Witte de With 50, Huis voor Visuele Cultuur
13 november 2008
Architectenbureau Zandbelt&vandenBerg ontwierp een woning voor een echtpaar dat kunst verzamelt uit het Interbellum. In de ontwerpopgave stond de wens tot interactie tussen het duinlandschap en de behuizing voorop. Bovendien moest er genoeg wandoppervlak komen om schilderijen aan te hangen, waaronder werk van Charley Toorop. Maar de woning mocht absoluut geen museum worden. Het echtpaar beschikte niet over architectuurjargon om zijn wensen kenbaar te maken. Daarom volgden er gesprekken over beeldende kunst, design en kunstenaars zoals de vroege Mondriaan, waarbij termen als kleurtoon, compositie, expressie en naturalisme als communicatiemiddel dienden. Zandbelt&vandenBerg maakte vervolgens een vertaalslag naar de architectuur. Het verklaart de steeds terugkerende associaties met kunst en design die de villa oproept.
De duinvilla wordt gekenmerkt door grote glaspartijen en een huid die is samengesteld uit zeer uiteenlopende materialen: groen marmer, leisteen en diverse soorten beton. Zowel het marmer als het beton zijn op verschillende manieren behandeld. Ondanks de bonte mix komt de verschijningsvorm harmonieus over. Terwijl de naam van de villa doet denken aan een Hollands stilleven, wekt de veelvoud aan gezichten die de villa laat zien, een haast kubistische indruk. Vergelijk het met een weloverwogen, volkomen uitgebalanceerde compositie van Georges Braque of Pablo Picasso.
vier aanzichten
De opdrachtgever wilde graag beton omdat het qua structuur en kleur passend werd gevonden in het zanderige, met bunkers bestippelde duinlandschap. Verder werd er zoveel mogelijk toepassing van natuurlijke materialen gewenst. Het beton is nadrukkelijk aanwezig in de onderste bouwlaag en de zuidgevel van de villa. De onderzijde van de westkant heeft een bekleding van leisteen. Boven, achter de houten borstwering, bestaat de gevelwand uit geborsteld marmer. Het ruwe oppervlak lijkt te verwijzen naar de craquelé in de leisteenplaten. De grote raampartijen in de oostkant worden omlijst door gepolijst marmer, dat goed aansluit op de gladde verschijningsvorm van het vele glas. Tegen de noordgevel is een hellende, verdiepingshoge spiegelwand gezet, waarin zich continu wisselende landschapspanorama’s afspelen. De betonnen zuidgevel oogt gesloten. Absolute blikvanger hier is de erker, die als een schilderijlijst naar buiten steekt. Het massieve karakter van de gevel wordt verfijnd door cannelures in het beton. De wand is op zijn fraaist als de schaduwpartijen van de ruisende bomen over de sleuven en richels strijken, want dan ontstaat een fascinerende dieptewerking.
routing
Zandbelt&vandenBerg realiseerde met de villa in de duinen een Gesamtkunstwerk: de architecten tekenden van tuin tot interieur en van gevel tot trapleuning. Vanuit de tuin zijn er maar liefst zeven manieren om de villa te betreden. Door de vele keuzemogelijkheden ontstaat in de eenvoudige opzet een complexe routering. Deze complexiteit wordt inpandig voortgezet. Steeds weer ga je dóór wanden, naar links, naar rechts en langs de patio. Door de glooiingen in het omringende landschap raak je dikwijls gedesoriënteerd. En dat is precies wat de architecten voor ogen hebben, want de sequentie van ruimtelijke ervaringen is de leidraad van hun ontwerp.
In de directe nabijheid van de drie bouwlagen tellende villa staat aan de overkant van de weg een fiks aantal bunkers. Dit gegeven is prominent verwerkt in de onderste bouwlaag, zowel in het materiaalgebruik (schoon beton) als in de vormgeving. Ter versterking van het bunkereffect is de U-vormige onderbouw half verzonken in de grond. Ongeveer de helft van de U-vorm bestaat uit een ruime entreehal, een garage, een fietsenstalling en een washok. Het overige deel fungeert als gastenverblijf. Een grote, hellende voordeur in de bunkerachtige onderbouw biedt toegang tot de ruime entreehal, die aangelicht wordt door de patio. Wanden van onbewerkt, ruw beton bepalen de sfeer van het inwendige. Een enorme stalen trapbalustrade, die als een sculptuur aan de muur hangt, domineert de circa 5,5 meter hoge hal. Het staal is met beits bewerkt waardoor een kleur ontstaan is die associaties oproept met het gloedvolle roodbruin van schilder Mark Rothko.
De realisatie van een gastenverblijf, bestaande uit woon-, en slaapkamer, badkamer en keuken, maakte deel uit van de opgave. Het onderkomen is eenvoudig van opzet. Sommige binnenwanden zijn onbewerkt gelaten, tonen het onbewerkte, ruwe beton in volle glorie. Andere muren zijn bekleed met licht getint vurenhout. Door de halfverdiepte situering biedt het gastenverblijf beperkt uitzicht. De architecten spreken dan ook van een Spartaanse uitstraling. Overnachten in de villa is voor de gasten overnachten in een bunker. Maar het wordt verlicht door zachte vloerkleden, kleurrijke meubels, de eigen keuken en de eigen badkamer en de zorgvuldige afwerking. Hiervan getuigt bijvoorbeeld het lampje, dat subtiel in het plafond is verzonken.
terugkerend element
De trap die vanuit de onderste bouwlaag naar de bel-etage voert, bestaat uit twee delen. Het eerste deel begint náást de hal, in een zeer nauwe nis die doet denken aan een bunkertoegang. Boven in de nis leidt een opening in de muur weer terug naar de hal. Daar begint het tweede, roodbruine deel van de trap, het deel dat vanuit de entreehal te zien is en als een sculptuur aan de muur hangt. Op ooghoogte, aan de wand tegenover, hangen twee grote schilderijen. De trapvoering van de bel-etage naar de slaapkamer op de derde verdieping is volgens hetzelfde principe uitgevoerd: een smal begin, dóór een muur en daarna een ruime voortzetting. De nauwe bunkertoegang is naar boven toe een steeds terugkerend architectonisch element.
De tweede bouwlaag, de bel-etage, is samen met de derde bouwlaag het dagelijks woondomein. Op de bel-etage bevinden zich de woonkamer, de eetkamer, de keuken, een kantoortje en een studio. Alle functies zijn gegroepeerd rondom de patio. De slaapkamer plus garderobe en badkamer bevinden zich in de derde woonlaag. Langs deze drie ruimtes ligt een langgerekt dakterras.
Zandbelt&vandenBerg wilde door wisselende ordeningen en wisselend materiaalgebruik iedere bouwlaag een totaal eigen sfeer geven. Daarom géén ruw beton en géén beperkt uitzicht in de bel-etage. Het dagelijks domein van de bewoners wordt gedomineerd door wit stucwerk en grote glaspartijen. De gewenste interactie tussen het landschap en de behuizing is hier duidelijk voelbaar: vanuit elk vertrek is er ruim uitzicht op het omringende landschap, er is een constante afwisseling van zichtlijnen. Met een gang rondom de patio ervaar je de hoogteverschillen in de duintuin. Vanuit de woonkamer is er toegang tot het halfoverdekte, met travertijn geplaveide terras en een luie trap biedt een directe verbinding met de lager gelegen tuin. De keuken aan de achterkant hangt meer dan drie meter boven een duinpan en twee grote schuifpuien bieden de mogelijkheid de keuken naar buiten te openen. De erker, die het uitzicht vanuit de eetkamer omlijst, is als een uitpandige loggia; het is een volkomen beschutte ruimte buiten de strikte lijnen van het woondomein.
De slaapkamer, meer afgeschermd van de buitenwereld, heeft een gesloten sfeer. Een hooggeplaatst strookraam laat de ochtendzon toe. Door de hoge plaatsing van het raam lijkt het dak boven de kamer te zweven. Dwars door de garderobe loopt een slingerpad, het zogeheten slakkenhuis. Het verbindt de slaapkamer met de natte ruimte. Langs de hele slaapverdieping ligt een dakterras met een borstwering van dark red meranti. Tegen de slaapkamer, in de buitenlucht, is een gimmick geplaatst: een monumentale trap die nergens naartoe leidt. Tijdens bijeenkomsten en feestjes is de trap een gewild verzamelpunt. Gewoonweg omdat je vanaf de hoge positie een fantastisch uitzicht hebt op het weidse duinlandschap.
Terug naar het begin. Het ontwerpconcept is grotendeels ingegeven door gesprekken over kunst, met name uit de periode tussen de wereldoorlogen. Door in de villa te wonen heeft het echtpaar meer oog gekregen voor ruimtelijke werking en moderne architectuur. Dat heeft onder meer geleid tot een verbreding van hun kunstinteresse naar sculpturen en hedendaagse schilderijen. Wonen in ‘de villa’ vormt voor hen ook aanleiding om ter plekke open dagen en tentoonstellingen te organiseren. De Villa in de Duinen van Zandbelt&vandenBerg ontwikkelde zich van beeldend kunstconcept tot een villa en vervolgens tot villa met kunstagenda. De smaak van de opdrachtgever bepaalde de vormgeving, de vormgeving op haar beurt beïnvloedt en stuurt nu de opdrachtgever. En dat alles met jonge, ambitieuze architecten als inspirerende intermediairs. Kan het mooier?