage van de Invisivent. En ook de zijkanten van de raamprofielen werden net zo hoog doorgetrokken als de Invisivent die er op komt.
Kaersenhout: “Uiteindelijk zijn we hiermee veel verder gegaan dan oorspronkelijk voorzien was, maar dat maakt me er niet minder gelukkig om.” “Eigenlijk is deze oplossing niet eens zo ver gezocht,” vult Leemhuis aan, “je combineert gewoon 2 producten in 1 geheel. Alles lag op tafel, het was enkel nog wachten op die ene kleine aanpassing. Dat raamconstructeur Schippers Kozijnen op het vlak van de garantie voor het totaalpakket de kastanjes uit het vuur haalde, bleek een doorslaggevende factor.” “Voor het Zeeburgereiland-project is het ventilatierooster dus geïntegreerd in het kozijn, met een aanslag rondom om tegen het houten stelkozijn te kunnen monteren. Voor aannemer HSB was dat een belangrijk punt: hij bestelt een kant-en-klaar product waarvan hij op z’n beide oren kan slapen dat het klopt en dat het onder de garantieregeling valt.”
Tonko Leemhuis: “En zo kom je terug op het punt dat teamwork onontbeerlijk is voor dit soort ontwikkelingen. Daarbij is elke schakel belangrijk: van leverancier (Renson) over architecten, raamconstructeur (Reynaers), aannemer en installateur tot opdrachtgever: had één van hen hiervan het nut niet ingezien of hier niet voor open gestaan, dan was er nooit een oplossing gekomen. Alles hangt van de transparante communicatie binnen dat hele bouwteam af. Daardoor kon alles openlijk bediscussieerd worden en is iedereen mee in het verhaal. Ondanks de grote esthetische bevoegdheid die wij als architecten kregen, was dat in ons eentje nooit gelukt.”
<kaderstuk> Ontwerp van appartementsgebouw op Zeeburgereiland
Tonko Leemhuis van NwA architecten: “Al bij een voorlopig ontwerp maken we doorsnedes en aanzichten, weliswaar voorlopig, maar de essentie zit er al in. Dat is echt een stokpaardje van ons. We leggen een beeld vast en beginnen met fragmenten in detail uit te werken. In dit geval mochten we er niet aan denken dat het nachtmerriescenario uitkwam met een extra aluminium tussenschoot voor de raamverluchting boven op het glas.”
Het ontwerp van dit appartementsgebouw is volgens de architecten heel snel tot stand gekomen. Vanaf de eerste schets was duidelijk dat het willekeurig patroon van horizontale banden met uitspringende balkons de eyecatcher moest worden. “We hebben daarbij heel erg gefocust op mooie detailleringen in het metselwerk en de juiste verhoudingen tussen de onderdelen van het gebouw,” verklaart Melvin Kaersenhout zich nader. “Al in de fase van het voorontwerp was er sprake van een vlotte samenwerking tussen opdrachtgever, aannemer en installatieadviseurs. Dat we zo vanaf het prille begin al ongelofelijk veel kwaliteit konden borgen, zorgde er onder andere voor dat de nodige vergunningen niet lang op zich lieten wachten. Voor ons als architecten, bracht dit met zich mee dat we daardoor de luxe hadden om ons te focussen op details, zoals de geïntegreerde raamventilatieroosters en de hemelwaterafvoerleidingen die in de spouw opgenomen werden (ook al een complex gegeven omwille van de vaste Isokorf-balkons).
Architect: NWA Architecten
Bouwkundige uitwerking: studioMAEK
Opdrachtgever: Jan Hein Vinck JV SVV Projecten B.V.
Aannemer: HSB
Raam- en deurfabrikant: Schipper Kozijnen
Aluminium systeem leverancier: Reynaers
Leverancier raamventilatie: Renson