Woongebouw Tunnelzicht, Rotterdam
Copyright: Gortemaker Algra Feenstra
Ziekenhuis Deventer
Copyright: Gortemaker Algra Feenstra
Sint Franciscus Gasthuis, Rotterdam
Copyright: Gortemaker Algra Feenstra
Prinses Elisabeth Kinderziekenhuis, Gent, België
Copyright: Christian Richters
Huis van Albrandswaard
Copyright: Gortemaker Algra Feenstra
Roelof Gortemaker, Maurits Algra en Femke Feenstra
Copyright: Gortemaker Algra Feenstra
Óscar Romerocollege, Dendermonde, België
Copyright: AG Real Estate
Verkeersleidingspost ProRail, Utrecht
Copyright: Christian Richters
De Uithof, Den Haag
Copyright: Gortemaker Algra Feenstra
Gortemaker Algra Feenstra 100 jaar

een gesprek met drie generaties
Het architectenbureau Gortemaker Algra Feenstra in de huidige vorm heeft een voorgeschiedenis van 100 jaar; die begon met de opdracht voor Jan Hendriks om Grand Café Delmee aan de Rotterdamse Kruiskade te verbouwen. Sindsdien heeft het bureau uiteraard veranderingen ondergaan. Daarbij was het steeds min of meer traditie om met een nieuw directielid ook de naam van het bureau te veranderen – én om telkens een nieuwe generatie vertegenwoordigd te laten zijn.

De laatste verandering was de toetreding van Femke Feenstra tot de directie in 2013 en haar benoeming tot partner in 2018, waarna het bureau ook zijn huidige naam kreeg. Feenstra is de eerste vrouwelijke partner in de geschiedenis van het bureau. “Dat was wel een verandering”, zegt ze. “Sowieso werken er nu veel vrouwen bij ons bureau, dat is wel anders dan vroeger.”
Hoe kijk jij – weliswaar sinds 2001 werkzaam bij het bureau, maar toch als laatste toegetreden, jongste directielid – naar de geschiedenis van het bureau?
Femke Feenstra: “Aanvankelijk had het bureau voornamelijk opdrachten binnen Rotterdam, zoals wooncomplex Tunnelzicht; ook in de wederopbouwjaren waren de meeste projecten Rotterdams. Het bureau is altijd sterk vertegenwoordigd geweest in de scholenbouw en de zorg, bijvoorbeeld met het Sint Franciscus Gasthuis in Rotterdam en het Sint Antonius in Nieuwegein. Daarnaast waren er ook steeds andersoortige projecten, zoals een theater, een hal voor de Jaarbeurs en schaatsbaan De Uithof in Den Haag. Die wisselwerking is heel fijn; je neemt toch steeds elementen mee van het ene naar het andere segment.”
Maurits Algra: “Ik zie het als een taak dat je altijd allerlei typen van opdrachten aankan, omdat als je je verengt het heel moeilijk is om vernieuwend te blijven.”
FF: “Inmiddels is Gortemaker Algra Feenstra een internationaal actief bureau, met een breed portfolio. Maar we ontwerpen overwegend gebouwen met een maatschappelijke functie, en als het die niet heeft geven we er zelf wel een maatschappelijk randje aan.”
In de geschiedenis van 100 jaar heeft het bureau veel ontwikkelingen doorgemaakt; je zou bijna kunnen spreken van een reeks opeenvolgende bureaus. Kun je dat ‘maatschappelijke randje’ misschien toch beschouwen als een constante in die bureaus?
Roelof Gortemaker: “Terugkijkend naar de geschiedenis en de opstelling van de verschillende architecten in dit bureau, is er altijd een grote maatschappelijke betrokkenheid geweest. Het klinkt als een open deur als je zegt dat de mens centraal staat in de architectuur, maar het humane heeft altijd wel een belangrijke rol gespeeld.”
MA: “En daarmee samenhangend: een bescheidenheid over de rol van de architect. Niet de architectuur zelf, maar het doel waarvoor je iets bouwt staat voorop. We vervullen eerder een dienende rol dan de starchitect, die een gebouw maakt dat als gebouw interessanter is dan zijn functie. Het verdiepen in de vraag van de opdrachtgever zit er al lang in, van generatie op generatie. Wat niet wil zeggen dat we niet graag goede architectuur maken, dat is juist wat het zou moeten ondersteunen. Als het goed is voeg je zo een extra laag toe.”
FF: “Het is luisteren, maar wel visie hebben. We willen zoeken naar hoe we een gebouw mens- maar vooral ook maatschappijgericht kunnen maken. Dat is niet alleen een ‘echt’ maatschappelijk gebouw, zoals een school of een ziekenhuis. Wat ik het geven van een maatschappelijk randje noemde , kan bij alle projecten met het toevoegen van functies. Je kunt van een kantoorgebouw wel zeggen dat het er is voor de mensen die er werken, maar het heeft ook een plint die grenst aan de publieke ruimte.”
Is dat niet een ontwikkeling die je steeds vaker ziet: het inbedden van een publieke functie?
FF: “Dat denk ik zeker. Een ziekenhuis is niet meer alleen een medisch centrum, maar ook een plek waar je even naar de AH to go kunt gaan. We denken veel meer na over hoe je elk gebouw ook een maatschappelijke rol kan geven. Gortemaker Algra Feenstra vindt het heel belangrijk om daar niet alleen vanuit de architectenvisie, maar samen met de opdrachtgever over na te denken: wat wil je dat het gebouw voor de gebruikers – bijvoorbeeld de werknemers of de scholieren – gaat doen en wat moet het gaan doen voor de omgeving.”
Dat lijkt me voor opdrachtgevers niet heel vanzelfsprekend over na te denken.
FF: “Nee, heel vaak is dat niet het geval. Maar we vertellen in de acquisitiefase uiteraard hoe we werken we blijken daar wel heel vaak op te worden gekozen worden. Opdrachtgevers komen tot de conclusie dat dat de aanpak is die we wensen: samen een gebouw maken.”
“Naast ontwerp en ontwikkeling richten we ons ook sterk op onderzoek. Het helpt in de gesprekken met opdrachtgevers als we kunnen vertellen over onderzoek dat we hebben gedaan naar bijvoorbeeld mensen met dementie, of naar bewegen in ziekenhuizen. We werken nu voor een aan ‘het bewegende kantoor’, maar dat is gestoeld op ons onderzoek naar hoe je mensen in het ziekenhuis kunt stimuleren tot beweging. We doen die onderzoeken niet alleen, maar met heel veel klankborden en specialisten uit andere sectoren.”
Vanuit onze kennis kunnen we het experiment opzoeken
“Opdrachtgevers zien dat er niet alleen is nagedacht vanuit de architectenvisie, maar breder, vanuit maatschappelijke, een economische, een procesmatige visie; dat we ook de input van de opdrachtgever vragen om samen tot een gebouw te komen dat goed gaat werken. Dan landen onze voorstellen ook bij potentiële opdrachtgevers. Vanuit onze kennis kunnen we het experiment opzoeken.”
RG: “We denken dat we toch kunnen overtuigen door onze visie. Omdat we laten zien hoe we heel goed analyseren wat het probleem, kunnen we de opdrachtgever overtuigen van een aanpak die ook vernieuwend is. Daarbij hebben we in bepaalde vakgebieden heel erg lang gewerkt en door die ervaring zijn we in staat om als het ware over de muur heen te stappen.”
“Wittgenstein zegt in de Tractatus Logico-Philosophicus dat je een ladder nodig hebt om ergens op te klimmen, maar dat je daarna de ladder kunt weggooien. Dat is een beetje hoe wij het voelen in onze aanpak van bepaalde gebouwtypes. Als je die als architect voor het eerst doet moet je enorm je best doen om überhaupt te begrijpen waar het om gaat, maar als je dat eenmaal hebt gedaan kun je vanaf een hoger niveau er overheen kijken en de opdrachtgever meenemen in vernieuwende dingen. Dat vinden we ontzettend leuk om te doen.”
MA: “Het is ook heel leerzaam om in het buitenland te werken. Dan zie je dat binnen zo’n segment als de zorg heel grote cultuurverschillen zijn, zelfs al als je Nederland vergelijkt met België. Hoe we bijvoorbeeld denken over privacy, hoe je elkaar bejegent – dat speelt allemaal mee in je werk – en ook heel simpele maar moeilijk peilbare dingen als de juiste kleur voor een ontwerp. Die ervaringen zetten ons aan het denken, ook over wat we vervolgens weer in Nederland doen.”
Wat zien jullie, als vertegenwoordigers van verschillende generaties, als projecten die van belang voor de ontwikkeling van het bureau zijn geweest?
RG: “Ik zou dan ook twee projecten in Rotterdam willen noemen van de oprichter, Jan Hendriks; projecten waaraan je nog steeds kunt zien dat hij echt een modern architect was voor zijn tijd. Ik vind het moeilijk kiezen, maar ik denk aan Tunnelzicht, een woongebouw met grote appartementen en modern ingericht; heel functionalistische architectuur, maar ook heel esthetisch. Een ander project zijn de Minervagebouwen aan de Meent, waarvan je zou denken dat ze zijn ontworpen door een Nieuwe Bouwen-architect. Dat zijn twee projecten die er nog staan en nog steeds functioneren.”
“Wat betreft zorggebouwen wil ik het Deventer Ziekenhuis noemen (2006, RM). Dat heeft internationaal heel veel aandacht getrokken, omdat het interieur zo warm, kleurig en zo ‘niet-ziekenhuisachtig’ was. Het interieur is kleinschalig, maar ook heel transparant, met lange zichtlijnen. Een bezoeker ziet snel waar hij heen moet en voelt zich op zijn gemak; je ziet ook veel van functioneren van het ziekenhuis. Het Deventer Ziekenhuis werd op buitenlandse congressen getoond als echte vernieuwing.”
MA: “Ik vind de stap naar het buitenland een belangrijke mijlpaal. Het eerste project dat in België werd gebouwd was het Prinses Elisabeth Kinderziekenhuis in Gent. Dat vind ik een belangrijke wending van het bureau: de blik naar buiten en de markt verbreden. Het heeft ons bureau enorm geholpen, zakelijk maar ook in kennis.”
FF: “De slag naar het onderzoek die we hebben gemaakt vind ik een belangrijke verbreding van het bureau. Ik denk aan Streamer, het onderzoek naar energiebesparing in ziekenhuizen, Carebnb over tijdelijke opvang; ‘het reactiverend ziekenhuis’ vind ik een heel mooi onderzoek. Daarmee brengen we echt verandering in de inrichting van een verpleegafdeling; in het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem is vanuit die ideeën een afdeling gebouwd. Dat laat zien hoe we onderzoek doen en de uitkomsten gebruiken in onze projecten, hoe we de ruimte voor onszelf hebben gecreëerd om het experiment op te zoeken.”
RG: “Omdat we voor sommige opdrachtgevers al heel lang werken, soms tientallen jaren, zien we ook de consequenties van keuzes die ons bureau heeft gemaakt. Dat geeft ons ook oog voor de duurzaamheid, de aanpasbaarheid van een gebouw. We zien dat het Sint Antonius in Nieuwegein, waar we al heel lang voor werken, in zijn structuur de tand destijds doorstaat doordat er een soort flexibiliteit is ingebouwd. We kunnen het steeds weer aanpassen aan de eisen van nu.”
MA: “Het moet gezegd dat onze opdrachtgevers over het algemeen ontzettend ambitieus zijn; vooral de universitaire ziekenhuizen, waar we echt samen met opdrachtgevers nieuwe concepten hebben ontwikkeld. Zij kijken ook wereldwijd naar de best practices en hoe ze daar op kunnen voort ontwikkelen. Wij hebben er veel profijt van dat we daar in kunnen meebewegen en van kunnen leren.”
FF: “Het is wat Roelof zegt: we hebben een ladder nodig en kunnen daardoor op de muur komen – en , en er overheen kijken. Onderzoek, buitenlandse projecten en verbreding in segmenten helpen ons om te vernieuwen in de opdrachten die we uitvoeren.”

Gerelateerde nieuwsberichten

Andere nieuwsberichten

Meerstemmige geschiedenis en toekomst architectuur centraal tijdens symposium

Gisteren, 15:50

Tijdelijke woningen voor Oekraïense vluchtelingen en starters in Eemnes

Gisteren, 13:46

De Warren ontvangt Ammodo Architecture Award

Gisteren, 10:48

Een houten villa genesteld in het bos

21 november, 5:31

Reizend programma verkent opgaven stedelijke regio Breda en Tilburg

Gisteren, 16:34

Infrastructuur ‘piept en kraakt’, logistieke sector eist actie

Gisteren, 11:55

Bijleveld: houding raadsleden droeg niet bij aan imago Floriade

Gisteren, 09:35

Tekort aan grond blijft bouw sociale huurwoningen dwarszitten

21 november, 4:27

Tender voor woonblokken op twee van de laatste kavels Eenhoorngebied Amsterdam

21 november, 2:41

Woonbond stapt uit overleg over huren in sociale sector

20 november, 4:08
Robert MuisRedacteur
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan