Rob, jij bent voorzitter van de Eindhovense welstandscommissie. Hoe kijk jij aan tegen de enorme woningbouwopgave die er de komende decennia ligt in de Brainportregio?
Meurders: “Als je het hebt over de koers van de regio, merk ik dat iedereen een beetje zoekende is. Ik zeg niet dat het de verkeerde kant op gaat, maar ik merk dat veel zaken worden gedreven door cijfers, urgenties als woningnood en media-aandacht en dat de diepgang soms lijkt te ontbreken. Het is goed om verder te kijken: waar komt de vraag vandaan, wat zit er achter de vraag en welke antwoorden kunnen we daarop geven voor een langere termijn? We zitten enerzijds in een economische werkelijkheid, waarbij aspecten als betaalbaarheid en een steeds strakker wordende regelgeving een belangrijke rol spelen. Tegelijk moet je je ook afvragen wat alle ontwikkelingen betekenen voor de leefkwaliteit. Volgens mij schuilt de oplossing niet alleen in het realiseren van veel woningen, maar is het net zo belangrijk om voor culturele en maatschappelijke gebouwen en voorzieningen te zorgen. We hebben het niet alleen over Eindhoven, maar over een Brainport-regio waar gebieden en gemeenten elkaar niet beconcurreren maar versterken.”
Van Ekeren: “Je ziet dat ze er bij de gemeente Eindhoven werk van maken om de groei beter te sturen en begeleiden. Er zijn gebieden aangewezen waar ze de groei laten landen en er worden vooraf kaders gesteld, in plaats van overal ad hoc te verdichten. Er wordt gelukkig steeds meer gewerkt vanuit visie, niet alleen in Eindhoven, maar bijvoorbeeld ook in Helmond. En dat is ook nodig. Eindhoven is een stad van twee snelheden. Een groot deel van de bevolking heeft weinig met Brainport, voor hen geldt een hele andere realiteit dan de groeiende groep expats en techneuten. En in Veldhoven zijn ze aan de ene kant heel blij met een groeimotor als ASML, maar tegelijkertijd eet dit bedrijf het hele dorp op. Dat levert heftige tegenkrachten en groeipijn op. Volgens mij lukt het de regio steeds beter om hier goed mee om te gaan.”