Op een voormalig fabrieksterrein in Groningen werd meer dan tweehonderd jaar lang tabak verwerkt achter bakstenen muren en gesloten poorten. Nu opent deze verborgen industriële wereld voor het eerst als ‘Niemeyer’ — een nieuwe publieke plek in het hart van de stad. Door het 40.000 m² tellende complex te openen, transformeren we een afgesloten industrieel relict in een verbonden stadswijk, ontworpen voor innovatie, cultuur en verbinding.
Niemeyer brengt digitale innovatie, culturele ruimtes, horeca, onderwijs en makers bij elkaar in de oorspronkelijke fabrieksgebouwen. Publieke functies zoals cafés, galeries en werkplaatsen vinden hun plek zowel in de gerenoveerde binnenruimtes als in nieuw ontworpen ruimtes die verbonden worden door straten en parken. Met zijn ligging vlakbij het station en het stadscentrum wordt Niemeyer onderdeel van het dagelijkse leven in de stad en verwelkomt het zowel de Groningers als bezoekers.
Het Niemeyer-complex vertelt haar verhaal via architectuur: bakstenen hallen uit 1904, ruwe betonnen toevoegingen uit latere decennia en de sporen die het industriële gebruik heeft achtergelaten. Waar mogelijk behouden en restaureren we de originele onderdelen zorgvuldig. Ons ontwerp omarmt deze lagen in plaats van ze glad te strijken, en benadrukt de ontwikkeling van de plek door het samenspel van oud en nieuw.
Op deze historische basis voegen we een reeks nieuwe ruimtelijke elementen toe die het gelaagde karakter van de plek benutten en tegelijkertijd nieuwe verbindingen leggen tussen mensen, functies en plekken. Elke ingreep versterkt de interactie tussen oud en nieuw, gebouw en stad, interieur en landschap.
We hebben het concept van het openen van de fabriek doorgetrokken naar het interieurontwerp van het hele complex. Zo hebben we de interieurs, die eerder onoverzichtelijk en donker waren, getransformeerd tot lichte en aantrekkelijke ruimtes met een duidelijke logica en routing, waarbij het historische karakter van de oude fabriek behouden is gebleven.
Op het herbestemde ART-gebouw verandert het DAK ART-dakterras het oude industriële dak in een culturele ontmoetingsplek met uitzicht op de Industriestraat.
Aan de overkant opent de Burley Bar met een transparante gevel die binnen en buiten met elkaar verbindt. Zo trekt de bar het aangrenzende Spoorpark binnen en komt de begane grond tot leven. Daglicht valt diep naar binnen en door de ruime openingen voelt de bar net zo zeer verbonden met het park als met het gebouw.
Om een breed scala aan werkfuncties in Niemeyer mogelijk te maken, introduceren we de Shared Facilities: een reeks flexibele ruimtes die zijn ontworpen om te werken, samen te werken en ideeën uit te wisselen.
Het Labpaviljoen langs het Spoorpark ontvouwt zich als een flexibele, modulaire omgeving voor digitale makers, startups en kennisinstellingen. Door de open opzet en makkelijk aanpasbare indeling kan het paviljoen meebewegen met wat de gebruikers nodig hebben.
Verborgen in de oude binnenplaats van het oudste gebouw van de fabriek, brengt het Tabaksbos natuur en daglicht naar het hart van de architectuur. Een opvallende platformconstructie, volgroeide bomen, inheemse beplanting en informele zitjes maken van deze voormalige productieruimte een binnenwereld van rust en inspiratie.
Langs de gebouwen en functies slingert de Groene Route: een reeks nieuwe trappen, bruggen en looppaden die de verschillende blokken met elkaar verbinden en het straatniveau koppelen aan daken en binnenplaatsen. Zo ontstaat een beloopbare, ruimtelijke ervaring op meerdere niveaus, waar oud en nieuw elkaar versterken.
Vier publieke zones geven het terrein vorm: het Spoorpark, de Industriestraat, de Buurtstraat en het Entreeplein. Samen verbinden ze gebouwen, functies en de omliggende buurten.
Het Spoorpark volgt het tracé van de historische spoorlijn. Rails in de bestrating, regentuinen en informele zitplekken nodigen uit om te spelen, te ontspannen of even stil te staan. De Industriestraat, ooit bedoeld voor logistiek, huisvest nu paviljoens, terrassen en evenementen, en vormt zo de nieuwe sociale ader van het terrein.
?Het ontwerp bouwt voort op het industriële DNA van de plek. Ruwe bakstenen en stalen raamkozijnen blijven behouden of worden teruggebracht, constructieve structuren wordt zichtbaar gemaakt.
Materialen uit gesloopte onderdelen krijgen een nieuw leven op dezelfde plek: bakstenen worden hergebruikt als bestrating, stalen spanten verschijnen terug als pergola’s en betonnen platen worden zitplekken. Zo ontstaat een gelaagde omgeving waarin de geschiedenis van de locatie niet alleen zichtbaar is, maar ook fysiek aanwezig blijft.
Groene daken op gebouwen zoals het Labpaviljoen helpen de omgeving te koelen en de lucht te zuiveren. Regenwater wordt opgevangen via doorlatende oppervlakken en ondergronds opgeslagen in buffers en wadis, die het landschap het hele jaar door van water voorzien.
Een bestaand keldernetwerk wordt hergebruikt voor fietsenstallingen en infrastructuur, waardoor het oppervlak vrij blijft voor voetgangers en openbaar leven. Fietsroutes sluiten rechtstreeks aan op het nabijgelegen treinstation en het stedelijk weefsel.
Vanaf het begin worden bewoners, ondernemers en toekomstige gebruikers betrokken via testruimtes, tijdelijke installaties en publieke evenementen. Zo ontstaat een plek waar werk en cultuur, rust en reuring, architectuur en groen als vanzelf samen gaan. In de toekomst blijft Niemeyer groeien door wat mensen er doen. Van een plek uit het verleden, wordt de fabriek een nieuw fundament voor de toekomst van de stad.