Copyright: Maarten van Haaff
Copyright: NEXT architects
Copyright: NEXT architects
CO2-gestuurd ontwerpen is efficiënt ontwerpen. Levert dat ruimtelijk nog wat op? Jazeker!
De komende maanden deelt het team van NEXT natuurlijk in een serie artikelen hoe het werkt aan CO2-gestuurd ontwerpen. NEXT architects, ENS engineers, Bouwnext en Vitruvius streven samen naar de grootste CO2-reductie tegen een betaalbare prijs. Een simpel statement met in de praktijk veel voeten in de aarde. Wat is de invloed van een efficiënte plattegrond? Kan low-carbon ook low-cost zijn? Betekent energiezuiniger ook automatisch meer installaties, of juist niet? Deze week gaan we in op BVO’s en GBO’s in relatie tot carbon-based ontwerpen.
Efficiëntie
Laatst probeerden we een ontwikkelaar te interesseren voor een grote ontwikkeltender van de gemeente Amsterdam. Het antwoord was ontluisterend: “Wij doen eigenlijk geen projecten meer in Amsterdam. Weet je geen leuke tender in Rotterdam?” Pijnlijk… de reden voor het afgenomen enthousiasme was helder: hoge grondprijzen en het ‘stapelen van ambities’. Dat wil zeggen: de scoringscriteria worden steeds verder uitgebreid en de ambities hoger. Naast ruimtelijke kwaliteit kom je in de selectiebrochures tegenwoordig ook eisen tegen op het gebied van energiezuinigheid, materiaalgebruik, natuurinclusiviteit, rainproof, en CO2-uitstoot (en indirect ook biobased bouwen). Helaas is er weinig ruimte om deze ambities te realiseren; de residuele grondwaarde-berekening van de gemeente zorgt ervoor dat ook de grondprijs blijft stijgen.

Bij opdrachtgevers die wel met ons aan tenders in Amsterdam willen werken, merken we dat de nadruk in toenemende mate op efficiëntie en haalbaarheid komt te liggen. Dit is ook logisch; door de stapeling van eisen gaat de efficiëntie van een ontwerp drie- of vierdubbel tellen. Ten eerste in de bouwkosten: inefficiënte ruimte is vaak even duur om te bouwen als efficiënte ruimte. Ten tweede aan de inkomstenkant: loze ruimte levert geen geld op voor een ontwikkelaar of verhuurder. Ten derde zie je de efficiëntie terug in de MPG: een efficiënt gebouw verbruikt minder materiaal.

Uiteindelijk heeft de efficiëntie ook impact op de energieprestatie van een gebouw (BENG): een compact gebouw heeft minder installatiecapaciteit nodig om te verwarmen, koelen en ventileren. Een effect van dit risicomanagement en bijkomende hang naar efficiëntie lijkt te zijn dat tender-inzendingen steeds meer op elkaar gaan lijken. Het gesloten bouwblok met een galerij aan de binnentuin is in ieder geval in Amsterdam zo’n beetje de standaard geworden.

Analyse
Om deze efficiëntie te waarborgen kijken ontwikkelaars graag naar de BVO/VVO-verhouding.1 Dit is namelijk zowel een indicator voor de compactheid (weinig verkeersruimte en gemeenschappelijke voorzieningen betekent gewoon minder volume) van een gebouw als de financiële haalbaarheid (aan het verschil tussen BVO en VVO valt over het algemeen geen geld te verdienen). Zonder efficiëntie dus geen duurzaam gebouw. Daarom hebben we een analyse gemaakt van gebouwen van onszelf en collega’s om efficiënte typologieën te kunnen onderscheiden. Wij vergeleken 40 recent opgeleverde woongebouwen in Nederland en relateerden het vloeroppervlak van de verkeersruimte aan het ontsluitingstype.
In onderstaande grafiek is de verhouding kern ten opzichte van het BVO uitgezet (buitenruimtes zijn buiten beschouwing gelaten).
% = oppervlakte ontsluiting / (BVO – oppervlakte ontsluiting)
Logischerwijs worden gebouwen efficiënter als ze dikker en groter zijn, de galerij of corridor wordt immers langer zonder dat je kernen toevoegt. Een galerij is een hele efficiënte oplossing, zeker als die in een gesloten bouwblok aan de binnentuin wordt toegepast. Het oppervlak wordt immers kleiner naarmate je naar binnen gaat.

Bij gebouwen met kernontsluitingen bestaan er grote verschillen als het op efficiëntie aankomt. Dit heeft vaak te maken met het segment waar de woningen zich in bevinden. Meerspanners met bouwlagen rond de 500 – 700 m2 BVO lijken optimaal. Een gebouw met een corridor wordt efficiënter als zich ook op de kop woningen bevinden. Vanaf 800 m2 BVO per vloer wint de corridor aan efficiëntie. Maar kan dit ons ook richting geven in onze zoektocht naar optimale typologieën voor carbon-based ontwerpen?

Carbon-based keuzes
Carbon-based ontwerpen is ook efficiënt ontwerpen. Maar dan gaat het nadrukkelijk niet alleen om de vierkante meters, maar ook om energiezuinigheid en materiaalkeuzes. Wat zijn daarvan de ruimtelijk consequenties? Onze analyse biedt meerdere aanknopingspunten.

Als het gaat om materiaalgebonden CO2 heeft een compact gebouw natuurlijk de voorkeur. Hier kan een kernontsluiting (afhankelijk van de grootte en het aantal woningen) goed scoren. Ook een galerijontsluiting kan een optie zijn, indien deze niet te lang en smal is waardoor er relatief veel geveloppervlakte ontstaat. Een galerij kan namelijk prima biobased zijn, heeft minder afwerking nodig en hoeft niet geklimatiseerd te worden.

Een kernontsluiting heeft weer een ander bijkomend voordeel: niet alleen kan je een heel compact volume maken, het kan ook een heel simpel volume zijn. Zeker bij biobased bouwen is dit een voordeel; het helpt bij het maken van heldere/functionele details wat leidt tot minder materiaal, minder behoefte aan pur, kit en folies, lagere kosten, en groter draagvlak bij aannemers en opdrachtgevers.

Als we kijken naar energiegebruik is de oriëntatie heel belangrijk.2 Om in de winter maximaal gebruik te maken van de instraling van de zon is (veel) glas op het zuiden ideaal. Daarmee kunnen we passiefhuis woningen maken die minder energie en dus CO2 gebruiken. Hierbij past een galerij beter dan een kernontsluiting (want dat resulteert in overhoekse of eenzijdige oriëntaties). Bovendien kan een galerij de zoninval gedurende de seizoenen reguleren.

Een gesloten bouwblok kent een meervoudige oriëntatie, dit maakt het lastiger om optimaal te sturen op zoninval en daarmee passief bouwen. Afhankelijk van de diepte en afmeting van de binnentuin kan een gesloten bouwblok nog wel redelijk compact zijn.

Een van de compactere typologieën is de (inpandige) corridor. Maar dit type heeft hetzelfde probleem qua oriëntatie als een kernontsluiting of gesloten bouwblok; de helft van deze woningen is eenzijdig op het noorden of oosten georiënteerd. Dit is zowel wat betreft energieverbruik als gebruikskwaliteit geen goede optie.

Best of both worlds
De corridor lijkt dus, ondanks zijn ruimtelijke efficiëntie, niet het best te passen bij onze ambities. Maar er is natuurlijk allang een prachtig voorbeeld uitgevonden van een combinatie van een corridor met tweezijdige oriëntatie van alle woningen: de bajonetwoningen in de Unité d’Habitation van Le Corbusier.3 Dit is een typologie die alle woningen van een ideale oriëntatie kan voorzien en die super efficiënt is omdat er maar één corridor per drie lagen nodig is. Bovendien biedt deze typologie ruimtelijk nog wat extra: een brede corridor met veel voordeuren die (verblijfs)ruimte biedt aan ontmoetingen.

Echter, de laatste keer dat we dergelijke woningen voorstelden twijfelde de betrokken makelaar sterk of dit ‘product’ wel lekker in de markt zou liggen. Ze sneuvelden uiteindelijk op de wens om kleinere woningen te maken (minder risico, hogere marge). Ook waren de hoeveelheid leidingschachten die aan weerszijden van de corridor nodig zijn (en nog erger in de weg zitten op de verdiepingen zonder corridor) problematisch. Maar als we het integraal bekijken zien we aanknopingspunten voor een volgend project.

Uit een eerdere analyse van ons NEXT natuurlijk team blijkt dat minder en decentrale installaties een interessante duurzaamheidsoptimalisatie kan zijn.4 Dit betekent in ieder geval minder leidingen die in de weg zitten. Daarnaast bestaat in de bajonet-typologie de mogelijkheid tot dwarsventilatie wat met de steeds oplopende zomertemperaturen steeds belangrijker gaat worden.

En de marktvraag? De duplexwoningen die in dit project wel de eindstreep hebben gehaald (20 van 230 woningen) gingen als zoete broodjes en waren als eerste verkocht. Voor het volgende project dat we met deze opdrachtgever deden, maakten we 50% duplex woningen. Daar hoefde geen makelaarsadvies meer aan te pas te komen.

NEXT natuurlijk is een samenwerkingsverband van NEXT architects, ENS engineers, Bouwnext en Vitruvius Bouwkostenadvies dat zich richt op verregaande CO2-reductie van onze woongebouwen voor een concurrerende prijs. Een eerste stand van zaken – met name onze eerste case study – hebben we eerder gedeeld op Architectenweb . Momenteel zijn we bezig met ons eigen parametrische model om daarmee onze opgedane kennis optimaal te kunnen inzetten. In deze serie artikelen houden we jullie op de hoogte van geleerde lessen en hopen we een gesprek op gang te brengen en kennis te delen.
1 In woningbouw wordt vaker naar GO (of GBO) van de woningen gekeken. Het GO van het totale gebouw is namelijk officieel inclusief verkeersruimte.
2 Vier belangrijke stappen in het reduceren van de energievraag volgens passiefhuis-principes:
- Een goede bouwkundige schil met hoge isolatiewaarden
- Zongerichte oriëntatie
- Benutten van thermische accumulatie in materialen
- Bouw compact
3 Zie: www.archdaily.com/85971/ad-classics-unite-d-habitation-le-corbusier
4 Zie: https://architectenweb.nl/n58245 


Gerelateerde nieuwsberichten

Andere nieuwsberichten

VORM ontwikkelt laatste twee kavels Eenhoorngebied Amsterdam

Gisteren, 14:24

Multifunctioneel gebouw Floating Gardens in Sloterdijk biedt plek aan woningen en een IKC

Gisteren, 12:18

Architectenweb Sportzomer: Vincent van Heesch is een fanatiek tennisser

Gisteren, 09:15

Powerhouse Company presenteert opgeleverde woontoren Nelson in Arnhem

16 juli, 11:46

Provincie komt bij BAM en SPIE uit voor onderhoud aan Zeelandbrug

Gisteren, 13:39

Meerderheid Limburgers houdt rekening met nieuwe overstromingen

Gisteren, 10:35

ASML op schema voor uitbreiding in Eindhoven

16 juli, 12:31

Organisaties: compensatie natuur Maasvlakte II onvoldoende

16 juli, 9:17

Klimaatraad: inconsistent klimaatbeleid brengt onzekerheid

15 juli, 3:21

Flexkoop komt niet van de grond op woningmarkt, zegt NHG

15 juli, 10:05
ATAG Nederland
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Kingspan Light & Air
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
Houthandel van Dam
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
wienerberger
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
VOLA Nederland BV
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Holonite B.V.
AXOR + hansgrohe
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
Architectenweb
Over ons
Contact

© 2002 - 2025 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan