Hans Oerlemans
Place Plan stationsomgeving in Perth
Copyright: wOnder city + landscape / Place Laboratory
Masterplan Canning City Centre
Copyright: Place Laboratory
Railway Square Canning
Copyright: Place Laboratory
Upgrade winkelstraat in Subiaco
Copyright: Place Laboratory
CarYard street activation, Claremont
Copyright: Place Laboratory
Hans Oerlemans
Place Plan stationsomgeving in Perth
Copyright: wOnder city + landscape / Place Laboratory
Masterplan Canning City Centre
Copyright: Place Laboratory
Railway Square Canning
Copyright: Place Laboratory
Upgrade winkelstraat in Subiaco
Copyright: Place Laboratory
CarYard street activation, Claremont
Copyright: Place Laboratory

Zomerserie: Architect in... Australië

30 juli, 11:23
Deze zomer interviewt Architectenweb Nederlandse architecten die wonen en werken in het buitenland. We vragen ze onder meer naar hoe het ervoor staat met de architectenbranche in ‘hun’ land, wat de toekomstperspectieven zijn en in hoeverre de situatie er vergelijkbaar is met die in Nederland. In de vierde aflevering spreken we landschapsarchitect en stedenbouwkundige Hans Oerlemans, die in Syney het bureau wOnder city + landscape bestiert. “Over het algemeen lopen ze in Australië zo’n twintig à dertig jaar achter op de vakontwikkelingen in Nederland.”

Jij bent een van de oprichters, oftewel de O van OKRA landschapsarchitecten. Na je afscheid daar ben je in 2011 naar Australië geëmigreerd. Waarom was dat?
“Ik wilde altijd al een tijd in het buitenland wonen en werken. Dat heb ik in 2000 gedaan in San Francisco, bij Peter Walker Partners. Toen ik terugkwam bij OKRA, dacht ik: dat was geweldig. Nu wil ik het permanent. Alleen hoefde ik niet naar Amerika, vanwege de te grote waardeverschillen. Maar het moest wel warm zijn, Engelstalig - want zo goed in talen ben ik nu ook weer niet - en westers, zodat ik nog wat kon met mijn opgebouwde kennis. En ik wilde niet alleen. Jaren later heb ik mijn man leren kennen. Na een jaar kwamen we erachter dat we allebei wilden emigreren. Hij wilde naar Australië, waarop ik zei: dat past perfect op mijn lijstje, maar ik ben er nog steeds niet geweest. Dus zijn we er kort naar toe gegaan en hebben we vervolgens de knoop doorgehakt. Daarna kostte het nog 2,5 jaar aan visa-procedures, maar toen konden we eindelijk vertrekken.”

Wat ben je in Australië gaan doen?
“Ik ben begonnen met een jaar sabbatical. Na twintig jaar in het vak wilde ik me bezinnen op wat ik tot dusver had gedaan en waar ik me toen op wilde focussen. Ik heb veel vakboeken gelezen, steden en congressen bezocht en vakgenoten gesproken. Vervolgens wilde ik weer het vak in, maar dat was nogal lastig vanwege de plek waar we woonden, in de regio in Queensland. Er waren geen banen en ik had geen netwerk. Toen kreeg mijn man een kans aan de andere kant van het land, in Perth. Na zijn proefperiode ben ik meeverhuisd en had ik meteen werk bij een groot ingenieursbureau. Dat was niet mijn cultuur. Een jaar later vroeg de eigenaar van een klein ontwerpbureau om bij haar te komen werken en dat klikte veel beter.”

Hoe is het om als landschapsarchitect en stedenbouwkundige in Australië te werken? Kun je daar veel betekenen in die functies?
“Over het algemeen lopen ze in Australië zo’n twintig à dertig jaar achter op de vakontwikkelingen in Nederland. In Sydney en Melbourne wat minder, op andere plekken meer. Landschapsarchitecten hier zetten nog vooral de plantjes neer en stedenbouwers zijn meer planologen dan ontwerpers. In het begin vond ik dat nogal moeilijk om mee om te gaan. Je zou denken: vanuit deze expertises heb je veel te bieden. De meeste mensen begrepen echter niet waar ik het over had. De verschillen met zaken die je als Nederlander vanzelfsprekend vindt waren te groot. Bijvoorbeeld dat je in een project samenwerkt met zowel de gemeente als ontwikkelaar. Dat is hier niet gebruikelijk. Dat geldt ook voor zaken als de culturele waarden van een wijk of landschap als inspiratie nemen voor een ontwerp, dat je historische kaartmateriaal raadpleegt of dat bomen aan de straat worden opgesnoeid, zodat je er onderdoor kunt lopen. Dat gebeurt hier vrijwel niet en het was een hele oefening om met die verschillen om te leren gaan. Aan de ene kant vond ik het heel leerzaam, want ik moest bij mezelf nagaan waarom al die dingen eigenlijk ‘logisch’ waren. Iets waar je in Nederland nauwelijks bij stil staat. Aan de andere kant was frustrerend, omdat je zoveel potenties ziet in elk project die je bij lange na nooit zult benutten. Soms heb je een project waarin veel bij elkaar komt en dan kun je ineens een groot verschil maken. Het is geweldig om te zien als mensen om je heen het ‘snappen’ en waarderen wat je hebt in te brengen. Dat zijn de momenten die ik koester om door te gaan.”

Je hebt ook lesgegeven in Perth, onder meer landschapsarchitectuur aan de universiteit. Wat heb jij de studenten willen leren?
“Vooral dat straten ook openbare ruimte zijn. Straten heten hier road reserves en zijn het domein van verkeerskundige en civiele ingenieurs. Een woonstraat met dertien meter breed asfalt is hier heel normaal. Met daarnaast een bermpje met kleine bomen en voetpaden waarop je moet bukken om onder die boompjes door te lopen. En dat is tachtig procent van alle openbare ruimte. Tachtig procent aan publieke ruimte die lopen en fietsen ontmoedigt, sociale contacten bemoeilijkt en bij temperaturen van veertig graden enorme stedelijke hitte veroorzaakt. Dat kan beter, maar het is niet iets waar de ingenieurs hier oog voor hebben. Landschapsarchitecten en stedenbouwers hebben daar een belangrijke taak in.”

Wat zijn de ruimtelijke opgaven in Australië?
“Op dit moment is het tekort aan betaalbare woningen een van de grootste opgaven. Het is fascinerend om te zien hoe Australië en Nederland met hetzelfde probleem worstelen, maar dat de oorzaken totaal anders zijn. Hier hebben belastingvoordelen voor beleggers bijvoorbeeld de prijzen enorm opgedreven. Wat ook bijdraagt is dat men hier gewend is om in vrijstaande huizen op relatief grote kavels te wonen. Er worden ook woontorens in hoge dichtheden gebouwd, maar daar willen de meeste ‘traditionele Australiërs’ niet wonen. Je vindt er vooral immigranten. The missing middle met rijtjeshuizen en woonblokken van zo’n vier lagen is lastig te realiseren. De vakwereld weet niet goed hoe dat moet en vraagt zich af of er wel behoefte aan is.

Er zijn natuurlijk tal van andere grote opgaven, zoals bosbranden, overstromingen, watertekorten, hittestress, dalende leefbaarheid voor regionale gemeenschappen en respect voor Country en Aboriginal Rights, maar de verschillen per staat en regio zijn groot. Als relatieve buitenstaander zie ik ook andere enorme opgaven. De gigantische ruimteverspilling bijvoorbeeld, doordat dubbel ruimtegebruik vaak verboden is. Of landbouwgebieden zo groot als België waar vrijwel geen boom meer staat of insect meer vliegt; vergeleken daarbij blaakt de Nederlandse landbouw van de biodiversiteit. Deze problemen worden hier in Australië vrijwel niet onderkend.”

Nu zijn Nederland en Australië natuurlijk totaal verschillende landen. Kunnen wij hier desondanks ook iets leren van de Australische praktijk?
“Dat vind ik lastig te zeggen. Er zijn hier natuurlijk best inspirerende projecten. Maar op een grotere schaal? Toen ik net uit Nederland vertrok kon ik nog een goede vergelijking maken. In Nederland werd er bijvoorbeeld enorm veel verwacht van individueel opdrachtgeverschap. Dat gebeurde hier al decennia en bood niet de oplossingen waar in Nederland op werd gehoopt. Omgekeerd werd hier ingezet op het verhogen van de woningdichtheid om wijken levendiger en duurzamer te maken. Maar de beoogde dichtheden bleven ver onder die van een gemiddelde Vinex-wijk. Pas als je over de grens kijkt, valt de betrekkelijkheid van de lokale oplossingen op. Alleen ben ik inmiddels geen nieuwkomer meer en werk ik al bijna vijftien jaar niet meer in de Nederlandse praktijk.

Wat wel duidelijk is, is het grote verschil in mandaat dat de overheid heeft in planning. Dat is hier zo veel minder. Stadsvernieuwing zoals in Nederland is hier ondenkbaar. Dat betekent wel dat bewoners meer ruimte hebben om zelf actief te worden. Om bijvoorbeeld bermen te gebruiken als moestuin, buurttuinen op te richten of gezamenlijk een armoedige winkelstraat activeren. Ik ben benieuwd of daar iets in zit waar Nederland van kan leren.”

De afgelopen twee jaar heb je op verschillende plaatsen in Australië gewoond, in Tasmanië en zelfs nog een jaar weer in Nederland. Vanwaar al die verhuizingen?
“Simpel; de banen van mijn man. Hij werkt in de kunstsector. In een dunbevolkt land als hier moet je dan voor een volgende carrièrestap vaak over grote afstanden verhuizen. Dat is voor mij niet zo handig, want op die nieuwe plek kennen de mensen je niet en weten ze niet wat je gedaan hebt. Het kost tijd om een netwerk en vertrouwen op te bouwen. Mijn netwerk in Perth heeft me in Tasmanië weinig te bieden. We hebben daarom de afspraak dat hij voor de meeste inkomen zorgt, terwijl ik mijn nieuwe netwerk opbouw en ondertussen aan een boek werk. Alleen hebben zijn banen elkaar wat sneller opgevolgd de afgelopen paar jaar. Aan de andere kant duurt mijn schrijfwerk ook langer, dus we maken er het beste van.”

Met dat boek ben je de afgelopen twee jaar bezig geweest. Kun je er meer over vertellen?
“Het is een boek met twee kanten. Aan de ene kant is het een handleiding voor Scenario Spelen, een bewonersparticipatiemethode die ik rond 2000 met Dolte en OKRA heb ontwikkeld. De methode biedt bewoners een speels middel om vat te krijgen op een ruimtelijke opgave. Ik heb de methode meegenomen naar Australië en het werkt ook hier als een trein. Alleen zit het allemaal in mijn hoofd en wil ik de methode voor iedereen beschikbaar maken. Aan de andere kant is het boek een beschouwing van de ruimtelijke planning zoals die zich in de afgelopen tweehonderd jaar heeft ontwikkeld, waar het fout gaat en welke kant het in mijn ogen op zou moeten. Dat geeft een context voor de Scenario Spelen; voor waarom ze van belang kunnen zijn.”

Zou je nog weer terug willen naar Nederland of blijf je in Australië?
“Alleen als ik ooit naar een verzorgingstehuis zou moeten. Ik heb hier in verschillende welstandscommissies gezeten en daar heb ik verzorgingstehuizen beoordeeld die we in Nederland al in de jaren negentig begonnen af te breken omdat we ze mensonwaardig vonden. Zulke tehuizen worden hier nu nog gebouwd. Dus nee, dank je. Als het ooit zover mocht komen dat ik in een verzorgingstehuis zou moeten, dan kom ik terug. Maar liever blijf ik hier genieten van het heerlijke klimaat en de immense natuur. “


Werk jij ook als architect in het buitenland? Geef je dan op voor deze zomerserie via redactie@architectenweb.nl!

Andere nieuwsberichten

Kleurrijke kantooromgeving met aandacht voor welbevinden.

3 uur geleden

Woonpioniers ontwerpt huis van strategisch positioneerde 'blokken'

Vandaag, 13:58

Een architect van fundamentele andersheid

Vandaag, 11:51

Dak NEMO Science Museum ondergaat flinke vergroening

Vandaag, 11:17

Nominaties Haagse Openbare ruimte Prijs 2024 bekend

4 uur geleden

Zo'n 1,75 miljoen mensen bezochten Open Monumentendag

Vandaag, 09:43

Symposium over De Groene Stad van de Toekomst in Almere

13 september, 4:18

Rechtspraak kritisch op inperken procedures tegen stroomprojecten

13 september, 11:29

ING: woningnood dwingt jongeren grote levenskeuzes uit te stellen

12 september, 1:54

Grote toename stikstof in bodem Nederlandse bossen gemeten

12 september, 9:14
Ronnie WeessiesRedacteur
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan