Het boek 'Re-Thinking Re-Use'
Copyright: HOH Architecten
Big Roof op Expo '70 in Osaka, ontworpen door Kenzo Tange
Big Roof op Expo '70 in Osaka, ontworpen door Kenzo Tange
Copyright: Takato Marui (CC BY-SA)
Tower of the Sun, van kunstenaar Okamoto Taro
Copyright: Laitr Keiows (publiek domein)
Takara Beautillion op Expo '70 in Osaka, ontworpen door Kisho Kurokawa
De locatie van Expo '70 in Osaka destijds
De locatie van Expo '70 op dit moment
Copyright: Google Maps
Expo 2025 in Osaka
Copyright: Ibamoto (CC BY-SA)
Het Nederlandse paviljoen op de Expo 2025, met de Grand Ring op de achtergrond
Copyright: Zhu Yumeng
Het Nederlandse paviljoen op de Expo 2025
Copyright: Zhu Yumeng
Impressie van entertainmentcomplex op de locatie van Expo 2025 in Osaka
Grand Ring, ontworpen door Sou Fujimoto
Copyright: HOH Architecten
De waarde voor
de toekomst (slot)
In Japan wordt heel anders met bestaande gebouwen omgegaan dan in Nederland. In het onderzoek Re-Thinking Re-Use vergelijkt HOH Architecten de benaderingen van beide landen met elkaar. Een aantal lessen uit dit onderzoek heeft het bureau in een serie columns gedeeld. In deze tiende en laatste column staat de Wereldexpo in Osaka centraal. Welke waarde biedt dat wel / niet voor de toekomst?
Op uitnodiging van Het Nieuwe Instituut was ik eerder deze maand op de Wereldexpo in Osaka voor de Japanse boekpresentatie van Re-Thinking Re-Use. Ons gelijknamige onderzoeksproject maakte deel uit van het culturele programma van het Nederlandse paviljoen binnen het thema ‘Repair, Reuse, Survive’.

De plek kon niet toepasselijker zijn. Het expoterrein ligt op Yumeshima, een kunstmatig eiland in de baai van Osaka, ooit aangelegd als stortplaats en jarenlang gevuld
met puin en zand uit gesloopte bouwprojecten. Had een deel van die gebouwen niet beter hergebruikt kunnen worden? En het moment was al even bijzonder: het was de laatste week van de zes maanden durende Expo. Een week later zouden het terrein en de paviljoens, die die dag nog 240.000 bezoekers trokken, leeg en verlaten achterblijven. Hoe zou het terrein daarna gebruikt gaan worden? Een betere plek voor de presentatie van het boek Re-Thinking Re-Use kon ik me dus niet voorstellen.

De Expo was aanvankelijk niet zo populair maar won aan momentum en overtrof uiteindelijk alle verwachtingen. Van de 25 miljoen bezoekers kwam overigens 94 procent uit Japan zelf. Velen kwamen om de sfeer van de legendarische Expo uit 1970 in dezelfde stad te (her)beleven, die sporen naliet die verder reikten dan het terrein of de duur van het evenement. Ze veranderde de stad, de bouwcultuur en symboliseerde een land dat zijn wederopstanding vierde, zowel moreel als economisch. Onder het motto ‘Progress and Harmony for Mankind’ toonde Japan een toekomst vol technologische belofte: van spaceframes en opblaasbare koepels tot het eerste beweegbare dak van het land.
Voor het terrein werd destijds het bamboelandschap van de Senri Hills volledig heringericht. Middelpunt was de Big Roof van Kenzo Tange, destijds het grootste spaceframe ter wereld. Het plastic dakmateriaal vond later wereldwijd navolging in ETFE-structuren, maar het dak zelf werd na afloop gesloopt. Alleen de Tower of the Sun van Okamoto Taro bleef overeind: de expressieve totem die het dak doorbrak en uiteindelijk het ware icoon van de Expo werd.
Rondom de Big Roof stonden paviljoens die het Metabolistische gedachtegoed verkenden; de tijdelijke aard van de Expo bood een treffende metafoor voor een wereld waarin niets blijvend
is en waarin gebouwen, net als organismen, kunnen afsterven en worden vervangen. De Takara Beautilion van Kisho Kurokawa was daarvan het overtuigendste voorbeeld: een open raster waarin verwisselbare capsules konden worden ingeplugd, met ruimte voor groei. Onder de bezoekers was Torizo Watanabe, directeur van Nakagin Co., die Kurokawa later de kans gaf het concept te vertalen naar een gebouw: de Nakagin Capsule Tower in Tokio.

Ondertussen is het voormalige expoterrein volledig door de stad opgeslokt. Waar de paviljoens in 1970 nog als eilanden in een zee van groen stonden, ligt nu een groen herdenkingspark in een zee van gebouwen. Natuur en stad zijn van plaats gewisseld, een stedelijke vertaling van het Metabolistische idee van vervangbaarheid.

Vijfenvijftig jaar later keerde de Wereldexpo terug naar Osaka. De slappe bodem van het eiland, eigenlijk niet meer was dan een vuilnisbelt in de zee, werd verstevigd en de metrolijn werd vanuit het centrum ernaar doorgetrokken. Het hele plan stuitte aanvankelijk op veel weerstand: de voorbereidingskosten bedroegen ruim 1,5 miljard euro, en de bouw van de paviljoens nog veel meer. Velen vonden het een onverantwoord groot financieel risico en vroegen zich af of een Expo nog wel van deze tijd was. Toch werd er naar kritiek nauwelijks geluisterd, en misschien wel terecht. Met een enorm bezoekersaantal sloot de Expo zonder schuld af, een staaltje nationale eensgezindheid waar wij in Nederland, met het debacle van de Floriade in ons achterhoofd, nog iets van kunnen leren.

Met het thema ‘Designing Future Society for Our Lives’ wilde de Expo antwoorden bieden op mondiale vraagstukken als klimaatverandering, energie, zorg en vergrijzing. Maar de paviljoens die ik bezocht, voelden eerder als driedimensionale reisbrochures van landen in het heden dan als visies op de toekomst. Misschien verklaart juist dat de populariteit: zonder het eiland te verlaten kon je in twaalf uur de wereld rond, al moest je daar wel een uur vanaf trekken voor het wachten om het terrein binnen te komen en ook uren voor de wachtrij voor een paviljoen.

De dag dat ik er was bruiste het terrein van energie, van vroeg in de ochtend tot laat in de avond. Ik heb zelden zoveel mensen, van wandelstok tot kinderwagen, zo enthousiast op één plek gezien. Over het terrein verspreid stonden 188 paviljoens, ontworpen door onder meer Toyo Ito, Kengo Kuma en SANAA. Hoogtepunt was de Grand Ring van Sou Fujimoto: een gigantische ringvormige houten bouwwerk, met een hoogte van 20 m en een diameter van 2 km, dat de hoofdcirculatieroute van de expo vormde. Het dak was beloopbaar en gaf een prachtig uitzicht over het gehele terrein en eronder zorgde het voor de nodige beschutting tegen zon en regen. Met zo’n 20.000 kubieke meter hout werd de Grand Ring door het Guinness Book of Records erkend als grootste houten bouwwerk ter wereld.

Na de boekpresentatie in het Nederlandse paviljoen liep ik ’s avonds nog een laatste keer over de Grand Ring en keek uit over de Expo. De vraag die al maanden, zelfs jaren, speelde bleef hangen: en nu? Wat gebeurt er hierna met dit terrein, wanneer het feest voorbij is? Was er een alternatieve toekomst denkbaar voor dit artificiële eiland? Want nu de Expo voorbij is, neemt een consortium onder leiding van MGM Resorts International en Orix Corp. het terrein over. Het investeert ruim zeven miljard euro in Japan’s eerste ‘integrated casino resort’, met hotels, winkels, conferentiecentra en een museum, een heel ander toekomstbeeld dan de Expo zelf beloofde. De
komst van het casino, na jaren van debat, stuit op veel weerstand. Japan kent een sterke gokcultuur, van paardenrennen tot pachinko, en velen vrezen dat het eiland een sociaal risico vormt.

Dezelfde 'wat nu' vraag geldt ook voor de Grand Ring. Het project heeft dezelfde impact gehad als Tange's Big Roof uit 1970, maar in het plan voor het casino resort is er geen plaats voor, laat staan dat het stedenbouwkundig plan gebaseerd is op het behoud en hergebruik van dit iconische bouwwerk. Een 'stukje' van 200 m van de Grand Ring zal als een monument blijven staan, een herinnering net als de Tower of Sun, maar het overgrote deel zal volgens geruchten worden verbrand in een verbrandingsoven onder de noemer van ‘thermisch hergebruik’, omdat regelgeving op dit moment het hergebruiken van houten onderdelen verhindert. Wat voor oorkonde zou Guinness daarvoor hebben? Grootste brandstapel? Grootste CO2-uitstoot?
Staand op de Grand Ring, uitkijkend over een verlaten Expo, wordt het besef nog groter dat het hergebruik van de constructie of de materialen een noodzakelijk onderdeel van het ontwerp had moeten zijn, en het net zoals het Nederlands paviljoen een tweede leven zou krijgen. Hopelijk is er zoveel waardering voor de Grand Ring ontstaan dat er ruimte is voor een exitstrategie, een plan B, waarbij het niet alleen een voorbeeldfunctie heeft in het gebruik van een traditioneel bouwmateriaal op een moderne manier, maar ook een voorbeeldfunctie in herbestemming, materiaalwaarde en continuïteit. Een terugkeer naar een Japanse traditie van verplaatsing en hergebruik, en daarmee een nieuwe standaard in Re-Thinking Re-Use. Want alleen dan geven we als architecten invulling aan het thema 'Designing Future Society for Our Lives'.
Re-Thinking Re-Use is een onderzoeksproject van HOH Architecten, georganiseerd door Andreea Pirvan en Jarrik Ouburg, in samenwerking met de RCE en JNACA. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie en Dutch Culture en is onderdeel van het culturele programma van het Nieuwe Instituut tijdens de Wereld Expo 2025 in Osaka.

Gerelateerde nieuwsberichten

Andere nieuwsberichten

ZJA Architects & Engineers viert 35-jarig jubileum met expositie in Arcam

Gisteren, 15:17

AMO creëert zintuiglijke omgeving voor parfumeriemerk in oude kledingzaak

Gisteren, 13:31

Realisatie woningbouwproject INCK in Eindhoven aanstaande

Gisteren, 11:20

Rotterdam presenteert definitief ontwerp voor verbouwing Boijmans van Beuningen

30 oktober, 2:54

Coalitie Zuid-Holland bezorgd om woningbouw: mag niet vastlopen

Gisteren, 16:46

Aanbesteding voor nieuw windmolenpark op zee krijgt nul reacties

Gisteren, 12:10

FNV en aannemers: schrappen ID-pas bouwplaatsen is onbegrijpelijk

Gisteren, 10:04

Overijssel start met eigen aanpak rond kwetsbare natuur

30 oktober, 3:28

Geschiedenis en betekenis Het Scheepvaarthuis belicht in boek

29 oktober, 4:15

Brabant wijzigt stikstofbeleid: boer aan zet voor minder uitstoot

29 oktober, 1:17
Jarrik OuburgArchitect
ATAG Nederland
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Kingspan Light & Air
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
Houthandel van Dam
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
wienerberger
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
BEWI IsoBouw
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf B.V.
Saint-Gobain Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
VOLA Nederland BV
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Holonite B.V.
AXOR + hansgrohe
Tata Steel Colorcoat®
Architectenweb
Over ons
Contact

© 2002 - 2025 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan