De vraag is daarbij niet alleen hoe bouwers met meer hergebruikte en vooral natuurlijke materialen kunnen gaan bouwen, maar ook hoe designers daar in hun productontwerp rekening mee kunnen houden. “We moeten daarin groter gaan denken”, zegt De Man. “Het gaat niet alleen om dat product, maar om het ontwerpen voor een circulaire industrie.” Democratisering maakt deel uit van de ecologische vernieuwingsslag, vult Leboucq aan. De elektrische auto en het biobased huis moeten niet alleen bereikbaar zijn voor wie zich dat kan veroorloven. Alle partijen die een bijdrage aan het huis leveren delen deze visie; daar zijn ze op geselecteerd, zo geven de twee curatoren aan. De deelnemers aan het huis streven naar een cyclisch ontwerp- en productieproces. Leboucq: “De keten is eigenlijk het product.”
“We proberen op een heel vriendelijke manier onze partners ook te stimuleren om ‘open source’ hun kennis te delen”, zegt De Man. “Anders creëer je geen eco maar ego: ‘Wij hebben een myceliumproduct ontwikkeld en daarmee gaan wij de wereld redden’. Dat is echt vanuit de oude economie gedacht. Zo krijg je innovaties moeizaam of niet van de grond. Ik snap dat je als bedrijf niet alles openbaar kunt maken, maar voor ons als initiators en curators is het wel het uitgangspunt dat we kennis delen. Dan gaat die economie ook sneller lopen en daar gaan we dan ook sneller profijt van hebben.”
“De nieuwe economie gaat van permanentie naar tijdelijkheid en grappig genoeg is tijdelijkheid veel permanenter dan permanentie”, vervolgt Leboucq. Hoe je het ook wendt of keert, dingen moeten en zullen veranderen. De meeste mensen vinden dat beangstigend, beseft hij. “Ontwerpers, architecten, bouwers, boeren, feitelijk iedereen moet de verandering als constante nemen. De noodzakelijke veranderingen in de landbouw zaten er al lang aan te komen, maar de boeren is geen enkel perspectief geboden terwijl er tal van alternatieven zijn. Bouw, boeren en beleid zullen wel moeten gaan samenwerken. Twee bouwpartijen die met ons hebben gewerkt zijn nu met de boeren en beleidsmakers in hun gebied gaan praten om te zien wat mogelijkheden zijn. Als ons project, zonder dat we één waarheid hebben willen verkondigen, dit tot gevolg heeft, ben ik al blij.”