‘Fusie NAi en IABR levert niets op’
10 mei 2011, 8:55
Maandag 9 mei organiseerde het NAi een ‘schadeinventarisatielunch’ over de geplande bezuinigingen in de architectuursector. Een verslag.
De komende jaren wil het kabinet gefaseerd 125 miljoen euro bezuinigen op de basisinfrastructuur van de culturele sector. De Raad van Cultuur heeft vrijdag 29 april Minister Zijlstra een voorstel gedaan van hoe zij denkt dat die bezuinigingen verdeeld moeten worden.
Als het aan de Raad van Cultuur ligt verliest het NAi een kwart van zijn subsidie, wordt het IABR bij het NAi ondergebracht, transformeert het Stimuleringsfonds voor Architectuur tot een fonds met een breder profiel en krijgt het Berlage Instituut helemaal geen rijksbijdrage meer.
Om over het voorstel van de Raad van Cultuur te discussiëren, organiseerde het NAi op maandag 9 mei in het Schieblock een ‘schadeinventarisatielunch’. Gemodereerd door Wytze Patijn gingen Ole Bouman (NAi), George Brugmans (IABR), Patrick van der Klooster (AIR), Janny Rodermond (Stimuleringsfonds voor Architectuur) en Rob Docter (Berlage Institute) met elkaar in debat.
‘Geen lijn in advies Raad van Cultuur’
Het huidige kabinet van VVD en CDA wil de komende jaren 26% bezuinigen op de 486 miljoen euro die het nu elk jaar aan de culturele sector schenkt. Met een bezuiniging van 22% komt de architectuur er in het voorstel van de Raad van Cultuur relatief goed vanaf, concludeerde Wytze Patijn aan het begin van de middag. De beeldende kunst moet bijvoorbeeld 29% procent inleveren. In het advies van de Raad van Cultuur zelf kon Patijn overigens geen lijn ontdekken.
De voorgestelde bezuinigingen op het Berlage Instituut en het voorstel het IABR onder te brengen in het NAi zag Ole Bouman als een teken dat de Raad van Cultuur wil bezuinigen op de internationale kant van de architectuur. Patijn zag dit echter niet zo. Het onderbrengen van het IABR bij het NAi is volgens Patijn op zich geen bezuiniging. In dat scenario is het immers aan het NAi om te bepalen hoeveel budget er voor de biënnale vrijgemaakt wordt.
‘Geen fusie NAi en IABR’
“Ik vind het niet zo’n goed advies”, verklaarde George Brugmans, directeur van het IABR. “Een fusie tussen het NAi en IABR levert niets op. Ik ga er niet vanuit dat het gaat gebeuren.” Volgens Brugmans heeft de biënnale in het verleden zowel positieve als negatieve adviezen gehad van de Raad van Cultuur. Aan de adviezen valt geen touw vast te knopen.
Naar een breder stimuleringsfonds?
“Een advies van de Raad van Cultuur is door de directie van het Ministerie van OC&W nog nooit opgevolgd”, constateerde Janny Rodermond, directeur van het Stimuleringsfonds voor Architectuur. Rodermond adviseerde daarom niet teveel energie te steken in de reactie op dit specifieke advies. Belangrijker is de reactie van staatssecretaris Zijlstra op het advies over zo’n zes weken.
“Inhoudelijk is het geen sterk advies. Het is vooral heel behoudend”, stelde Rodermond. Op het Stimuleringsfonds voor Architectuur wordt niet bezuinigd. “Maar dat kan nog veranderen”, vreesde Rodermond. Het plan om het fonds een breder profiel te geven zag Rodermond niet per se zitten. Het fonds kan zich volgens haar beter specialiseren.
Het einde van het Berlage Instituut?
“Wij raken in het voorstel van de Raad van Cultuur meer dan de helft van onze inkomsten kwijt”, vertelde Rob Docter, directeur van het Berlage Instituut. Volgens Docter is het Berlage Instituut internationaal een kleine speler, maar telt het wel mee. “Het verdwijnen van het instituut betekent een verschraling van de architectuursector.”
Uit de zaal reageerde Henk Ovink, directeur Ruimte op het Ministerie van Infrastructuur & Milieu. Ovink vroeg zich hardop af waarom hij de TU Delft nog niet gehoord heeft over de voorgestelde bezuinigingen op het Berlage Instituut. Alleen door de samenwerking met de TU Delft kan er aan het Berlage Instituut gepromoveerd worden. Op deze vraag reageerde Docter mat: “Het is de laatste tijd wat stil in Delft.”
Het berekenen van de maatschappelijke baten
Reagerend op een vraag uit de zaal, stelde Bouman dat de architectuursector aan de politiek duidelijk moet maken welke economische en maatschappelijke waarde zij vertegenwoordigt. “Dat moeten we doorrekenen”, stelde Bouman. “Dan weten we de echte schade van de bezuinigingen.”
Daarnaast stelde Bouman ook voor om opnieuw aan de politiek te laten zien welke ideeën ten grondslag lagen aan het architectuurbeleid zoals dat twintig jaar geleden is opgericht.
Iets later die middag bleek uit de reactie van Ovink vanuit de zaal echter dat het hele architectuurbeleid inmiddels op losse schroeven staat. “Dat hoor je mij niet zeggen, maar je hoort het mij wel denken”, aldus een voorzichtige Ovink.
Voor zijn minister en voor hemzelf staat het belang van architectuur als een paal boven water, aldus Ovink. Het architectuurbeleid wordt echter niet meer zo vanzelfsprekend door de verschillende ministeries gesteund. Als andere ministeries hun steun intrekken, wordt die steun ook voor het ministerie van Infrastructuur & Milieu lastig die steun vol te houden, waarschuwde Ovink de sprekers.
Meer focus op publieksbereik
Een positief punt aan het advies van de Raad van Cultuur vond Patrick van der Klooster, directeur van AIR, dat er een poging is gedaan het veld te schetsen. Moeite had Van der Klooster met het feit dat de Raad van Cultuur enerzijds een beleidsadvies geeft, maar anderzijds de instellingen die subsidie ontvangen ook beoordeelt. “Het is wat dat betreft een ingewikkeld advies”, vond Van der Klooster.
“De basisinfrastructuur van de architectuursector is als twintig jaar hetzelfde”, constateerde Van der Klooster. “Het is misschien niet zo slecht dat eens tegen het licht te houden.” De verschillen tussen de architectuurinstellingen zijn volgens Van der Klooster niet altijd even scherp meer. Inmiddels stimuleren alle instellingen bijvoorbeeld het architectonisch experiment.
Het voorstel van Bouman om de economische waarde van de cultuursector te bepalen, leek Van der Klooster niet haalbaar. “Mij zou het helpen als het NAi elk jaar 250.000 bezoekers zou trekken en elk jaar een tentoonstelling zou hebben waar heel Nederland van zou weten”, stelde de directeur van AIR. “Ik denk dat de waarde van het publieksbereik de afgelopen jaren is onderschat.”
De architectuursector is aan zet
“Vroeger was de Raad van Cultuur de stem van de sector richting de ministeries”, stelde Van der Klooster. De positie van de raad is echter veranderd, constateerden meer sprekers deze middag. “Het is een soort adviescommissie geworden”, vulde Patijn aan.
De architectuurinstellingen zijn op zichzelf aangewezen. En op elkaar. Patijn stelde voor dat de directeuren met een gezamenlijk plan moeten komen. De sprekers leken nog aan dat idee te moeten wennen. Voorheen had ook de Rijksbouwmeester een sterke rol in de coördinatie van het architectuurbeleid. Die rol is echter ook verwenen.
Bouman en Brugmans richtten zich op de steun van andere partijen. Bouman riep architectenbureaus, opdrachtgevers en bouwbedrijven hun ongenoegen te laten blijken over de plannen. Brugmans stelde voor een brief op te stellen, ondertekend door de belangrijkste Nederlandse architecten.
Volgens Ovink zaten de bezuinigingen op de architectuursector er al langere tijd aan te komen: “Het kan toch niet zo zijn dat dit advies van de Raad van Cultuur de architectuursector wakker schudt?”
Volgens Patijn is morele verontwaardiging en het voeren van actie een gepasseerd station. “De bezuinigingen zijn een feit”, stelde hij. Het leek Patijn verstandig het publieksbereik in de gaten te houden. Het leek hem bovendien helemaal geen slecht idee om de sector na twintig jaar te herijken. Patijn: “Ga met z’n allen een weekje op de hei zitten en kom met een plan.”