Villa S in de Brabantse weilanden oogt aan de straat gesloten en introvert maar blijkt aan de achterkant verrassend open dankzij een aluminium schuifpui. Het interieur is juist expressief met een grote rijkdom aan materialen.
Als een donkergrijze monoliet ligt Villa S in de weilanden bij Lieshout. De gesloten gevel bestaat uit antraciet bakstenen en wordt alleen doorsneden door vier stroken van getint glas, die pas ’s avonds opvallen als ze van binnenuit fraai worden opgelicht. De subtiele aluminium kozijnen van de ramen, die van nok tot plint lopen, hebben een matzwarte coating, zodat deze nauwelijks aandacht vragen. Op het dak liggen gladde leistenen, net een tint donkerder dan de bakstenen. Het heldere monochrome silhouet dat zo ontstaat, is geïnspireerd op de klassieke ‘langgevelboerderij’ die kenmerkend is voor de streek. “De opdrachtgever wilde een groot huis, wat mogelijk werd door de typologie van de uitgerekte boerderij over te nemen”, zegt architect Bart de Groof van Tenback de Groof.
Zo massief als het woonhuis van een afstand oogt, zo rijk aan detail is het van dichtbij. De bakstenen hebben meer dan vijftig grijstinten, variërend van bijna zwart tot zilverachtig. Niet alleen is geen steen hetzelfde, ook heeft elke steen een uniek patroon. “Dit is een gesmoorde gevelsteen. Dat is een ambachtelijke manier van steenbakken in speciale ringovens waarvan er nog maar een paar zijn in België. Door het smoren van de steen blijft een diepe roetaanslag achter, wat de steen zijn oneffen zwarte en grijze kleur geeft. Soms lijkt de steen wel van metaal”, aldus de architect. De enige speelse noot in de gevel is de gloedvolle houten deur, die bezoekers letterlijk warm verwelkomt.
Strakke loft
Een opdrachtgever die een spraakmakend, maar vooral toch comfortabel huis wil, en de architect die een eigentijdse vorm en verrassende gebruiksfuncties wil realiseren. Deze tegenstrijdige belangen hebben geresulteerd in een klassieke boerderij meets strakke loft meets warme gezinswoning. Door de vier lange ramen, die het hele gebouw doorsnijden, vormen zich logische compartimenten. “Elke raampartij is een leegte in de woning, waar je naar de nok en door de glazen raampartijen naar de hemel kijkt.” De schuine ramen hebben een screen, die bijna onzichtbaar is weggewerkt in een ingenieus systeem van aluminium goten. De kopse kanten van de woning bestaan uit grote glaswanden, waarvoor aluminium lamellen in een verspringend grid zijn geplaatst. “Deze lamellen fungeren als zonwering en vergroten de privacy. Omdat ze daarvoor een royaal formaat moeten hebben, zijn ze gemaakt van lichtgewicht aluminium dat door de gevelbouwer op maat is gemaakt.”
Ook de achtergevel, met uitzicht op de weilanden, bestaat bijna geheel uit glas; de ranke aluminium kozijnen versterken het gevoel van transparantie. Dankzij een lichtgewicht schuifpui kunnen binnen en buiten in een handomdraai worden samengevoegd. De beganegrondvloer is ongeveer een meter omhoog gelift, waardoor het souterrain hoog genoeg is voor drie slaapkamers, een badkamer, chill-ruimte en een fitnesszaal.” Bijkomend voordeel: het massieve gebouw lijkt te zweven, doordat ook de baksteengevel ongeveer een meter boven de grond is getild. De kinderslaapkamers zijn in het souterrain ondergebracht en eveneens voorzien van een aluminium schuifpui die uitkomt op een beschutte patio. De patio loopt met getrapte betonnen elementen op tot het maaiveld. “Het idee voor een tribune ontstond als een informele zitplek waar de kinderen kunnen hangen met hun vrienden.”
Wat in het interieur meteen opvalt, is de ruimtelijkheid. “De oorspronkelijke boerderijen waren ingevuld met slechts een derde wonen en twee derde stal en opslag. Nu wordt er uitsluitend in gewoond.” De overdaad aan ruimte is door de architect nog eens uitvergroot door een ontwerp zonder etage. In het midden van de open woonruimte is een trapelement gesitueerd waarin ook de open keuken is verwerkt. Deze trap gaat over in een loopbrug naar een open atelierruimte, die aan vier stalen kabels boven de living hangt, de werkplek van de mannelijke hoofdbewoner. Een meer gesloten zitruimte aan de andere kant van de woning, het vrouwelijke domein, is deels gepositioneerd op de badkamer en steekt door in de slaapkamer op de westkop. “Hoewel de woning feitelijk één aaneengesloten ruimte is, biedt deze toch zeer gedifferentieerde woonfuncties.”
Materialenbank
Blikvanger in het interieur is de luchtkolom met gashaard, vervaardigd van een warme, rode baksteen die oogt alsof deze is hergebruikt. “Het is een nieuwe steen die met een bijzonder pigment is bewerkt.” De overtollige specie van de voeg is bovendien niet weggewerkt, wat zorgt voor een grove ambachtelijke uitstraling.” Subtieler is het keukenblok, dat is vervaardigd van één stuk eikenhout. “De nerf loopt helemaal door tot in de trap en de balustrade, in totaal meer dan zes meter.” Zelfs de vloer van gietbeton heeft een organisch vlekpatroon. “Door na het storten de ramen en deuren open te zetten trekt er vocht in het beton, wat een patroon van lichte vlekken oplevert. Het brengt leven in de vloer.”
De opdrachtgever heeft ook een stevige stempel op het ontwerp gedrukt. “Ik heb zelf een bouwkundige achtergrond en had uitgesproken ideeën over hoe het huis er uit moest zien. Tegelijkertijd wilde ik verrast worden door de architect.” Een nadrukkelijke wens was expressief materiaalgebruik. “Ik heb een handel in bouwmaterialen. Het gebouw moest als het ware een materialenbank van mijn bedrijf worden.” Een opdrachtgever die een spraakmakend ontwerp verlangt en uitdaagt tot materiaalexperiment – “dat is toch een droomopdracht voor elke architect”, aldus De Groof.