Nieuwe Rotterdamse aanpak woningbouw: meer snelheid, minder regels en heldere keuzes
Vandaag, 09:49
Met de nieuwe Rotterdamse Aanpak Uitvoering Woningbouw (RAUW) kiest de gemeente voor kortere procedures, minder regels en duidelijke kaders voor ontwikkelaars en bouwers, zo laat ze weten. Daarnaast experimenteert Rotterdam met ‘low tech’-gebouwen, die minder dure installaties vereisen. Met dergelijke benaderingen wil de gemeente sneller betaalbare woningen bouwen, zonder in te leveren op kwaliteit of duurzaamheid.
“Er is in Rotterdam een grote behoefte aan betaalbare woningen, maar stijgende bouwkosten, trage procedures en ingewikkelde regels werken tegen”, zegt wethouder Chantal Zeegers (Klimaat, Bouwen en Wonen). “Daarom zetten we de rem om in versnelling: minder barrières, kortere lijnen, meer duidelijkheid voor bouwers. Zo gaan projecten sneller van idee naar uitvoering.”
Belangrijke veranderingen
Tot de belangrijke veranderingen hoort het besluit dat er geen extra eisen meer worden gesteld in aanbestedingen: wat bij de start is afgesproken, blijft leidend. Extra voorwaarden halverwege de rit verdwijnen, aldus de gemeente. Een tweede aanpassing is het vereenvoudigen van optoppen, meldt Rotterdam, met “meer financiële duidelijkheid aan de voorkant van het project – transparant en voorspelbaar.”
Verder wordt er niet langer flora- en faunaonderzoek per project uitgevoerd, maar één onderzoek per gebied. Dat scheelt volgens de gemeente zowel tijd als geld. Een vierde vernieuwing is de instelling van een meldpunt waar bouwers voortaan knellende lokale regels kunnen aangeven, waarna – een vijfde vernieuwing – de Rotterdamse Versnellingstafel actief naar oplossingen zoekt. Aan deze ‘versnellingstafel’ nemen de gemeente, marktpartijen en woningcorporaties deel.
Digitalisering en Doorbraakbesluit geven vaart
Verder meldt Rotterdam dat ze start met een open digitaal platform voor het delen van bouwgegevens, te beginnen bij Schiehaven Noord (500-700 woningen). Ook gaan grootschalige projecten zoals De Kaai (1.000 woningen) werken met gezamenlijke monitoring vanuit de gemeente en ontwikkelaar. “Zo is sneller duidelijk wanneer en waarom iets vastloopt”, legt de gemeente uit.
Wanneer plannen zijn vastgelopen, worden ze voortaan sneller vlot getrokken met een zogenoemd Doorbraakbesluit. Daarbij hakken het college van Burgemeester en Wethouders en de gemeenteraad knopen door als eisen te veel opstapelen, belooft de gemeente. Bij eenvoudige projecten houdt de gemeente alleen nog een toetsende rol; deze benadering wordt bijvoorbeeld in Rotterdam-Alexander al uitgeprobeerd met de pilot ‘Ontwikkelaar aan Zet’.
Woningen mogen kleiner, met behoud kwaliteit
Het Nieuwe Kwaliteitsbeleid voor Wonen focust nog steeds op een hoge kwaliteit van nieuwbouw, maar geeft tegelijkertijd meer flexibiliteit. Zo worden in een aantal gebieden de regels voor minimale woonoppervlakte verlaagd van 60 m² naar 50 m²; dit past ook bij de groei van kleine huishoudens in de stad, zegt de gemeente.
Voor specifieke doelgroepen zoals studenten, ouderen en ‘friends’-woningen gelden aparte eisen. Bij seniorenwoningen blijft bijvoorbeeld een goede toegankelijkheid belangrijk. Ook wil het college woningvorming soepeler mogelijk maken in meer wijken, zodat grote woningen kunnen worden gesplitst in meerdere zelfstandige woningen van minimaal 50 m².
Terwijl in de meeste oude stadswijken op dit moment nog een minimale oppervlakte van 85 m² per woning geldt, wordt het met dit plan in de toekomst mogelijk om in bijna alle delen van Rotterdam grotere woningen op te splitsen. Uitgezonderd hiervan zijn de focuswijken van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (Tarwewijk, Bloemhof, Carnisse, Hillesluis, Feijenoord, Afrikaanderwijk en Oost-Charlois).
Ook experimenteert Rotterdam met ‘low tech’-gebouwen, die minder dure installaties vereisen. Dit gebeurt momenteel bijvoorbeeld bij het project Nieuw Kralingen.
Samenwerking
De Rotterdamse Aanpak Uitvoering Woningbouw (RAUW) is tot stand gekomen in samenwerking met marktpartijen, corporaties en investeerders, meldt de gemeente. Rotterdam hoopt hiermee ook landelijk een impuls te geven aan het gesprek over snellere woningbouw.