Twentse Twelle
17 september 2008
In de Enschedese wijk Roombeek is op 22 april het nieuwe museum TwentseWelle geopend, als onderdeel van het Roozendaal. De inrichting van dit bijzondere museum, waarin drie specialistische collecties samenvloeien, is ontworpen door OPERA Amsterdam.
De belangrijkste opgave bij het ontwerpen van TwentseWelle was de integratie van drie afzonderlijke collecties in één samenhangend verhaal. Natuurhistorie, heemkunde en de geschiedenis van de Twentse textielindustrie waren voorheen de specialisaties van drie zelfstandige instellingen in Enschede. In TwentseWelle komen ze samen in één tentoonstelling die de eeuwenlange wisselwerking laat zien tussen natuur en menselijke inventiviteit.
Om voelbaar te maken hoe natuur en cultuur in allerlei stadia van de geschiedenis op elkaar inwerkten, en welke tastbare objecten dat in dit deel van Nederland heeft opgeleverd, heeft OPERA een betrekkelijk simpele hoofdstructuur voor de tentoonstelling ontwikkeld, die een grote verscheidenheid aan verhalen bevat.
In het hart van de tentoonstelling loopt de eerste lijn: die van de ‘knopen’. Elke knoop roept een specifiek moment uit de geschiedenis op en vertelt een kernverhaal, bijvoorbeeld over het functioneren van het Los Hoes, of over de landschapsontwikkeling in het 19de-eeuwseTwente. De knopen geven een essentie weer van dat ogenblik in de ontwikkeling van Twente. Per knoop is een ander medium en een andere vorm gekozen. De ene keer gaat het om een reconstructie, de andere keer domineert geluid of zijn er audiovisuele media ingezet. De laatste knoop, die het heden belicht, heeft een opvallende ronde vorm en is opgebouwd uit speciaal door Ten Cate ontwikkeld materiaal, wat ondermeer wordt toegepast in de vliegtuigindustrie.
De ruggengraat van de tentoonstelling wordt gevormd door een 110 meter lange vitrine waarin volgens een chronologische ordening een substantieel deel van de collectie wordt getoond. Dit zogenoemde Open Depot bevat omstreeks 3.500 museale objecten, die in clusters zijn samengebracht en zo zijn gepresenteerd dat gedetailleerde bestudering mogelijk is. Het lijkt op de databank van de Twentse geschiedenis.
Gekoppeld aan het open depot zijn door de hele tentoonstelling heen commentaren, toelichtingen en anekdotes te zien en te horen die een vergrootglas leggen op groepen voorwerpen en thema’s.
De vierde lijn geeft op een speelse en vereenvoudigde manier invulling aan de complexe begrippen als klimaat, seizoenen, de standenmaatschappij, welvaart, identiteit etcetera. Juist met het oog op een jong publiek is gekozen voor spelvormen, die de inhoud van deze begrippen op een toegankelijke wijze duidelijk maken.
De vier lijnen maken het bezoekers mogelijk om hun eigen spoor door het museum te bepalen: van een gedetailleerd, langdurig bezoek waarbij men het volledige aanbod probeert te zien, tot een snel bezoek waarbij vooral de interactieve spelen centraal staan.
Opera maakte voor de vier lijnen gebruik van de bijzondere locatie: de pakloodsen van het Roozendaalcomplex bieden een prachtige, vrijwel ononderbroken ruimte die zich uitstekend leent voor het vertellen van zich continu ontwikkelende lineaire verhalen. Objecten, ervaringen en verhalen zijn zo in het ontwerp geïntegreerd dat de som van TwentseWelle veel meer is dan een simpele optelling van drie collecties. Het museum verkent zowel inhoudelijk als door zijn vormgeving de grenzen van een nieuw museaal concept.
Projectdata:
Interieurarchitect:
OPERA Amsterdam
Opdrachtgever:
Stichting TwentseWelle
Oppervlakte:
2500 m2
Jaar van realisatie:
2008
Fotografie:
Pieter Kers, beeld.nu