Universitair Centrum Psychiatrie UMCG, Groningen
10 juni
Atelier PRO ontwierp samen met Vakwerk Architecten de nieuwe psychiatrische afdeling van het Universitair Medisch Centrum Groningen. In het gebouw moeten naast zorg ook onderwijs en onderzoek een plek krijgen; daarbij is het belangrijk dat patiënten zo min mogelijk het gevoel hebben dat ze in een psychiatrisch ziekenhuis verblijven én dat ze in verbinding blijven met de maatschappij. In het ontwerp spelen drie uitgangspunten daarom een centrale rol: dat mensen wakker worden met de zon; dat ze omringd worden door betekenisvolle ruimtes, en dat ze zoveel normaliteit ervaren.
Psychische zorg middenin de maatschappij
De nieuwbouw van het UCP bestaat uit een poliklinisch entreegebouw met therapie- en onderzoeksruimtes en een kliniek voor dagbehandeling- en patiëntenkamers, die verbonden zijn door twee ‘kloostergangen’ rond een groene patio. De kliniek met de kamers, waar patiënten eventueel langer verblijven, is bewust aan de stadskant van het complex ontworpen, naast de Oosterparkbuurt en gericht op het oosten - en dus de zonsopgang; de polikliniek, waar mensen - al dan niet van buitenaf - voor een afspraak komen, ligt juist aan de kant van het Centraal Medisch Complex van het UMCG.
“Wakker worden met de zon”: daglicht door de dag heen
De patiëntenkamers in het UCP hebben allemaal ochtendlicht, zodat mensen als ze wakker worden in hun vensterbank kunnen gaan zitten, met de zon op hun gezicht. Licht is echter niet alleen ’s ochtends belangrijk, maar de hele dag door, omdat het de hele dag door invloed heeft op het menselijke bioritme; daarom ‘volgt’ het licht de patiënten van het UCP, met middag- en avondlicht in de huiskamers en een overdadigheid aan daglicht in de gangen.
De publieke patio: buitenruimte is een basisrecht
Het is belangrijk dat mensen binnen daglicht ervaren, maar het is net zo belangrijk dat mensen, wáár ze zich ook bevinden, toegang hebben tot goede, riant opgezette buitenruimte, met veel daglicht, veel groen en veel sfeer. Centraal in het gebouw ligt daarom een ruim opgezette patio, een weldadige tuin met een groot terras op de zon. Deze ruimte is voor iedereen in het UCP toegankelijk: zowel voor patiënten en hun bezoek, als voor medisch personeel en onderzoekers; de patiënten op de vier gesloten afdelingen hebben hun eigen, meer besloten binnentuinen – maar ook zíj hebben toegang tot buitenruimte.
Verbinding met de wereld: uitzicht op groen en op de stad
Daarnaast zorgt de patio door het hele gebouw heen voor zicht op het groen. Niet alleen vanuit het grand café, maar bijvoorbeeld ook vanuit de twee kloostergangen die de entree verbinden met de kliniek. In deze gangen zijn zitnissen ontworpen, die een mooie, informele plek bieden om te lezen of af te spreken met bezoek. De patiëntenkamers hebben bewust geen uitzicht op de ‘ziekenhuiswereld’, maar juist op de woonwijk – op de meerkoeten in de singel, op ouders die met hun kinderen onderweg zijn naar school, op de dagelijkse dingen van de stad. Zo verblijven de vaak kwetsbare patiënten van het UCP in een omgeving waar ze - op afstand - toch middenin het leven staan.
Méér dan een interieur: betekenisvolle ruimte
Voor psychiatrische patiënten is het ook belangrijk dat ruimte betekenisvol is, dat ze afleiding biedt en prettig is om in te verblijven. Dit principe is door het hele UCP toegepast, van de entreehal met het grand café tot in de patiëntenkamers, van de therapieruimtes tot zelfs de gangen. Zo zijn door de kliniek heen passende kleuren toegepast, die zich voegen naar de aard van ruimte. Ook is er gezorgd voor logische en daarmee minimale wayfinding, waardoor het gebouw minder ‘medisch’ aanvoelt. Het slim inzetten van licht, vensterbanken, uitzicht, materialen en kleur stuurt de manier waarop mensen een ruimte beleven en zich in die ruimte voelen.
Architectuur als vorm van ‘normaliteit’
Juist voor kwetsbare mensen gaat er iets geruststellends uit van normaliteit; daarom heeft het nieuwe UCP zo min mogelijk de uitstraling van een ziekenhuis. In alle ruimtes, óók in de patiëntenkamers, zijn er gordijnen aangebracht, waardoor mensen de regie hebben over hun eigen dag; ook is er veel vast meubilair - om zo een warme, aangeklede sfeer neer te zetten –– en zijn de vensterbanken zo ontworpen dat ze zelfs gebruikt kunnen worden voor ‘rooming-in’, waardoor partners en gezinsleden kunnen blijven logeren – een unicum in de psychiatrische zorg.
Het nieuwe UCP is een ode aan de vensterbank: de vensterbank als informele plek om te zitten. Een raamnis is een kleine ruimte in een grote ruimte, die je tegelijkertijd twee dingen geeft: geborgenheid en keuze – keuze om je terug te trekken of juist deel te nemen. Én het is een plek tussen binnen en buiten: je kan er deel zijn van de mensen in de ruimte, of wegdromen naar de wereld.
Het nieuwe UCP heeft daarmee meer het gevoel van een ‘thuis’ dan het ‘zware’ gevoel van een psychiatrische instelling.
Zorg en onderzoek in één ziekenhuis
In het gebouw is ruimte voor patiëntenzorg, maar ook voor onderzoek en onderwijs. Het UCP wil mensen met een psychiatrisch ziektebeeld namelijk de beste diagnostiek en behandeling geven, en daarbij speelt wetenschappelijk onderzoek een belangrijke rol. Door kennisontwikkeling en de klinische toepassing ervan hand in hand te laten gaan, kan de prognose van psychiatrische patiënten aanzienlijk worden verbeterd. Het ontwerp ondersteunt daarom zorg- en onderzoeksprocessen. Het nieuwe gebouw is daarmee een geborgen en vriendelijke thuisomgeving voor patiënten, waar medewerkers en onderzoekers tegelijkertijd op een veilige en gestroomlijnde manier hun werk kunnen doen.