De goudkleurige gevelbekleding is geïnspireerd op de reliekschrijnen, waarin de overblijfselen van heiligen worden gekoesterd. Mentjens ziet, zo legt hij uit, musea als heilige plaatsen in onze moderne geseculariseerde samenleving; de kunstwerken zijn de relikwieën van elke cultuur, die in musea worden gekoesterd. Grote raamvitrines, voorzien van openstaande luiken in de goudkleurige gevel, bieden zicht op enkele schatten uit de collectie, zoals “de relikwieën in een reliekschrijn”.
Ook bevat de gevel ‘openingen’ in de vorm van een aantal ledschermen, die kunnen worden gezien als de kleurige versiering van een reliekschrijn, of als glas-in-loodramen. Het museum heeft bewust besloten deze schermen niet alleen voor aankondigingen en dergelijke te willen gebruiken. Elk jaar wil Museum W een kunstenaar opdracht geven een werk voor deze beeldschermen te maken; de eerste kunstenaar is Emily Bates, waarvan nu het videoproject ‘Lost Spring. Lost Year’ is te zien.
De gouden gevel is volledig opgebouwd uit luiken, die echter uit kosteroverwegingen vast zitten. Door de detaillering van de gevel wekken de luiken de suggestie wel te kunnen worden geopend om zicht te geven op nog meer kunstwerken. Daarmee refereert de gevel ook aan een adventskalender. Feitelijk is de entreedeur het enige, grote, beweegbare luik.