Frédéric Druot en Lacaton & Vassal – Renovatie van Tour Bois-le-Pretre in Parijs
Copyright: Philippe Ruault
Park Hill Flats in Sheffield zoals gebouwd in de jaren '60
Copyright: Martin Speck
Studio Egret West and Hawkins\Brown – Renovatie van Park Hill Flats in Sheffield
Copyright: Studio Egret West and Hawkins\Brown
Stewart Brand – How Buildings Learn
Tour Bois-le-Pretre voor renovatie. De toren is oorspronkelijk ontworpen door de Franse architect Raymond Lopez.
Copyright: Frédéric Druot en Lacaton Vassal – Renovatie van Tour Bois-le-Pretre in Parijs
Frédéric Druot en Lacaton & Vassal – Renovatie van Tour Bois-le-Pretre in Parijs
Copyright: Philippe Ruault
Temp.architecture.urbanism – Renovatie De Punt in Amsterdam
Copyright: Temp.architecture.urbanism
Wiltonflats in Schiedam voor renovatie
Copyright: Zijdekwartier architecten
Zijdekwartier architecten – Renovatie Wiltonflats in Schiedam
Copyright: Michelle Muus
Lagenschema uit het boek How Buildings Learn door Stewart Brand
Copyright: Stewart Brand
Woningbouw in Barkenberg, originele hoogte
Copyright: Guido Bludau
Woningbouw in Barkenberg, nieuwe hoogte
Copyright: Guido Bludau
Gebouwen niet slopen, maar langzaam laten rijpen
Willen we de CO2-reductie halen die we onszelf beloofd hebben in het akkoord van Parijs, dan moet het hergebruik van bestaande casco's de norm worden. Critici wijzen erop dat lang niet alle casco's geschikt zijn voor een volgend leven en dat de kwaliteit van onze gebouwenvoorraad onder druk komt te staan wanneer we alleen nog zouden transformeren. In het briljante boek 'How Buildings Learn – what happens after they are built' (1994) beweert auteur Steward Brand precies het tegenovergestelde. De kwaliteit van gebouwen neemt juist toe wanneer ze de kans krijgen om te 'rijpen'. Zijn boek is een pleidooi om gebouwen die niet meer helemaal voldoen juist dóór te ontwikkelen in plaats van ze te slopen. Kan dit boek helpen de koudwatervrees weg te nemen bij twijfelaars aan de renovatie- en transformatieopgave?
In Sheffield werd rond 1960 het enorme betonnen wooncomplex ‘Park Hill’ gerealiseerd met bijna 1.200 sociale huurwoningen. Gelegen op een heuvel en zichtbaar vanuit de hele stad was het modernistische complex vol nieuwe arbeiderswoningen aanvankelijk de trots van de stad, tot in de zeventiger jaren de economie instortte. De leefbaarheid nam af en het aftakelende wooncomplex werd symbool van verloren welvaart. De sloop van Park Hill, waar velen op hoopten om de stad te kunnen ontdoen van de herinnering aan een nare periode, werd echter onmogelijk gemaakt door de toekenning van een monumentenstatus (1998).

Na een grondige analyse van het complex en de problemen uit het verleden durfde een lokale ontwikkelaar de herontwikkeling van het betonnen casco in stapjes aan (2006 – 2016). Met een veel grotere mix aan woningtypes waaronder ook grote koopwoningen, de komst van niet-woonprogramma’s als kantoren en kinderopvang, thermische isolatie en een frisse, eigentijdse uitstraling kreeg het complex een nieuw leven, gebaseerd op de lessons learned uit de jaren daarvoor. Toen de lokale economie in de jaren 2010 opveerde door het opbloeien van de dienstensector, werd Park Hill het symbool van het hernieuwde zelfvertrouwen van Sheffield.
Park Hill is een goed voorbeeld van het door Brand bedoelde 'rijpen'. In zijn boek stelt hij dat elk ontwerp slechts een matige voorspelling is van het daadwerkelijke gebruik. Door in de loop van de jaren te ontdekken waar precies het ontwerp tekortschiet, kan het gebouw met kleinere of grotere aanpassingen steeds beter voldoen aan gebruikswensen, beter hechten aan zijn omgeving en waar nodig meebewegen met veranderende opvattingen in de tijd. Vroegtijdige sloop doet dit proces teniet, want na sloop-nieuwbouw begint de leercurve weer helemaal opnieuw. Gebouwen zijn dus nog niet klaar als ze zijn opgeleverd – het ontwerpproces gaat dan feitelijk gewoon verder. Dankzij een grondige herontwikkeling heeft Park Hill kunnen doorrijpen tot het succes dat het nu is.

Ook in Nederland zie je dat op allerlei plekken onze woningvoorraad niet helemaal meer matcht met onze woonbehoeften. Soms zijn delen van gebouwen al bij aanvang niet goed, soms blijkt na verloop van tijd dat dingen niet meer goed passen, bijvoorbeeld door veranderende eisen aan nusvoorzieningen. Daarnaast verschuiven woonwensen. Door de toename van alleenstaande ouderen en gescheiden gezinnen is er momenteel bijvoorbeeld meer behoefte aan kleinere woningen. Ook leiden de toename van thuiswerken en de opkomst van andere woonvormen zoals bijvoorbeeld meergeneratiewonen tot andere woonbehoeften.
Is deze mismatch tussen voorraad en woonwensen een reden voor sloop? Wanneer we Brand volgen, bereiken we méér kwaliteit door het bestaande vastgoed te laten dóórrijpen. Dit betekent bijvoorbeeld het splitsen van grondgebonden woningen voor senioren en starters, het uitbreiden van twee-onder-een-kappers om thuiswerkende tweeverdieners tegemoet te komen, het aanpassen van gezinswoningen om gescheiden gezinnen toch nog een beetje bij elkaar te houden en een betere inpassing van gebouwen door bijvoorbeeld groenstructuren te versterken, parkeernormen bij te stellen of infrastructuur voor fietsers te verbeteren. Allemaal zaken die door voorstanders van de renovatie- en transformatieopgave, zoals het Platform Woonopgave, het atelier Rijksbouwmeester en het Nationaal Renovatie Platform worden bepleit.

Er zijn talloze voorbeelden die laten zien hoe het verder rijpen gebouwen en gebruikswensen nader tot elkaar kan brengen. In Frankrijk brachten Lacaton & Vassal in verschillende steden forse verbeteringen aan in bestaande woongebouwen terwijl de bewoners er gewoon bleven wonen. Bij de herontwikkeling van de Wiltonflats in Schiedam (Zijdekwartier Architecten) werden galerijen verbreed, een relatief kleine ingreep met grote sociale impact. In Amsterdam-West herontwierpen wij zelf drie portieketagepanden uit de wederopbouwperiode. Dit resulteerde in veel grotere gezinswoningen dan volgens nieuwbouwnormen mogelijk zou zijn, maar wel met beter geïsoleerde gevels en grotere balkons dan de gebouwen in hun oorspronkelijke toestand uit de jaren 1960 hadden.
Wij merken dat hergebruik ook voordelen biedt bij participatie. Omwonenden kennen het bestaande vastgoed al en kunnen goed aangeven hoe het beter kan, waarbij het vergroten van het bouwvolume vaak best acceptabel is, mits slim ingepast. Het verdichten van bestaande steden is voorstelbaarder wanneer het bestaande vastgoed daarbij de basis is.

Het
boek van Brand, waaruit ook het fameuze schema met zijn zes lagen komt, was bij uitkomen in 1994 zijn tijd ver vooruit en geeft ons ook nu nog veel inzicht in de transformatieopgave. Zoals de stelling dat de kwaliteit van onze regelgeving gebaat is bij gebouwen die langer meegaan, zodat over een langere periode kan worden nagegaan hoe effectief een bouwvoorschrift is. Of het feit dat gebouwen bij het rijpen meestal groter worden. Als je er over nadenkt klopt het: uitbreiden met een uitbouw in de tuin, optoppen met een extra bouwlaag of verduurzamen met zonnecollectoren op dak.

Maar ook wanneer gebouwen niet groeien, leidt slim hergebruik tot meer kwaliteit dan radicale sloop. Toen in het Duitse Ruhrgebied de kolenmijnen sloten, dreigde in Barkenberg structurele leegstand van net opgeleverde flatgebouwen. In plaats van een groot deel van de gebouwen uit het stadsweefsel weg te slopen bleven alle gebouwen staan, maar werden zij in hoogte gehalveerd. Leegstand werd zo voorkomen, maar de inrichting van de openbare ruimte bleef volledig intact – en daarmee ook de sociale infrastructuur, cruciaal voor het voortbestaan van een krimpende gemeenschap.
Tom Bergevoet is architect en mede-oprichter van Temp.architecture.urbanism. Tom is co-auteur van the Flexible City – Solutions for a Circular and Climate-Adaptive Europe. Op de inhoud van dit boek bouwt hij nu in een serie columns voort.

Gerelateerde nieuwsberichten

Andere nieuwsberichten

Nieuwe gebouwen zorgen voor 1.100 woningen in Pompenburg Rotterdam

Gisteren, 14:34

Rijksmuseum krijgt vestiging in nieuw gebouw in Eindhoven

Gisteren, 12:12

IABR maakt thema en curatoren 2026-editie bekend

Gisteren, 11:16

Architecten tonen voorstellen voor woningbouw in tussenruimtes Wallengebied

Gisteren, 10:10

Miljarden extra nodig voor aanleg landelijk waterstofnetwerk

Gisteren, 15:13

Brussel wil snellere vergunningen voor elektriciteitsprojecten

Gisteren, 13:39

Zeeland stopt samenwerking met aannemers over aanpak Zeelandbrug

10 december, 1:56

Verbreding Betuwelijn in Duitsland duurt nog minstens tien jaar

10 december, 12:30

Bouw van nieuwbouwwoning duurt steeds langer

10 december, 9:19

Steeds meer Nederlandse woningen zijn aardgasvrij

9 december, 10:49
Tom BergevoetArchitect
ATAG Nederland
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Kingspan Light & Air
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
Houthandel van Dam
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
wienerberger
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
BEWI IsoBouw
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf B.V.
Saint-Gobain Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
VOLA Nederland BV
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Holonite B.V.
AXOR + hansgrohe
Tata Steel Colorcoat®
Architectenweb
Over ons
Contact

© 2002 - 2025 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan