Waar nieuwe functies zijn geïntroduceerd, heeft Merk X die direct herkenbaar gemaakt door hun materialisatie en afwerking. In beide museumzalen zijn nieuwe elementen toegevoegd, in wederom een ingehouden beeldtaal. De Westzaal, die zo’n 75 jaar onaangeraakt en daardoor nog meest authentiek was, is met name ingericht als tentoonstellingsruimte; deze is voorzien van een extra trap naar de gaanderij. De Oostzaal, die het meest heeft geleden onder eerdere verbouwingen, is voorzien van een tribunetrap om publieksbijeenkomsten te faciliteren en tevens technische voorzieningen weg te werken. Beide elementen bieden bovendien vluchtroutes bij calamiteiten.
De gaanderijen zijn onderli
ng verbonden met een nieuwe brug door de centrale hal; de looproute is op dit verhoogde niveau verder verbeterd met een brug boven de toegang van de Oostzaal. In de Westzaal werd dat niet toegestaan.
De nieuwe kelderruimte beidt plaats aan de receptie en een kleine museumwinkel, informatievoorziening, lockers, een garderobe en toiletten. Ook zijn hier voorzieningen voor de organisatie ondergebracht. De ruimten zijn voornamelijk helder wit, aangevuld met licht hout; de terrazzovloer en scheidingswanden zijn voorzien van geabstraheerde natuurmotieven, ontworpen door Evelyne Merkx. Zij heeft zich namelijk niet alleen gebogen over grote structurele en restauratieve opgaven, maar ook over de details en ‘specials’. Daartoe behoort ook het ontwerp van het lichtobject met glazen boomvruchten in de vide van de entree en het wolkachtige lichtsculptuur in de centrale hal. De voormalige gaslampen in de ontvangstzalen zijn naar ontwerp van Merkx hersteld en vergroot.