De Grote Hof
12 april 2010
In De Grote Hof speelt Rapp+Rapp met domeinen, met semi-openbare voortuinen, collectieve pleinen en parkeerplaatsen voor de deur. De buitenruimte in en om de vijf hoven kent allerlei verschillende gradaties van openbaarheid, waarbij een verrassende, maar effectieve organisatie van het publieke en het private domein is ontstaan.
Vier min of meer vierkante hoven zijn aan weerszijden van een hoger gelegen, langwerpig middenhof geplaatst. De hoven liggen op maaiveldniveau, net als de parkeergarage waarop het middenhof is gesitueerd en waaraan het de verhoogde ligging dankt. Het complex ligt als een autonoom eiland in haar omgeving. Letterlijk, want om het terrein is een watergang aangelegd die een harde grens vormt tussen de omgeving en de woonwijk.
Op het niveau van de afzonderlijke woningen wordt het gevelbeeld aan de buitenkant niet bepaald door voordeuren en brievenbussen. Door de woningen op de hofpleinen te oriënteren, is de mogelijkheid geschapen om aan de buitenrand van het complex een private zone te creëren. De omkering zorgt voor een ratjetoe aan schuurtjes, afrasteringen en bestratingen aan de buitenkant, maar dat moet op den duur bijeen worden getrokken door de groene haag, die de klaverbladvorm van de bebouwing nauwkeurig volgt.
In de hoven, die alleen bereikt kunnen worden via enkele smalle doorgangen of vanuit de parkeergarage, vormt de plotselinge beslotenheid een sterk contrast met het open terrein rondom het complex. De vier hoven zijn onderling niet verbonden, maar hebben elk een directe trapverbinding met het vijfde, centraal gelegen middenhof. De opzet verleent het complex een hiërarchische ordening. De verhoogde ligging en de hogere bebouwing geeft het middenhof een fysieke superioriteit over de andere hoven. In het middenhof is met enkele doeltreffende middelen een indrukwekkend, bijna sereen effect bereikt.
De wanden van het langgerekte hof worden gedefinieerd door gebouwhoge, ranke betonnen kolommen die als lamellen voor de voorgevels van de woningen zijn geplaatst. De gevels erachter zijn opgetrokken uit witte baksteen en bevatten enkel raampartijen en openslaande terrasdeuren; de voordeuren bevinden zich in de onderste bouwlaag op maaiveldniveau, oftewel in de parkeergarage. Het is parkeren voor de deur, maar dan anders.
De kolommen vormen de enige barrière tussen de woningen en het collectieve hofplein. Het effect is wonderlijk effectief. De schijn van private ruimte, opgewekt door het lamelleneffect van de kolommen, biedt blijkbaar genoeg privacy om de openbare ruimte met open vizier tegemoet te treden.
Hofcompositie
De hofcompositie van het ontwerp is niet bedacht om een originele organisatie van de diverse domeinen te faciliteren. In de stedenbouwkundige randvoorwaarden voor De Venen werd gevraagd om een invulling die zou refereren aan de Hollandse hofjestraditie. Dat uitgangspunt leek moeilijk te verenigen met het idee dat de wijk geheel vrij en autonoom in het landschap zou komen te liggen. Bovendien vormde de organisatie van de private en openbare domeinen een uitdaging, aangezien de hoftypologie vanouds een collectieve woonvorm is met weinig privacy.
Rapp+Rapp zag een oplossing voor de paradoxale opgave door de gevraagde hoftypologie naar een nieuw schaalniveau te tillen. In plaats van te kijken naar de door bebouwing ingeklemde hofjes zoals die bestaan in oude binnensteden, werd typologisch uitgeweken naar de Vlaamse kartuizer kloostercomplexen. De hoftypologie bood de mogelijkheid om de buitenruimte ten volle te benutten om een kwalitatief hoogstaande woonomgeving te creĂ«ren met een zorgvuldige balans tussen openbare en private ruimte. De architectonische afwerking kan zich daarmee meten. Het perfectionisme van de architect straalt ervan af: subtiele toonverschillen in de baksteengevels, metselverbanden die tot op de laatste steen zijn uitgewerkt en ‘onzichtbare’ detaillering, zoals de weggewerkte hemelwaterafvoer in de spouw. De Grote Hof is uitgekiend vanaf de stedenbouwkundige opzet tot in de kleinste details.