Brancheorganisaties pleiten voor verplichting van circulair slopen
19 februari, 11:38
Vijf organisaties die zich inzetten voor verduurzaming van de bouwsector pleiten voor een verplichting van circulair slopen. Dat staat in een gezamenlijke notitie die Betonakkoord, Bouwakkoord Staal, Betonhuis, VERAS en Cirkelstad hebben gestuurd naar de ministeries van I&W (Infrastructuur en Waterstaat) en VRO (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening).
De bouwsector loopt achter op circulariteit en dat komt vooral door vrijwillige slooppraktijken, stellen de vijf belangenorganisaties. “Als we de CO2-voetafdruk en de verspilling van bouwmaterialen willen verminderen dan moet selectief slopen – stapsgewijs voor steeds meer beton-, staal- en houtonderdelen – echt een verplichting worden”, zegt Jacqueline Cramer, oud-minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en woordvoerder van de organisaties.
Circulair slopen, waarbij bouwonderdelen zoveel mogelijk intact blijven, is volgens de vijf de belangrijke eerste stap om in de bouw de circulariteit te verhogen. “Op vrijwillige basis zijn de eerste quick wins met circulair slopen wel gerealiseerd”, schrijven de initiatiefnemers in de notitie. “Maar zolang circulair slopen vrijwillig blijft, hangt de toepassing af van de goede wil van de opdrachtgever.”
Volgens de vijf organisaties leidt die afhankelijkheid van goede wil niet tot structurele toepassing van circulair slopen, terwijl het dagelijkse praktijk zou moeten zijn. Om die te bereiken is volgens hen een verplichting tot circulair slopen nodig, “te beginnen bij tenminste (maar niet uitsluitend) beton, staal en hout. Daar zijn we ver genoeg om circulair slopen stapsgewijs voor steeds meer materiaalonderdelen in te voeren.” Ook het hergebruik van geoogste materialen door bouwers moet dan uiteraard actief worden gestimuleerd.
Hergebruik drukt CO2-uitstoot
Soms kunnen bouwonderdelen na circulaire sloop weer direct in een ander project worden hergebruikt. Zo is de (demontabele) hoofddraagconstructie van het gebouw BioPartner5 in Leiden, ontworpen door Popma ter Steege Architecten, gerealiseerd met de staalconstructie uit het nabijgelegen en gesloopte Gorleaus-laboratorium.
Als het hergebruik niet in zijn geheel lukt, kunnen elementen vaak nog in delen worden hergebruikt. Ook kunnen materialen uit de sloop worden gerecycled en dienen als grondstof voor een nieuw product. In het meest ideale geval blijft zelfs het casco van het gebouw staan.
Hergebruik van gebouwonderdelen en materialen verlaagt de CO2-voetafdruk aanzienlijk, aangezien er minder extra bewerkingen nodig zijn. Popma ter Steege Architecten en Vink Bouw transformeerden een voormalig defensiegebouw naar hoogwaardig rijkskantoor, waarbij systematisch gebouwonderdelen werden behouden, elementen hergebruikt en donormaterialen toegevoegd. Ze wisten met die aanpak een reductie van 40% op de materiaalgebonden CO2-uitstoot ten opzichte van een ‘traditionele’ renovatie te realiseren.
Marktplaats en weggeefhoek
“Selectief en circulair slopen is op dit moment veelal nog duurder dan het traditionele sloopproces vanwege het grotere tijdsbeslag bij de voorbereiding, demontage en afzet, maar het biedt als voordeel dat er geen functionele waarde verloren gaat”, legt Cramer uit. “Veel consumenten vinden het tegenwoordig heel normaal om spullen die ze niet meer nodig hebben op Marktplaats of op een lokale weggeefhoek te zetten. Het is nu zaak dat partijen in de bouw ook zo gaan werken.”
“Wij roepen daarom de ministeries op om circulair slopen op te nemen in wet- en regelgeving, zodat de bouwsector écht circulair wordt”, vervolgt de woordvoerder. “Opname in het Circulair Materialen Plan, waarvoor deze week de consultatieronde sloot, zou al een mooi begin zijn.”