Dat een andere omgang met mobiliteit in woonbuurten de sociale cohesie kan versterken, blijkt uit een experiment, dat momenteel wordt uitgevoerd in een aantal buurten in Stockholm. Adams legt uit dat bij dit Zweedse experiment, ‘Street Moves’, de buurtbewoners zelf de openbare ruimte mogen inrichten met verplaatsbare houten modules. Ze kunnen naar gelang de behoefte of de wens op een bepaald moment van de dag de straat anders indelen: bijvoorbeeld ’s ochtends de straat breed houden, maar gedurende de dag lege parkeerplekken of een deel van de straat met de modules omvormen tot een groene ruimte, een terras of een speelplek.
‘
Street Moves’, ook wel aangeduid als ‘One-minute-city’ is een project van ArkDes, het landelijke centrum voor architectuur en design, en Vinnova, een overheidsinstantie voor innovatie. De omschrijving ‘One-minute-city’ duidt op het idee dat je in een minuut de indeling van de straat en het gebruik van de publieke ruimte kunt veranderen. “Verschillende groepen gebruiken de straat op verschillende momenten op een andere manier. Waarom zou je de straat daar niet steeds op aanpassen?”, zegt Adams. “Ik vind het een boeiend experiment.” Het Zweedse experiment sluit bovendien aan op een bredere ontwikkeling, die ook in Nederland waarneembaar is: het betrekken van burgers bij de invulling van hun buurt en het stimuleren van het collectief.