Hogeschool Drenthe, Kenniscampus
17 oktober 2008
Kenniscampus Emmen ‘Studeren en werken, op bezoek in het groen’
Het hoofd bieden aan de braindrain
Drenthe wordt geconfronteerd met een ‘braindrain’. Meer dan de helft van de hoger opgeleide jongeren vertrekt uit Emmen, na het halen van het diploma. Om dit probleem het hoofd te kunnen bieden, heeft de Hogeschool Drenthe het idee van de Kenniscampus ontwikkeld. De Kenniscampus is een schakel tussen de opleiding en het bedrijfsleven. In het gebouw, dat speciaal voor de Kenniscampus is ontworpen, wordt kennis ontwikkeld, gebundeld, uitgewisseld en toegepast. De Kenniscampus richt zich niet alleen op studenten, maar ook op het bedrijfsleven, startende ondernemers en burgers. Allen komen samen in het gebouw, niet alleen in de kantine en de symposiumzaal, maar ook in de kantoorruimtes die in de toren zijn gehuisvest. Er ontstaat zo één aanspreekpunt voor kennisuitwisseling op één locatie in het industriële en dienstverlenende hart van Drenthe. Een dynamisch centrum, met een interessante mix van studenten, bedrijven, klanten en opdrachtgevers.
Op bezoek in het groen
De Kenniscampus bevindt zich in een overwegend groen gebied, gekenmerkt door markante houtwallen. Het gebouw is qua oriëntatie, haar transparantie en materiaalgebruik gericht op het landschap. Het gebouw heeft een fysieke aansluiting op het bestaande gebouw van de Hogeschool Drenthe, maar manifesteert zich als zelfstandig centrum. Aanvankelijk zou het gebouw ook qua hoogte aansluiten bij het bestaande schoolcomplex. De verschillende bouwdelen zouden als vingers in het landschap worden uitgestrekt, tussen de bestaande bomen en houtwallen door. De gemeentelijke dienst Stedenbouw wenste echter een hoogteaccent langs de doorgaande weg, waardoor het ontwerp is aangepast. In het ontwerp is echter de relatie met het landschap altijd leidend gebleven.
Ontwerp en materiaal
De Kenniscampus bestaat onder andere uit een grotendeels transparante toren. In deze toren bevinden zich startende ondernemingen en leerbedrijven van de Hogeschool Drenthe (HBO) en het Drenthe College (MBO). De toren is opgebouwd uit een zogenaamd ‘split-level’. Hierdoor ontstaat een sterke verticale relatie tussen de verdiepingen; je hebt als gebruiker altijd het gevoel dat je je op twee verdiepingen tegelijk bevindt. Het split-level is doorgetrokken in het dak en de vloer van de laagbouw en vormt hiermee een tribune in de gemeenschappelijke ruimte; de symposiumzaal. De materiaalkeuze is gebaseerd op een optimale aansluiting bij het landschap. De afwisseling tussen hout en glas zorgt enerzijds voor een transparante en natuurlijke uitstraling. Anderzijds zorgt deze afwisseling voor een inkadering van het landschap, waarbij de gebruiker van het gebouw steeds een nieuwe, soms gedwongen blik op de groene omgeving wordt gegund.
Techniek die gezien mag worden!
De transparantie van de gevel gaf aanleiding tot een thematische benadering van de installaties van het gebouw. De technische installaties vormen het zenuwstelsel en de bloedbaan van het gebouw. Overal zijn ze in het zicht gelaten, en zijn daarmee een leidend thema in het ontwerp, als een boom die zich vertakt en eindigt bij de kleinste twijg op het bureau; het stopcontact of de netwerkstekker. De dynamiek die hiermee inzichtelijk is gemaakt, staat symbool voor de levendigheid van de Kenniscampus. Door deze benadering is de architect bij de Kenniscampus anders te werk gegaan dan voorheen; hij heeft in het ontwerp een aantal aspecten moeten durven loslaten. Daarmee is het een uitdaging geweest; een experiment waarbij het architectonisch ontwerp van het gebouw ruimte moest laten voor inbreng van andere aspecten. Het gebouw is in die zin ook meer een faciliteit geworden. Het is een ‘machine à étudier et travailler’, waarbij techniek, interieur en gebruik hun eigen bijdrage aan het totaalbeeld geven en met elkaar spontane relaties aangaan. Een gebouw, kort gezegd, dat uitnodigend is en tegelijk tegenwind kan hebben.