Hotel en studentenhuisvesting Casa 400. Lichtvoetige gigant geeft ruimte aan student en toerist. Casa 400 moderniseert succesformule in indrukwekkend, nieuw hotel.
Casa 400 is een begrip in Amsterdam: in de zomer een hotel, buiten het seizoen studentenkamers. Een unieke formule, die na vijftig jaar nog steeds succes heeft. Maar Casa 400 groeit met de tijd mee en heeft daarom in 2010 een indrukwekkend, gloednieuw gebouw betrokken. Luxere kamers, modernere voorzieningen, een congrescentrum én het hotel draait nu het hele jaar door.
Het glas en aluminium van de strakke, ritmische gevel fonkelen in de zon. Het nieuwe hotel-studentencomplex van Casa 400 is een ware blikvanger. Gelegen aan de Ringdijk, net achter de Wibautstraat, torent het gebouw met zijn 35 meter boven de andere bebouwing uit. Met ruim vijfhonderd kamers is het een van de grootste hotels van Amsterdam, maar Casa 400 is vooral uniek door zijn bijzondere concept: van oktober tot juni dienen de meeste hotelkamers als studentenhuisvesting.
Het nieuwe Casa 400 staat op een steenworp afstand van het oorspronkelijke gebouw, dat in 1962 zijn eerste gasten en studenten ontving. In 1957 was het idee ontstaan voor een seizoenshotel annex studentenhuisvesting. In de jaren vijftig – de periode van de wederopbouw – was er een nijpend tekort aan woningen, en al helemaal aan betaalbare studentenkamers. Tegelijk had Amsterdam als opbloeiende toeristenstad veel te weinig hotelcapaciteit.
Multifunctioneel gebouw
De ‘wisselformule’ van hotel- en studentenkamers bleek een succes en is dat een halve eeuw later nog steeds. Casa 400 is steeds meegegroeid met de veranderende tijden, maar kwam enkele jaren geleden tot de conclusie dat het tijd werd voor een geheel nieuwe huisvesting. Een van de toevoegingen aan het Casa-concept is de exploitatie van 150 permanente hotelkamers. Daarnaast zijn er een brasserie, een bar, dertien congreszalen en een grote mensa waar de studenten kunnen eten. Het is een modern, duurzaam concept met toepassingen die normaal gesproken niet in elkaars verlengde liggen. De behoeften van verschillende doelgroepen zijn zo op elkaar afgestemd, en waar mogelijk samengevoegd, dat er een multifunctioneel woongebouw is ontstaan.
Casa 400 voert het Green Key-keurmerk voor milieuvriendelijke bedrijven in de toerisme- en recreatiebranche. Het gebouw is dan ook geheel tot stand gekomen volgens de filosofie van ‘maatschappelijk verantwoord ontwerpen’, waarin zes dimensies zeer nadrukkelijk in het ontwerp zijn betrokken: samenleving en locatie, doordacht transport, afvalreductie en -hergebruik, ‘groen’, water en energie.
Eigenzinnige monoliet in een bonte omgeving
Het omvangrijke en ambitieuze programma van eisen leverde wel een ingewikkelde puzzel op; meer dan vijfhonderd kamers moesten worden ingepast in de bouwenvelop, waarvan de maximale bouwhoogtes en rooilijnen reeds waren vastgelegd in het stedenbouwkundig plan. Het nieuwe Casa 400 heeft een belangrijke rol als een van de publiekstrekkers in het Eenhoorngebied dat wordt omgevormd tot een levendige woon-werkbuurt.
Door zijn grote schaal vindt het gebouw onvermijdelijk zijn plek tussen omliggende ‘reuzen’ als het Europagebouw van de Hogeschool van Amsterdam, het James Watt-gebouw van onder meer De Dageraad (tegenwoordig de Alliantie) en de kantorencomplexen aan de overkant van de Gooiseweg. Waar de omgeving bestaat uit een mengelmoes van gebouwen met grote onderlinge verschillen in maat, kleur en materiaal, heeft het nieuwe Casa 400 nadrukkelijk een eigen karakter gekregen; als een monoliet rijst het stoer en eigenzinnig op tussen die bonte verzameling.
Vooral de neutraal repeterende, bijna abstracte gevel versterkt het onafhankelijke karakter. De gevel is grotendeels opgebouwd uit glas, in slechts drie verschillende puimaten. Achter de hoge, brede ramen op de plint gaan de lobby, het restaurant en de congreszalen schuil.
De hotelkamers op de zes verdiepingen daarboven hebben elk drie hoge, smallere ramen. Een deel van het gebouw gaat nog verder de hoogte in en op deze bovenste vier lagen worden de ramen weer iets breder. De drie ritmes in de gevel benadrukken de horizontale opbouw van het totale volume, en het vele glas zorgt ervoor dat het gebouw heel licht en lucide oogt.
Ruimte, doorzichten en openheid
Aan de kant van de Ringvaart heeft het gebouw een spectaculaire ‘overstek’; als een lichtvoetige gigant leunt het overstekende blok bijna nonchalant op drie opengewerkte steunen. Door de grote, ronde gaten vraagt men zich haast af of de drie muren het machtige blok erboven nog wel dragen. De doorzichten geven een gevoel van openheid en ruimte.
Aan de oostzijde, aan de Eerste Ringdijk, liggen de hoofdentree van het hotel en het congrescentrum. De ruime, hoge entreehal biedt een fraai overzicht en verbindt met zijn open vide de begane grond en de eerste verdieping.
Direct valt de bijzondere binnentuin op, in het hart van het gebouw. De door glas omgeven zichttuin loopt schuin op naar de eerste verdieping. De tuin is ontworpen door het landschapsarchitectenbureau Van Empelen en van Aalderen, dat de groene beplanting dezelfde heldere ritmiek heeft meegegeven als de gevel. Een strakke waterlijn doorsnijdt de tuin van boven naar beneden. De enige boom trekt de blik van de bezoekers omhoog, naar de open hemel. Boven de patiotuin rijzen de verdiepingen hoog op, alsof ze om een lichtkoker zijn gevouwen. Van alle kanten lijkt het licht binnen te vallen, waardoor het gebouw verrassend helder en transparant is.
Amsterdams karakter
De tuin heeft nog een verrassend detail: de bovengrondse buis van de installatie voor warmtekoude-opslag, waarop in verschillende talen het Normaal Amsterdams Peil (NAP) is aangeduid. Een knipoog naar het oude gebouw, waar een NAP-lijn al sinds jaar en dag de lobby siert. Casa 400 wil zich als een echt Amsterdams hotel profileren en dé eyecatcher is de enorme panoramafoto van de stad over de gehele breedte van de eerste verdieping. Op elke verdieping komt bij de lift ook een grote stadsfoto te hangen. Zelfs in de kleurstelling van de tapijten komt het rood van het stadswapen terug.
Vanuit de lobby leidt een luie trap langs de binnentuin naar de congresruimten op de eerste verdieping. De twaalf zalen zijn vernoemd naar universiteiten in binnen- en buitenland. De grootste zaal – vanzelfsprekend de UvA-zaal – heeft een capaciteit van 425 mensen, maar kan ook met schuifwanden in vieren worden gedeeld. De Erasmus-zalen, grenzend aan de bar, worden in het hoogseizoen ’s ochtends samengevoegd tot één grote ontbijtzaal. Een brede rondgang leidt langs de verschillende zalen en dient met verschillende, speciaal ontworpen banken en zitjes als tweede ‘lobby’ voor de congresgangers.
Hotelgast versus student
Nu Casa 400 de koers enigszins heeft verlegd met permanente hotelkamers en congresruimten, moet het gebouw tegelijkertijd verschillende functies onder één dak samenbrengen. Dat betekent dat Casa 400 een iets striktere scheiding tussen studenten en gasten moet aanbrengen dan in het oude pand. Zo hebben de studenten een eigen, kleinere entree, om de hoek van de hoofdingang. Daar bevinden zich ook het loketje voor studentenzaken en de ruime mensa. Casa 400 koestert zijn unieke dubbelformule, want die blijft bepalend voor de sfeer en het karakter van het gebouw. Nog steeds vindt twee keer per jaar een kleine volksverhuizing plaats, als in de wisselweekenden de studenten massaal in of uit hun kamer trekken.
Er is geen verschil gemaakt tussen de vaste hotelkamers en de kamers waar de studenten kunnen wonen. De royale kamers zijn modern ingericht, compleet met flatscreen-tv. Het intensieve gebruik vergt veel van het interieur; enerzijds moeten de kamers de hotelgasten het gerief van een driesterrenverblijf bieden, anderzijds moeten zij als studentenkamers tegen een stootje kunnen. Door de verdiepingshoge ramen valt veel licht binnen. Als een supersized vensterbank strekt een esdoorn bureaublad zich over de volle breedte van de kamer uit. Tegelijk werkt het bureau als doorvalpreventie voor de enorme ramen. Die kunnen niet open, maar tussen de grote, glazen puien kan een hoog en smal ‘luik’ worden opengezet. Zo blijft het strakke beeld van de buitengevel altijd intact, maar krijgen de kamers wel buitenlucht binnen.
In het midden van de kamer staat het tweepersoonsbed, een lits jumeaux waarvan eenvoudig het ene deel onder het ander kan worden geschoven, zodat Casa 400 veel opslagruimte kan uitsparen. Met een achterwand van gecapitonneerd kunstkalfsleder is het bed ook een soort zitbank. De diepe, bronskleurige kussenwand geeft de kamer een rijke, warme uitstraling, die nog eens wordt versterkt door de zachte ‘lijnverlichting’ die in de rand erboven is geïntegreerd. Die vaste verlichting komt op drie plaatsen terug in de kamer, telkens in een fraaie lijn.
Ruimtelijk en logistiek geslaagd
In het nieuwe Casa 400 zijn de verschillende functies heel vernuftig samengebracht. Verschillende entrees, het restaurant, de keukens en andere voorzieningen maar bijvoorbeeld ook de expeditie en de personeelsruimtes, ze vormden een ingewikkelde knoop die binnen de gegeven bouwenvelop ontward moest worden. Door de heldere, functionele opzet is het gebouw zowel ruimtelijk als logistiek zeer geslaagd. In Casa 400 kunnen student, hotelgast en congresganger moeiteloos hun plek vinden en zich thuis voelen.