Vandaag bespreek ik met u een derde casus die mij kortgeleden werd voorgelegd. Het betreft het archief van architect, oud-hoogleraar en oud-Rijksbouwmeester Tjeerd Dijkstra (nu 93 jaar). Vanwege de verhuizing van zijn ruime stolpwoning in Edam naar een appartement in Haarlem wordt hij vorig jaar vooral door ruimtegebrek gedwongen om zijn archief al bij leven aan het Rijksarchief in het Nieuwe Instituut te schenken. Hij ziet uit naar een soepele
overdracht, want hij besprak die immers al jaren geleden met de toen belangrijke curatoren voor het archiefbeheer ten tijde van het NAi. Echter, het antwoord via mailcontact '
schenkingen' is uiterst afhoudend. Hij wordt beleefd verzocht om meer informatie omtrent de inhoud en omvang van zijn archief.
Dat archief is omvangrijk (bijna vijfhonderd archiefdozen, enkele m
2 maquettes en tien ordners met beeldmateriaal) want Dijkstra heeft vooral in de tweede helft van de vorige eeuw een belangrijk stempel kunnen drukken op het Nederlandse architectuurlandschap. Te
beginnen met publieke projecten, zoals het gerenoveerde Tropenmuseum met nieuwe woontoren in Amsterdam-Oost. En al vroeg in het onderwijs met zijn door generaties architecten geroemde 'projectencolleges'.
Voor zijn bureau Verster Dijkstra Loerakker (VDL) bedenkt hij een vernieuwende opzet in
de architectengroep. Een b.v., hangend onder een stichting, bestuurd door alle medewerkers. De naamgevende architecten komen in loondienst en winst wordt teruggeïnvesteerd in het bureau.
Als Rijksbouwmeester (1979-1986) ontwikkelt hij nieuw beleid t.a.v. monumenten en kunst bij rijksgebouwen en biedt hij juist jonge architecten grote kansen bij rijksopdrachten; denk aan alle grensposten ontworpen door Benthem Crouwel. En hij is nauw betrokken bij belangrijke competities zoals voor de uitbreiding van de Tweede Kamer in Den Haag. Als BNA-voorzitter mocht ik het eerste exemplaar van zijn boekje over
Architectonische kwaliteit 3 in ontvangst nemen, met die algemene toetsingscriteria die later ook in zovele welstandsnota's zijn verwerkt.
Na zijn periode als Rijksbouwmeester keert Dijkstra terug naar de private praktijk, nu als zelfstandig architect. Ten slotte wordt hij een veelgevraagd adviseur en supervisor, zoals voor de zuidelijke IJ-Oevers in Amsterdam. Kortom, een rijk en langjarig architectonisch leven, dat in 2018 wordt bekroond met de door architect-historicus David Keuning geschreven monografie in de serie BONAS.
4