Copyright: Ellen van Loon ( Frans Strous)
Copyright: De Rotterdam ( Ossip van Duivenbode)
Copyright: De Rotterdam ( Ossip van Duivenbode)
Copyright: De Rotterdam ( Ossip van Duivenbode)
Copyright: De Rotterdam ( Ossip van Duivenbode)
Copyright: De Rotterdam ( Ossip van Duivenbode)
Copyright: De Rotterdam ( Ossip van Duivenbode)

Van Loon: ‘Slechte gebouwen staan als eerste leeg’

4 april 2014, 18:05
Afgelopen week is Architectenweb magazine ‘Gevel’ verschenen. In een interview, dat in dit magazine is opgenomen, reageert Ellen van Loon, architect-partner bij OMA, op de kritiek dat De Rotterdam voor extra leegstand zorgt in Rotterdam. “Een groot voordeel van een crisis is dat kwaliteit het enige is dat nog verkoopt.”

De Rotterdam behoort tot de meest besproken projecten van het jaar en heeft de stad Rotterdam een nieuw aanzien gegeven. Met zijn verschoven bouwvolumes ziet het gebouw er van elke hoek anders uit. Vanuit de binnenstad gezien heeft het gebouw wel iets van een gigantisch abstract beeldhouwwerk. Hoe is het gebouw ontworpen? Wat waren de overwegingen om juist deze gevel te kiezen?

Hieronder een deel van het in het Architectenweb magazine opgenomen interview, met een extra deel over de opgave in Rotterdam dat exclusief op Architectenweb.nl gepubliceerd wordt.

Jullie werken momenteel veel in Rotterdam. Welke opgave zien jullie in deze stad?
“Net als Berlijn is Rotterdam gebombardeerd. De stad is opnieuw opgebouwd, maar is ook nog lang niet af. Aan Rotterdam kun je goed zien hoe lang het duurt om zo’n gebombardeerde stad weer echt tot een stad te maken. Ik ben zelf opgegroeid in Rotterdam. Het centrum van de stad had heel lang enorme kale plekken, het Weena is eigenlijk pas heel laat ontwikkeld. In steden waar ruimte veel schaarser is, zoals Parijs of Londen, wordt veel creatiever met ruimte omgegaan. Rotterdam heeft altijd een overvloed aan ruimte gehad. Daardoor mist de stad nog altijd een vermenging van functies in het centrum. Maar ik ben optimistisch: ik denk dat die mix van functies er in Rotterdam aan zit te komen. De gemeente is bijvoorbeeld druk bezig met de Coolsingel, om daar gebouwen te vernieuwen.”

De meeste transformaties maken de stad stedelijker en diverser.
“Precies. Er wordt een laag aan de stad toegevoegd."

"Een tweede opgave die ik zie is de manier waarop gebouwen gehecht zijn in hun stedelijke context. Wij besteden daar zelf veel aandacht aan, hoe een gebouw functioneel en architectonisch aansluit op de stedelijke context. Dat is een opgave waar nog te weinig over wordt gesproken.”

Bedoel je met die aanhechting specifiek de plinten van gebouwen?
“De plint, maar het gaat ook om publieke ruimte op hoogte. In Londen worden alle daken nu ingericht als dakterrassen. De partijen die bij de ontwikkeling van de stad Rotterdam betrokken zijn – architecten, ontwikkelaars en gemeente – zijn daar nog te weinig mee bezig. Het is vaak te commercieel gedreven.”

Afgelopen najaar is De Rotterdam opgeleverd. Er is stevige kritiek geweest op de bouw hiervan, omdat het de leegstand van kantoren in de stad zou vergroten.
“Waarom is er leegstand? Dat heeft deels een economische reden. Maar je ziet ook dat belangrijke partijen zelfs in tijden van crisis nog naar nieuwe gebouwen verhuizen. De huur van nieuwe gebouwen is altijd hoger dan die in bestaande gebouwen. Dus waarom doen ze het dan tóch? Meestal heeft dat te maken met de kwaliteit van dat nieuwe gebouw, het is er prettiger vertoeven dan in hun oude gebouw."

"Wijzelf zijn hier in Rotterdam gevestigd in een gebouw van Maaskant. Voordat wij besloten om ons eigen kantoor te verbouwen, hebben we rondgekeken in de stad of er gebouwen waren waar we eventueel naartoe zouden kunnen verhuizen. Er worden veel leegstaande kantoorgebouwen uit de jaren tachtig vrij goedkoop aangeboden, maar de binnenruimte daarvan is vreselijk. In een kantoor werk je heel veel uren, dan ben je niet snel geneigd in een minder prettige omgeving te gaan zitten. Dat is het cruciale punt wat betreft al die leegstand: er is heel veel troep gebouwd. De vraag is dan: gaan we deze slechte gebouwen oplappen of slopen we ze – beginnen we opnieuw en doen we het dit keer beter?"

"Je kunt een gebouw neerzetten voor een winst op de korte termijn, maar om een gebouw op de lange termijn te kunnen blijven verhuren is de kwaliteit van het gebouw doorslaggevend. Als het gebouw niet goed is, ontstaat er uiteindelijk altijd leegstand. Een crisis betekent ook helemaal niet dat je moet stoppen met de ontwikkeling van de stad. Een groot voordeel van een crisis is dat kwaliteit het enige is dat nog verkoopt.”

51N4E stelt dat het casco van het gebouw en de manier waarop het in de stad staat, bepaalt hoe bruikbaar een gebouw voor volgende generaties zal zijn. Niet de gevel.
“Daar ben ik het niet helemaal mee eens. In De Rotterdam vormt de gevel, de relatie tussen binnen en buiten, een van de kernkwaliteiten van het gebouw: de daglichttoetreding, het uitzicht, frisse lucht, et cetera. Een vraag die in het ontwerp centraal stond was hoe gebruikers de stad op hoogte zouden beleven. Bij goed weer kun je de volledige route van de rivier naar de zee zien. Dat is natuurlijk waanzinnig!” 

Hoe hebben jullie de gevel van De Rotterdam vormgegeven. Was het doel om zoveel mogelijk glas toe te passen?
“In eerste instantie was het inderdaad ons doel om zoveel mogelijk glas te maken, om de transparantie en de hoeveelheid binnentredend daglicht zo groot mogelijk te maken. Er zijn veel studies gedaan die uitwijzen dat het sick building syndrome niet alleen gerelateerd is aan de kwaliteit van de lucht, maar dat een tekort aan daglicht daar ook aan bijdraagt. Het is denk ik heel belangrijk dat je binnenin een gebouw het verloop van de dag kan ervaren."

"Maar in de huidige tijd moeten we natuurlijk een balans vinden tussen daglichttoetreding en zonwering. Als je naar de energierekening van een kantoorgebouw kijkt, dan zie je dat dertig procent daarvan aan kunstlicht opgaat. Door toepassing van veel ramen kun je dat gebruik terugdringen en de kwaliteit van de binnenruimte vergroten. Maar tegelijkertijd moet je oppassen dat een gebouw door de zon ook weer niet teveel opwarmt, want dan moet je weer extra koelen."

"Dat is nu. Maar er zijn ontwikkelingen in de markt die erop wijzen dat gevels er in de toekomst anders uit komen te zien. Zo komen er nu al producten op de markt waarin fotocellen opgenomen zijn in het glas. Daarmee kun je je voorstellen dat grote glasvlakken in de toekomst geen energieverlies meer opleveren, maar energie opwekken. Ik denk daarom dat we in de toekomst alleen maar meer glas zullen gaan toepassen. In de ons omringende landen, zoals Duitsland en Scandinavië, waar men gewend is meer uit te geven aan gebouwen, zal dit als eerste zichtbaar worden. In Nederland wordt in verhouding veel minder geld uitgegeven aan gebouwen. Als Nederlanders zijn wij toch wat gierig van aard, altijd zo geweest.”

Hoe heeft het ontwerp van de gevel van De Rotterdam zich in de loop van de jaren ontwikkeld? In hoeverre is de gevel door kostenbesparingen gevormd?
“In het originele ontwerp waren er verschillende gevels voor de verschillende blokken. Daar zijn we uit puur architectonische overwegingen op een gegeven moment vanaf gestapt. Toepassing van één gevel versterkte de plastische massa van het gebouw. Uiteindelijk bleek de gevel, die we voor het gebouw hadden ontwikkeld, heel goed toe te passen voor alle functies. Overigens is het niet één gevel, maar lijkt het alsof er één type gevel is toegepast. De varianten verschillen licht, omdat de eisen wat betreft binnenklimaat en energie bij de verschillende gebouwtypen anders zijn."

"Omdat mensen enorm veel warmte produceren, heb je bij de kantoren vooral te maken met koelen. Dus daar zie je dat de verticale profielen breder zijn uitgevoerd. In de woningen daarentegen zijn ze smaller uitgevoerd, net als bij het hotel. Bij alle drie de functies is het basisconcept van de gevel – verticale, naar buiten liggende lamellen die de gevel beschaduwen – steeds net op een andere manier geïnterpreteerd."

"Daarbij heeft iedere architect altijd te maken met economische factoren. Het is uiteindelijk een goedkope gevel geworden, maar we hebben er natuurlijk heel hard aan gewerkt om het er niet zo uit te laten zien. Vanaf een heel vroeg stadium in het ontwerpproces hebben we intensief samengewerkt met gevelbouwers – met mock-ups, details en veel discussies – om binnen de commerciële randvoorwaarden van het gebouw een maximale kwaliteit te creëren.”

Is die samenwerking met leveranciers aan het begin van het ontwerpproces cruciaal om zo’n project te laten slagen?
“Ja en we zien dat we bij steeds meer gebouwen in een soort bouwteam werken. Onder architecten had het bouwteam vroeger een nare bijsmaak. Het gevoel was dat architecten in dergelijke constructies uiteindelijk toch verloren van de aannemers. Maar tegenwoordig zie je in de bouwteamconstructies – het zijn strikt genomen geen bouwteams, het gaat om nauwe samenwerking met de uitvoerende partijen – dat dit substantieel bijdraagt aan de kwaliteit van het eindproduct. Ik denk dat dit een zeer goede ontwikkeling is. Al zie je ook dat het nog in de kinderschoenen staat."

"Ik denk dat het als je ontwerpt je heel goed weet wat de drijfveren zijn van de kant van de opdrachtgever, van de aannemer en van jezelf als architect. Als je terugkijkt naar wat de rol van de architect in het bouwproces is geweest, dan zou je kunnen zeggen dat dat een rol was waarin de architect zo min mogelijk wist. Wij denken als OMA dat wanneer we met z’n allen exact weten wat ieders drijfveer is, we tot een beter oplossing komen dan wanneer we verstoppertje met elkaar spelen.”

Het moet nu eens afgelopen zijn met de schuttingen tussen de verschillende bouwfases waar het ontwerp overheen gegooid wordt – met alle gevechten die daarbij horen?
“Ja. Ik denk dat wij als architecten in dat soort processen in het verleden een rol zijn verloren. Alle partijen zouden opnieuw na moeten denken over hoe we dat kunnen verbeteren. Ook architecten.”

Zie je dit als een positieve ontwikkeling in Nederland?
“Erg positief. We hebben de Kunsthal gerenoveerd samen met de originele aannemer. Die samenwerking verliep nu heel anders dan toentertijd. Nu gaan we er samen voor.”

Lees het vervolg van het uitgebreide interview met Ellen van Loon in Architectenweb magazine ‘Gevel’. Net als andere edities is Architectenweb magazine ‘Gevel’ via issuu ook online volledig terug te lezen, vanaf de personal computer maar ook vanaf tablets.

Gerelateerde nieuwsberichten

Andere nieuwsberichten

Een houten villa genesteld in het bos

Gisteren, 17:31

Mecanoo presenteert bouwfoto’s van het Doris Duke Theatre in Becket, Massachusetts

Gisteren, 15:17

Happel Cornelisse Verhoeven presenteert ontwerp renovatie Algemene Rekenkamer

Gisteren, 13:15

Prestigieuze Galerij der Koningen in Museo Egizio na herontwerp door OMA officieel geopend

Gisteren, 11:15

Tekort aan grond blijft bouw sociale huurwoningen dwarszitten

Gisteren, 16:27

Tender voor woonblokken op twee van de laatste kavels Eenhoorngebied Amsterdam

Gisteren, 14:41

Woonbond stapt uit overleg over huren in sociale sector

20 november, 4:08

Ruim 3.000 huurwoningen minder op de markt

20 november, 9:35

CPB: aantal gebouwde woningen belangrijker dan soort woningen

19 november, 10:07

Kamerlid Van der Burg verhoord in Almere over Floriade-fiasco

18 november, 5:00
Michiel van RaaijHoofdredacteur
KUBUS | Specialist in BIM-software
SAPA
Reynaers Aluminium Nederland
Jansen
SAB-profiel bv
Aliplast Aluminium Systems
Hagemeister GmbH & Co. KG
ALUCOBOND®
Tarkett BV
Kawneer
Grohe Nederland B.V.
Malaysian Timber Council
OCS | Office Cabling Systems
Swisspearl Nederland
Forster Nederland N.V.
VELUX Commercial Benelux B.V.
Sempergreen
EeStairs | Design trappen - Balustrade - Ontwerp en constructie
Aluprof Nederland BV
QbiQ Wall Systems
Forbo Flooring
Schüco Nederland BV
AGC Nederland Holding B.V.
Cedral
Sto Isoned bv
Triflex bv
Gorter Luiken BV
Foreco Houtproducten
Wienerberger B.V.
Knauf Insulation
DUCO Ventilation & Sun Control
IsoBouw Systems bv
Mview+
Rockfon (ROCKWOOL B.V.)
Gira Nederland B.V.
Kingspan Geïsoleerde Panelen
GEZE Benelux  B.V.
Renson
Metaglas Groep
ABB | Busch-Jaeger
Jung | Hateha B.V.
Knauf Ceiling Solutions B.V.
Saint-Gobain Building Glass Benelux
Faay Vianen B.V.
objectflor
Boon Edam Nederland B.V.
Hunter Douglas Architectural
Forbo Eurocol Nederland B.V.
EQUITONE gevelpanelen
Plastica Groep
Holonite B.V.
FALK®
Tata Steel Colorcoat®
© 2002 - 2024 Architectenweb BV / Voorwaarden / Privacy / Disclaimer / Sitemap
Annuleren
OK
Sluiten
Doorgaan
Inloggen
Maak een gratis persoonlijk account aan