Wie vanaf de Enneüs Heermabrug IJburg binnenrijdt (en wie doet dat niet?), kan het Sluishuis vanuit dat perspectief een beetje tegen vinden vallen. Vanaf hier is de beeldbepalende ‘haaienbek’, de ruim 35 meter hoge beeldbepalende opening in de gevel, nagenoeg onzichtbaar. In plaats daarvan rijst uit het water een raadselachtige gestalte op, die nog het meest op een vervormde ruit lijkt.
Om het gebouw op zijn juiste waarde te schatten, moet je de binnenplaats bezoeken of het water op. En gelukkig – een van de grote kwaliteiten van het project – kan dat allebei. De ‘courtyard’, waar boten kunnen aanmeren en gezwommen kan worden, is publiekstoegankelijk. En om het water op te kunnen heb je geen boot nodig, want er liggen vrij te betreden aanlegsteigers rond het gebouw.
Vanaf de steiger kun je recht in de ‘bek’ van het gebouw kijken, wat ondanks de door de architecten aangehaalde metafoor van een haai in het water bepaald geen angstaanjagende ervaring is. Fraaie houten kadetrappen, de dito binnenplaats met nu nog jonge bomen en glinsteringen en reflecties op de strakke aluminium gevel bepalen vanaf deze plek het beeld van het Sluishuis. Op een zonnige dag zoals woensdag verlevendigen zwemmende en varende mensen het plaatje.