Het erkennen van de waarde van ruimte en de traditie om deze toe te eigenen voor verschillend gebruik heeft in Nederland een enorme traditie van hergebruik opgeleverd. Van het hergebruiken van een stadhuis tot keizerlijk paleis, van een koffiefabriek tot kantoor, van een pakhuis tot woning, van een kerk tot bibliotheek, van een tramremise tot bioscoop. Met de waardering van de ruimte wordt en passant ook de levensduur van het gebouw verlengd, en kan deze doorgegeven worden aan een volgende generatie, als een cultuurdrager van het verleden.
In de sloop-nieuwbouw cultuur die Japan kent, kwam hergebruik nauwelijks voor. Maar daar lijkt nu langzaam verandering in te komen. Waar tot voor kort hernieuwde regelgeving met betrekking tot aardbevingsbestendigheid leidde tot de sloop van goede gebouwen en al hun ruimten, worden besteaande gebouwen steeds vaker constructief versterkt en krijgen ze nieuwe functies.
Misschien wel de opvallendste en meest geruisloze ontwikkeling binnen de Japanse cultuur van de laatste jaren is dat de jonge generatie architecten wars is van het in-situ beton van Tadao Ando of de staal-en-glas architectuur van SANAA. De publicatie en tentoonstelling 'Make Do With Now – New Directions in Japanese Architecture' in het S AM Swiss Architecture Museum in Basel uit 2022 vertolkte dat nieuwe geluid, van een groep architecten die professioneel actief werden ná de Tohoku-aardbeving en daaropvolgende ramp met de kernreactor in Fukushima in 2011.